4 noeming van een derden onderwijzer aan de school der 3e klasse n'. 4, op eene jaarwedde van 350. Die voordracht opgemaakt in overleg met den heer Arrondissements-Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school is samengesteld als volgt: 1*. A A. üikshoorn, thans tjjdelijk werkzaam aan de school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes (Leerschool). 2'. J. Huge, werkzaam aan de school 3e klasse n'. 4 en 3*. P, Van der Hoeven, tijdelijk derde onderwijzer aan de Jongens school 2e klasse. Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, geven wij in overweging tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N'. 1*. Leiden, 26 Januari 1893. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van het bestuur der Leidsche Bouwvereeniging en onder overlegging van de daarbjj be- hoorende teekenningen betrekking hebbende tot den bouw van 26 woningen op een terrein aan den Maredijk, kadastraal bekend ge meente Leiden Sectie A n'. 1035, hebben wij de eer U het volgende mede te deelen. De adressant verzoekt vooreerst de gemeenschappelijke riolen voor de 26 te bouwen woningen aan te sluiten aan het gemecnteriool van den Rijnsburger Singel. In de tweede plaats wenscht adressant den voor straat bestemden grond aan de gemeente Leiden af te staan onder bepaling dat de gemeente zorgt voor bestrating en afvoer van het hemelwater. Bljjkens door de Commissie van Fabricage ingesteld onderzoek zal het maken van een klinkerbestrating, het leggen van buislcidingen voor afvoer van hemelwater, het plaatsen van slraatkoiken en het plaatsen van 10 boomen met omkastingen in het midden der be strating een uitgave vorderen van 1250. Evenmin als by de Commissie van Fabricage bestaat bij ons College bezwaar tegen de inwilliging van het eerste verzoek, doch tevens meenen wij met genoemde Commissie, dat er geen termen be staan om den voor straat bestemden grond over te nemen en voor rekening van de gemeente te zorgen voor de bestrating en den afvoer van het hemelwater. Wel werd krachtens Raadsbesluit van 29 April 1886 van de Leidsche Bouwvereeniging in eigendom overgenomen het voor den aanleg van straten bestemd gedeelte van het terrein aan de Haverzakiaan en voor den aanleg van bestrating en rioleering een bedrag van f 4650 toegestaan, te vinden uit de Buitengewone Ontvangsten, doch thans geldt het een ander geval. Er wordt namelijk thans aangelegd een doodloopende straat aan den Maredijk sluitende tegen het terrein van de Leidsche Melkinrichting, m. a. w. een soort holje, terwjjl door den aanleg van straten op het terrein bjj de Haverzaklaan een doorgang werd verkregen naar den Morscbsingel. Bovendien is het thans aanhangig plan van veel minderen omvang, terwjjl meermalen door parliculieien onbestrate gedeelten in de gemeenten zjjn bebouwd en door hen tevens voor de bestrating en rioleering voor hunne rekening werd zorg gedragen; zoo b. v. het terrein van het vroegere hof »de 24 huizen". Het komt ons daarom voor dat het openbaar gemeentebelang minder bjj den hier bedoelden bouw is betrokken dan bjj het bouwplan aan de Haverzaklaan hel geval was; zoodat wij het niet wel gerechtvaardigd zouden achten ter zake eene niet onbelangrjjke uitgave ten laste van de gemeente te brengen. Wjj geven Owe Vergadeaing mitsdien in overweging: 1'. aan het bestuur der Leidsche Bouwvereeniging vergunning te verleenen de op hel terrein aan den Maredijk te bouwen woningen aan te sluiten aan het gemeenteriool van den Rijnsburger Singel, onder voorwaarde dat op de plaats van samenkomst met het gemeenteriool voor zijne rekening eene ruimkast worde gemaakt volgens nadere op gaaf en het geheele werk onder toezicht van den Gemeente-Architect worde uitgevoerd; 2'. aan het Bestuur voornoemd te kennen te geven dat er bezwaar beslaat tegen de overneming door de gemeente van den voor be strating bestemden grond, met verplichting der gemeente om voor bestraling en afvoer van hemelwater zorg te dragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Heeft het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging de eer het plan te overleggen voor den bouw van 26 woningen op een terrein aan den Maredjjk, kadastraal bekend onder Sectie A n°. 1035 der ge meente Leiden. Het neemt daarbjj de vrjjheid met verschuldigden eerbied te ver zoeken, bet aangrenzende riool te mogen doen uitloozen in het riool van den Rjjnsburger Singel, terwijl het U tevens ter overweging wenscht te geven het volgende voorstel; »De Leidsche Bouwvereeniging doet afstand van den voor straat benoodigden grond aan de gemeente Leiden." »De gemeente Leiden zorgt daartegenover voor bestrating en af voer van het hemelwater." In de verwachting dat UEd. Achtb. een en ander in gunstige over weging zult willen nemen heeft het de eer te zjjn. Het Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging voornoemd, Leiden, 16 Januari 1893. C. A. Leembruggen, Voorzitter. W. Plette, Secretaris. N'. IS. Leiden, 6 Februari 1893. Naar aanleiding van het Raadsbesluit van 26 Januari j.I., tot vol doening van de som waarmede het toegestane bedrag voor den bouw en de inrichting der Gehoorzaal is overschreden, en waarbjj Burg. en Weth. werden uitgenoodigd om in hun voorstel van 28 Januari 1892 die wijzigingen te brengen, welke door het afsluiten der rekening van 1891 noodzakelijk zijn geworden en daarna ter vaststelling weder aan de orde te stellen, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat van het bedrag ad 152550 voor den bouw van de Gehoorzaal toegestaan in beginsel verhoogd met 2250 voor de meerdere kosten van verlich- ting (zie Ing St. n®. 224 van 1890), waarbjj echter de middelen tot dekking van dit bedrag niet zjjn aange wezen is uitgegeven in 1890 f 92647.25 in 1891 56030.04 in 1892 3426.50 totaal f 152103.79 zoodat nog een bedrag van f 446.21 overblijft. De uilgaven, welke nog ter zake moeten worden voldaan, zjjn de volgende: a. de laatste termijn ad 5 pCt. der aannemingsom voor den bouw der zaal aan I. Van der Kamp en S. Van Leeuwen ad f 5795.50 b. de laatste termijn ad 10 pCt. der aannemingsora voor de verwarming, aan de firma Bacon ad1400. c. hel restant der rekening van A. Van Brero (gelei dingen) ad575. d de rekening der Gasfabriek (verlichting) ad 2000 e. de bijrekening der aannemers I. Van der Kamp en S. Van Leeuwen ad16285.50' totaal f 26056.00' Hiervan afgetrokken het restant der toegestane gelden 446.21 BIjjft te voldoen f 25609.79' Tot dekking van deze som kan worden gebruik gemaakt van hot overschot der aan de Gasfabriek voor de uitbreiding en vernieuwing toegestane gelden ad 25110.(uit geldleening verkregen) van welke som bljjkens bericht van Commissarissen dier fabriek geen ge bruik behoeft te worden gemaakt. Het tekort ad 25609.79' zou hierdoor verminderen tot 499.79', welke som door geldleening zal moeten worden gevonden. Hiertoe zal kunnen worden gebruik ge maakt van een deel van het overschot der geldleening ad /'250000. ten bedrage van f 26830.72 in de begrooting voor 1892 overgebracht. Wij hebben mitsdien de eer Dwe Vergadering hiernevens ter vast stelling aan te bieden: A. een staat van af- en overschrjjving, dienst 1892, strekkende tot overbrenging van het op Onvoorziene Uitgaven, ten behoeve der Gasfabriek voorkomende bedrag van ƒ25110.op het onderdeel •Gehoorzaal" van genoemd Hoofdstuk. B een suppletoiren staat van begrooting, dienst 1892, in ontvangst •Geldleening ter voorziening in de kosten van buitengewone werken", ad 499.79* en in uitgaaf «Onvoorziene Uitgaven", ten behoeve van de Gehoorzaal, tot hetzelfde bedrag. C. een staat model A. strekkende tot directe belasting uit den post Onvoorziene Uitgaven, ten behoeve van den bouw en de inrichting der Gehoorzaal, van een bedrag van ƒ25110.en 499 75', te samen f 25609.79'. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N'. 1». Leiden, 6 Februari 1893. Wij hebben de eer Uwe Vergadering te berichten dat wij tegen den in onze handen gestclden slaat van af- en overschrijving van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1892, geene bedenkingen hebben, zoodat wij U adviseeren dien goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad f 193.77*. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leiden ter Boekdrukkerjj van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1893 | | pagina 2