GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. Ill N°. Datuin. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Dec. 18 4.15—6.15 7 16.6 2 19 4.15—6.30 8 16.4 3 20 4.15—6.30 7 16.8 4 21 4.15—6.15 8 16.4 5 22 4 15—6.15 7 16.8 6 23 4.15—6.30 8 16.6 7 24 4.15—6.30 8 16.8 INGEKOMEN STUKKEN. N4. 406. Leiden, den 23 December 1892. De Commissie van Oppertoezicht en beheer der Vereeniging tot instandhouding en bevordering van den bloei der Kweekschool voor Zeevaart alhier, erkentelijk voor Uwe voordracht van 5 dezer aan den Gemeenteraad, heelt met groot leedwezen kennis genomen van het daarop uitgebracht advies van de Commissie van Financiën van 14 dezer. Met alle bescheidenheid is onze Commissie van oordeel, dat in dat advies de zaak niet volkomen zuiver wordt voorgesteld, waar de financieele Commissie in ons verzoek eene poging ziet om voor de geringe soin van 150 onze Vereeniging eigenares te doen worden van 3160 centiaren «gunstig gelegen gemeentegrond". Die voorstelling zou juist zijn, als wij den eigendom zochten te verkrijgen van gemeentegrond, waaraan, zooals dit met den grond onlangs aan de Praclische Ambachtsschool afgestaan, het geval was, nog geenerlei bestemming was gegeven en die voor de gemeente, als bouwterrein, eene directe waarde vertegenwoordigde. Hoe geheel anders is dit met den grond, waarvan onze Vereeniging den eigendom begeert. Wij kunnen geheel buiten beschouwing laten den aangcplempten grond, waarvan de kosten door de gemeente zijn voorgeschoten en waarvoor de gemeente door terugbetaling van de nog onalgeloste kosten volkomen schadeloos wordt gesteld. Voor den aangcplempten grond, ter grootte van 1530 centiaren, zal onze Vereeniging dan f 6930 hebhen betaald, zeker een niet te geringen prijs. Wij hebben dus alleen hel oog op de 3160 centiaren, bij onze Vereeniging in erfpacht bezeten. Het is omstreeks 35 jaren geleden, dat die grond, destijds een voor de gemeente bijna waardeloos gedeelte van den Vestwal, aan onze Vereeniging in gebruik werd afgestaan, hetgeen later in erf pacht werd veranderd. Aan dezen grond is door de gemeente dus reeds voor langen tijd eene bepaalde beslemming gegeven. Zoolang de Kweekschool voor Zeevaart bestaat, zal zonder twijfel bet gemeentebelang medebrengen, dat die bestemming, de instandhouding eener inrichting, welke aan de gemeente Leiden groote indirecte voordeelen afwerpt, bljjve voortduren. Voor bouwterrein of voor eenig ander doel kan de gemeente der halve over dien grond niet beschikken, hetgeen met het terrein, waarop de Ambachtsschool is gesticht, wel het geval was. Wij hadden dus recht bij ons verzoek om den eigendom van dien grond te verkrijgen, die bebouwd is en voor de gemeente alzoo toch minder waarde heeft, zooals de Commissie van Financien te recht opmerkt, minder te denken aan een koopprijs, welke de gemeente voor «gunstig gelegen grond" zou kunnen bedingen, dan wel aan den afkoop van een erfpachtsrechts, dat wel in het jaar 1904 expireert, doch daarna zeker zal worden verlengd, zoolang onze bloeiende in richting bestaat. Financieel nadeel lijdt de gemeente daardoor in geen enkel opzicht. Door betaling van eene afkoopsom van f 150 is aan de gemeente jaarljjks eene rente van 4.50 verzekerd, hetzelfde bedrag, dat zij nu als canon ontvangt. En wordt onverhoopt de Kweekschool opgeheven of verandert zjj van bestemming, dan heeft de gemeente het recht tegen betaling van 150 dien grond weder in eigendom te bekomen. Het tweede argument, waarop het advies van de Commissie van Financien steunt, is, dat de gemeente bij onveranderde aanneming der voordracht verlies zal lijden in hare jaarlijksche inkomsten. Vermoedelijk heeft die Commissie hier het oog op het verschil in rente door de Kweekschool thans aan de gemeente te betalen, zijnde 4J pCt. van het onafgeloste gedeelte der kosten van aanplemping, en de rente omstreeks 3| pCt. -welke de gemeente volgens den tegenwoordigen rentestandaard bij dadelijke aflossing en belegging van hel kapitaal zou kunnen kweeken. Yerliest de Commissie echter hierbij niet uit het oog; l4. dat door de jaarlijksche aflossing de aan de gemeente verschuldigde rente tel kens vermindert en na geheele aflossing ook geheel zal ophouden, 24. dat de Kweekschool altijd tot geheele aflossing bevoegd is, over eenkomstig art. 1306 Burgerlijk Wetboek, bepalende, dat eene tijds bepaling altijd verondersteld wordt bepaald te zijn ten voordeele van den schuldenaar, ten ware de tijdsbepaling ten voordeele van den schuldeischer is geschied? En nu zal toch wel niemand beweren, dat de gemeente bij deze geldleening eene geldbelegging op bet oog heeft gehad. Het tegen deel blijkt uit de groote faciliteit door de gemeente ten aanzien van de aflossing der schuld aan de Kweekschool toegestaan, welke ver plichting tot aflossing, 1 pCt. 's jaars, veel langer loopt dan de duur van het erfpachlsrecht en zelfs langer dan den tijd, waarvoor aan de Vereeniging rechtspersoonlijkheid is toegekend. En nu verlangt de Commissie van Financien, dat onze Vereeniging tot vergoeding van dat luttele en tijdelijke renteverlies aan de ge meente f 2000 zal betalen, een kapitaal, waarvan de gemeente ten eeuwigen dage, dus ook nadat de schuld geheel zal zijn afgelost, on geveer 75 rente zal kunnen maken! Inderdaad, wjj kunnen niet aannemen, dat het Gemeentebestuur, in strijd met zijne tegenover onze Vereeniging steeds zoo welwil lende houding, juist bij deze gelegenheid, nu het er op aankomt de Kweekschool op hechtere grondslagen te vestigen en haar voor de gemeente tot eene instelling van blijvenden aard te maken, zou trachten ten koste van onze Vereeniging financieel voordeel te be halen. Ten koste van onze Vereeniging, want van de door haar op te nemen gelden om het voorschot van de gemeente af te lossen, zal zjj zonder twjjfel ook 4^ pCt. rente moeten betalen, en, wordt liet advies van de Commissie van Financien gevolgd, dan zal onze Vereeniging nog bovendien belast worden met aflossing en rentebe taling van de gevorderde f 20U0. Wij vertrouwen, dat de Gemeenteraad op bovenstaande gronden bereid zal zijn Uwe voordracht van 5 dezer ongewijzigd aan te nemen. Mocht dit echter niet het geval zijn, mocht onverhoopt in den Gemeenteraad worden besloten overeenkomstig het advies van de financieele Commissie voor den afkoop van het erfpachtsrecht f 2000 te vorderen, dan zullen wij, hoe bezwarend het voor onze Vereeni ging moge zijn en boe weinig gerechtvaardigd wij dien eisch achten, in het belang onzer Vereeniging dit offer brengen, liever dan de in williging van ons verzoek, zooals wij vroeger hebben uiteengezet, van groote beteekenis voor de door ons beheerde instelling, in ge vaar te brengen. Aan fill. Burg. en Weth. De Commissie van Oppertoezicht van Leiden. en beheer, C. J. Van Retwich, Voorzitter, C. H. De Goeje, Secretaris N°. tO7 Leiden, den 28 December 1892. De Commissie van Financian beeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dal zij geene "Tiedenkingen heeft legen het voorstel van Burg. en VVelb. van den I5den dezer, om een gedeelte grond gelegen onder de gemeente Leiderdorp bij de Haarlemmertrekvaart en den Hollandschen IJzeren Spoorweg ter grootte van 4.10 aren, nader aan geduid op de bij het voorstel overgelegde schetsteekening, in erfpacht af te staan aan P. Van der Geer, wonende onder Leiderdorp, voor den tijd van 30 jaren, ingaande 1 Januari 1893 tegen betaling van eene jaarlijksche recognitie van 5 cents per centiare. Zij geeft U derhalve in overweging dat voorstel aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie ven Financien. N9. 408. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1825 December 1892. 9 9 9 C 9 9 N°. 409. Leiden, 29 December 1892. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van Dr. A. Beets en anderen, om het Gymnastieklokaal te mogen gebruiken, geven wjj Uwe Vergadering in overweging aan adressanten tot wederopzeggens ver gunning te verleenen de Gymnastiekzaal op de Pieterskerkgracht te gebruiken voor de uiloefening van het Lawn-Tennisspel des Donder dags van zes tot tien uren des avonds tegen betaling van 30 per jaar en onder voorwaarde dat alle kosten van vuur, licht en be- diening en voor eventueele herstelling van, aan lokaal of meubilair toegebrachte schade door de gebruikers worden vergoed en dat de door Burg. en Weth. te geven voorschriften moeten worden op gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan het EdelAchtb. College van Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden A. Beets, H. H. Breuning, P. H. Damsté, R. Damsté, W Einthoven, Ph. S De Laat de Kanter, M. Knoch en W. Th. Van Lidth de Jeude hun verzoek om gedurende de wintermaanden van het jaar 1892/93, tegen de daarvoor bepaalde vergoeding, wekelijks eenen avond, en wel telkens des Donderdagsavonds van zeven tot tien uren, het ge bruik te mogen hebben van het gymnastieklokaal aan de Pieters kerkgracht te Leiden, ter uitoefening van het Lawn-Tennisspel. Het welk doende enz. A. Beets. Volgen de namen van 7 adressanten. Leiden, 27 December 1892. Ter voldoening aan de uitnoodiging, vervat in uwe apostille van heden, n9, 4835, heb ik de eer U te berichten, dat tegen de inwil liging van het verzoek der heeren A. Beets c. s geen bezwaar bestaat. Aan den Heer Burgemeester De Directeur der Kweekschool belast der gemeente Leiden. met de regeling van het Gymnastiekonderwijs. J. A. Van Dijk. N4. 4IO. Leiden, 22 December 1892. Door de Commissie van Fabricage is voorgesteld een aantal doode of zieke boomen, aangeduid op de in de Leeskamer nedergelegde lijst te doen rooien en verkoopen, als: doode boomen, 178 iepen, 27 kastanjes, 15 linden en 7 populieren; zieke boomen, 51 iepen, 4 linden, 1 plataan, 1 kastanje en 1 eik, totaal 285.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1