GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
N#.
IINGEKOMEN STUKKEN.
Leiden, 6 Februari 1893.
Door A. G. T. Coster wordt bij nevensgaand adres vergunning
verzocht om op den grond achter zijne woning in de Paardensteeg
n°. II, een keuken te plaatsen in verband met de verbouwing van
zijn perceel, welke grond aan de gemeente behoort en bij adressant
in gebruik is tegen betaling van eene recognitie.
blijkens door de Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek be
staat tegen de inwilliging van het verzoek geen bezwaar, mits de
uitbouwing niet verder geschiede dan overeenkomstig de rooilijn van
de bestaande uitbouwing achter het perceel Paardensteeg n°. 13.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
tot wederopzeggens vergunning te verleenen om een keuken te
plaatsen op den grond achter zijn perceel Paardensteeg n°. 11, niet
verder uitspringende dan de rooilijn van dien beslaanden uitbouw
achter perceel n°. 13, tegen betaling van een jaarlijksche recognitie
aan de gemeente van vier gulden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geef met verschuldigden eerbied te kennen A. G. T. Coster, woon
achtig te Delft, dat hij zijn perceel gelegen aan de Paardensteeg
n*. 11 alhier, wenscht te verbouwen volgens hierbij gevoegde plan-
teekeningen.
Aangezien adressant aan de gemeente Leiden eene jaarlijksche re
cognitie betaalt voor het achtergelegen gedeelte open terrein, en het
plan voor verbouwing ij ingedeeld dat de keuken op bovengenoemd
terrein gedeeltelijk komt te staan, wenschte adressant gaarne de
daartoe vereischte vergunning van UEds. Achtbare vergadering te
ontvangen de keuken te mogen uitbouwen.
Met de meeste hoogachting,
Leiden, 12 December 1892.
't Welk doende,
UEds. dienstw. dienaar,
A. G. T. Coster.
N'. 31.
Leiden, 8 Februari 1893.
Ten vervolge op ons rapport dd. 26 November 1892 (Ingek. St.
n*. 371), hebben wij de eer U ten aanzien van de ingediende be-
zwaarschrilten legen het kohier der plaatselijke directe belasting
voor 1892, voor te stellen, te willen beschikken overeenkomstig ons
in kolom 10 van den hierbijgaanden staat (2de gedeelte) opgenomen
advies en dientengevolge af te wijzen de reclames van:
A. A. Vreeburg. J. H. Trel, A. J. Van der Stok, H. C. A. Van
Duuren, J. P. Neuteboom, D. Lovink, G. H. J. Eggink, C. J. Oudshoorn,
C. Mooyman, C. W. II. Bonten, P. J. Van der Hoek, P. Gadri, H. Van
Gemert, A. Bey, J. Bey, A Van Frank, W. F. Van den Brande, K. Hop, Wed.
W. Van Oosten, H. P. Trel, G. H Maat, J. W. Van Wingen, N. Kloots,
H. Peltenburg, D. Van Leeuwen, J. F. Van Wijngaarden Jr., M. Weck-
werdt, J. Dumoulin, L. A. H. Holthusen, A. J. J. Booda, J. Van Beek,
A. W. C. G. Kamerling, H. Den Hoed, C. W. Roodenburg, J. Ouds
hoorn, H. W. Hageman, P. G. Doesburg, A. Van Leeuwen, J. J. Si-
monis, A. De Hen, S. R. Steinmetz, D. J. Slager, H. A. J. Krüger,
W. Metselaar, B. Honing, W. F. Zandvliet, D. H. De Bruin, H. W. Van
Wijk, Wed. J. C. Van Beek, J. W. Geriagh, H. P. M Kraakman, B.
C. Looyaard, C, Helmers, S. M. S. De Ranitz, J. C. P. Steenhauer, P.
Brittijn, D, II. Holtz, 11. Boehiner, J. Selier, J. Voermans, P. Hogen-
doorn, W. F. A. Bergers, VV. Van der Hoogt, J. J. Huibers, A N.
Visser, J. C. J. De Jong, W. Van Weizen, W. H. De Groot, S. M. Van
Gelderen, A. G. C. Van Brugge, J. Kooreman, B. A. Harteveld, D.
Poelijoe. N. Korenhoff, H. K. W. Wijland J. Mooten, A. W. Jellema,
J. R. C. Meerburg, G. H. Lens, L. B. Den Houter, Wed. J. J. Verhoef-
Los, D. Van Nassau, B. H. J Pols, J. Sinjou, J. Korpershoek, W. C.
Van Royen, J. M. Ladenius, W. Van Wceren, J. G. Leune, J. B. Leune,
J. Van Ulden, G. Blommestein, Wed K. Piket, P. Van Berkcl, F.
Los Ezn., E. Los, Wed. J. W. Speet, Wed. J. Van Ulden, A. J. Van
der Ven, Wed. J. Van Duuren, P. Vinkhuyzen, J. Van Weeren, J. J.
Van Riemsdijk, O. A. Labree, N. Hazelhorst, J. J. Zindel, D Cornet,
C. J. A. N. Van de Gent, C. Christiaanse Jr., P. P. M. C. Murray, J.
Drinhuyzen, A. Cattel, W. F. Pauw, G. N. De Voogd, J. Bik, M. C.
Leendertz, N. Fockema, A. Omvlee, H. Zaalberg, Wed. C. H. Tiemeyer
en D. W. Reiveilo,
den aanslag van P. F. C. M. Bernhard te verminderen met f 48.75
en uit te trekken op f 84.50; van C. M. Van Troostenburg de Bruin
met 15.43 en uit te trekken op 16.25; van J. A. Le Coultre met
f 8.13 en uit te trekken op f 31.68; van H. Ermers met f 1.62 en
uit te trekken op f 0.81; van P. Pieters met 8.12 en uit te trek
ken op f 39.81; van G. Boot met 2.15 en uit te trekken op 2 14;
van C. Denzel met 5.69 en uit te trekken op f 2.43; van C. G. L.
Van Wensen met f 58.50 en uit te trekken op f 368.55; van J. F.
Van Wijngaarden met 7.80 en uit te trekken op 30.42; van J. C.
Klikee met 11.38 en uit te trekken op f 12.18; van A J C. Hon-
stede met f 15.28 en uit le trekken op f 22.16; van J. F. J. Willems
met f 12.19 en uit te trekken op f 47.93; van de Wed. Dr. F. Smeels-
Voet van Campen met f 2.44 en uit te trekken op 2.43; van de
Wed. E. Norenburg met 5.69 en uit te trekken op f 2.43; van G.
N. Van der Koog met f 6.50 en uit tetrekken op f 17.06; van de Wed.
G. Van den Berg met f 54.16 en uit te trekken op f 38.46; van J.
L. Holtz met f 3.67 en uit te trekken op f 7.31; van C. Van der
Helm met 3.80 en uil te trekken op 0.78van C. Schmidt met
f 16.25 en uit te trekken op f 31.68; van P. Hagenaar met 6.85
en uit te trekken op 0.78; van C. H. Bernard met f 3.25 en uit
te trekken op f 4.87van M. Van der Mark met 4.06 en uit te
trekken op ƒ0.81; van J. Kerkvliet met 6.37 en uit te trekken op
1 l3: cVan„,P- K.,uivers raet 8.7* en uit te trekken op f 7.96;
van h. F. W. Hemtz met 23.40 en uit te trekken op f 104.52;
Va" a w e,k,en,?08en met f 8.12 en uit le trekken op f 23.56;
e iH- W- Vreugdenburg met ƒ8.13 en uit te trekken op
j u?", t, e Koning met f 7.80 en uitte trekken op/ 30 42;
van de Wed P. J^ Segaar met f 7.31 en uit le trekken op 0.81;
van de Wed. H N. Vorst met 9.75 en uit te trekken op f 2.43;
van D. A Van Eck met 7.59 en uit te trekken op 8.12; van R.
Van Schaik met 9.15 en uit te trekken op 35.94; van H. F.
Wolfson met 7.86 en uit te trekken op 2.70; van H. D. F. Meyer
f%lJ b-50.<m uit te trekken op 17.06; van J. C. Van Tol met
- en uit te trekken op f 4.68; van A. J. C Montijn met 3.26
en u.t te trekken op 2.16; van L. J Hardenbcrg met f 36 57 en
uit te trekken op 47.93; van T. Van liumalda van Eysinga.net
16.25 en uit te trekken op 60.12; van H. J. Van den Dop-
Zitman met 16.25 en uit te trekken op 0.81,
en de aanslagen van J. Koet, B Modderman, de Wed. H. J. Schnei
der de Wed. J. Oudenbroek-De Jong, de Wed. A. Rovers, de Wed.
I. Iaverne-De Feye, H. Dijkman, E. De Jong, de Wed. Pierot-Engel-
bregt en D. P. Verhoeven te royeeren.
f öd^W0188' bedrag Van de bovensta£mde afschrijvingen bedraagt
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
W°" *a- Leiden, 9 Januari 1893.
Onder overlegging van nevensgaande missive van Commissarissen
ei Bank van Leening geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan Commissarissen voornoemd de gevraagde machtiging te verleenen
voor de benoodigde uilgaaf ter voorziening in buitengewone hulp
wegens ziekte van ambtenaren.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burg. en Weth. van Leiden.
Wij hebben in het afgeloopen jaar veel te kampen gehad met
ziekte onder onze beambten, die hen volstrekt ongeschikt maakte
voor hun dienstwerk en soms geruimen tijd aanhield. Daar die
ziekten plotseling ontstonden waren wij wel verplicht dadelijk voor
buitengewone hulp zorg te dragen, ten einde den geregclden gang
van zaken te verzekeren en misten wij dientengevolge de gelegen
heid daarover vooraf met Uw College in overleg le treden.
Om de kosten van die buitengewone hulp te kunnen verantwoor
den op onze jaarrekening, zal af- en overschrijving op onze begroo
ting over 1892 noodig zijn, maar om die aan den Gemeenteraad te
kunnen voorstellen, dient het feit zelf, dat wij buitengewone hulp
lnr'®Pen' d°or een besluit van Uw College te worden gedekt.
Wij hebben daarom de eer U te verzoeken om die vereischte
goedkeuring alsnog te verleenen opdat wij het voorstel tot wijziging
van de begrooting alsnog aan den Raad kunnen voorleggen.
Commissarissen v/d Bank van Leening,
Leiden, 4 Februari 1893. J. T. Buys, Voorzitter.
W. De Jongh, Secretaris.
N*. 23.
Leiden, 13 Februari 1893.
j e' nazien van de bijrekening van de aannemers van den bouw
der Gehoorzaal is o. a een post gevonden waarop 20 cents te veel
was berekend. In plaats van deze 20 centen is abusief 4 cents af-
getrokken, waardoor in ons voorstel van 0 Februari jl. (Ing St.
n 18) de volgende wijzigingen noodzakelijk worden. De uilgaven
sub. e moeten met 16 cents verminderd worden en bedragen f «6285,34',
waardoor de optelling wordt f 26055.84' en het totaal bedrog dal
moet worden voldaan 25609.63'. De som welke door geldleening
zal moeten worden gevonden wordt dientengevolge 499.63'. De
supplcloire staat van begrooting. dienst 1892, wordt daardoor in ont
vangst en uitgaaf 499.63'. Ditzelfde bedrag moet ook voorkomen
in den staat, Model A, lot directe betaling uit den post Onvoorziene
Uitgaven, zoodat het totaal bedrag van dezen staat wordt 25609 63'.
In den vierden regel v. o. van het aangehaald Ingekomen Stuk,
moet gelezen worden in plaats van tot directe belasting tot directe
betaling.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 24.
Leiden, 13 Februari 1893.
,Q„y overweging der voordracht van Burg. en Weth. van 6 Februari
1893 (Ing St. n'. 18) trok het onze aandacht, dat de cijfers betref-
lende de kosten van den bouw der Gehoorzaal niet geheel overeen-
stemmen met die welke voorkomen in het rapport der Commissie,
door Uwe Vergadering benoemd tot onderzoek der Gchoorzaal-reke-
n,n|* Jerwijl in dit rapport het totale cijfer werd gesteld op
178058.45', komt de thans aanhangige voordracht tot een eindcijfer
Vatl\lr Op °ns verzoek om inlichtingen is ons door Burg.
en Weth. welwillend medegedeeld, dat het verschil ad ƒ101.34 aldus
wordt verklaard, dat:
1°. de uitgaven nog moeten worden vermeerderd met f 131.75
voor brandstoffen, voor droogstoken gebruikt;
2°. de uitgaven daarentegen moeten worden verminderd met a
f 10.41 voor te veel berekend in de bijrekening der aannemers,
d0"r de Oommissie te hoog berekend voor de verlichting.
Wij adviseeren thans Uwe Vergadering, zich te vereenigen met de
bovengenoemde voordracht en vast te stellen de drie daarbij over
gelegde staten.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré.