VRIJDAG 28 OCTOBER 1892. 117 Voortgezette Zitting voor de behandeling der begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor 1892. Zitting van Vrijdag SS October 1893, geopend 's namiddags te één uur. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Tegenwoordig waren 24 leden, als de heeren: Zillesen, Kaiser, Tieleman, Hasselbach, Was, Van Hoeken, De Vries, Juta, De Sturler, Dekhuyzen, Van Lidth de Jeude. Van Hamel, Van Reenen, Le Poole, Zaaijer, Verhey van Wijk, Du Rieu, Drucker, Fockema Andreae, Cock, De Goeje, Verster van Wulverhorst, Zaalberg en Van der Breggen, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig was met kennisgeving de heer Siegenbeek van Heukelom. De Voorzitter. Wij zijn gisteren genaderd tot Volgn. 100. Onder houd van huizen, torens, poorten en dergelijke. Voor herstel van de vestingmuren aan den Burg is uitgetrokken 500. Ik stel voor dit bedrag te brengen op 1000 dan is het geheele werk daarmede afgeloopen. Er is nu geraamd 300 voor tufsteen en 84 voor andere materialen, zoodat er te verwerken zou overblijven ƒ116. Maar uit den aard der zaak komt het goedkooper uit wanneer de benoodigde tufsteen in eens gekocht wordt, en daarom is het ook beter thans het werk maar af te maken. De heer Kaiser. M. d. V.! Waarom is slechts 500 uitgetrokken, terwijl men weet 1000 noodig te hebben? De Voorzitter. Bezuiniging! De heer Jota. Er is ons wel opgegeven dat het werk nog 1000. zou kosten, maar er werd bijgevoegd dat zoo noodig hel werk wel over een paar jaren kon worden verdeeld. En daarom hebben wij voor dit jaar de helft dier som uitgetrokken. De Voorzitter. Er is telkens f1000.toegestaan, men blijft dus eenvoudig consequent, wanneer men dit nu weder doet. De heer Kaiser. Wanneer die 1000worden toegestaan, is hel dan zeker dat in 1393 alle werkzaamheden aan den Burg zullen afloopen De Voorzitter. Ja. dan kunnen zij afloopen, maar 1 500 is spoedig verwerkt, dan blijft het werk weer steken. De heer Kaiser. Dan zou ik er voor zjjn om dit jaar aan de zaak een einde te maken. De heer Van Hoeken. M. d. V.! Is in die ƒ500.— of ƒ1000.— ook begrepen eene som voor onderzoek naar de aardlagen? De Voorzitter. Neen, dat onderzoek is afgeloopen, er is tot 12 meter diepte gegraven. Er moet nu alleen nog een ƒ1000.verwerkt worden aan de vestingmuren. De heer Van Hoeken. Dan heb ik ook geen bezwaar tegen de ƒ500.een verder onderzoek naar de aardlagen zou ik echter nut teloos achten. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorste) van den Voorzitter om den post met ƒ500.te ver- hoogen wordt in stemming gebracht en met 13 tegen 8 stemmen ver worpen. Voor stemden de heeren: Zillesen, Kaiser, Tieleman, Hasselbach. Van Reenen, Le Poole, Du Rieu en De Goeje. De Voorzitter. Verder moet de post verhoogd worden met ƒ35. voor de aansluiting van het Caecilia-gasthuis aan den Telephoon. Deze verhooging wordt zonder hooldelijkc stemming goedgekeurd. De Voorzitter. Verder wordt in het Seclieverslag nog gesproken over aansluiting van het Archiefgebouw aan den Telephoon. De heer Du Rieu. M. d. V.! Van den aanvang af is het de be doeling geweest om hel Archiefgebouw aan te sluiten. Ik acht dit ook bepaald noodig. Bij de vaststelling der plannen is er op gerekend dat het gebouw telephonisch zou woiden verhonden, ook met het oog op brandgevaar. Het voorstel van Burg. en Weth. om den post nog met 35.te ver- hoogen voor aansluiting van het Archiefgebouw aan den Telephoon, wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Beraadslaging over Volgn. 101Dag- en weekgelden der werklieden en bedienden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kosten der /abricage. De heer Van Hamel. M d. V.! Bij dit artikel heb ik in de af- deeliugen ter sprake gebracht de vraag of voor het snoeien der hoornen wel het meest geschikte jaargetijde wórdt gekozen. En wat antwoorden Burg. en Weth hierop: «Vermoedelijk worden hier bedoeld de hoornen van de Hooigracht die moesten worden ge snoeid, ten einde aan de bewoners licht te verschaffen; overigens wordt steeds voor het snoeien het geschikte jaargetijde gekozen." Ik heb volstrekt niet geproken over hoornen aan de Hooigracht, maar alleen over het tjjdstip van snoeien in het algemeen, dat hier, mijns inziens, al in een zeer ongelegen seizoen gebeurt, nl. in een tjjd dat de boomen reeds in hun vollen bladerdos prijken. Dal dit, zooals Burg. en Weth. zeggen, voor het snoeien het geschikte jaar getijde is, komt mij ten eenenmale onjuist voor. De oorzitter. Ik moet bekennen heel weinig verstand te hebben van het snoeien van boomen. Dat is eene zaak die de personen welke ons inlichten moeten beslissen. De heer Van Hamel. M d. V.! Juist daarom heb ik hedenmorgen nog aan den heer Witte mijne bedenking medegedeeld en hij was het met mij volkomen eens, dat de hier gekozen tijd voor snoeien al zeer slecht was. De methode vond hij goed uiaar de tijd waarop het snoeien geschiedde, meende hij ongeschikt; het snoeien van boomen als ze in blad staan noemde hij afschuwelijk. De Voorzitter. Wij zullen de zaak nog eens onderzoeken. De beraadslaging wordt gesloten en Volgn. 101 zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Volgnrs. 102105 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over Volgn. 106: Kosten van toezicht en van invordering en plaatselijke belastingen. (De heer Zaalberg komt ter vergadering.) De Voorzitter. Het zij mij vergund bij dezen post nog een lans te breken voor den ambtenaar bij den Gemeente-Ontvanger De Vries. Niettegenstaande zijn klimmenderi leeftijd doet hij steeds ijverig en goed zijn plicht en geniet daarvoor een klein tractement; ƒ1200. is toch voor een ambtenaar van zijne verdiensten werkeljjk niet te veel. Er wordt wel gezegd dat hij voor de bewerking van het kohier eene extra belooning krijgt en dat is ook zoo maar dat is iets dat geheel buiten zijn werkkring ligt. Dat is extra werk wat even goed aan een ander zou kunnen worden opgedragen, al is dit nu juist niet te verwachten. In elk geval is die extra belooning niet vast en daarom stel ik voor zijn tractement van ƒ1200.— te brengen op ƒ1500.—. 6 F De heer Juta. Wij hebben de verhooging van het tractement in de vergadering van Burg. en Weth. overwogen, maar zjjn tot de con clusie gekomen dal verhooging minder noodig was, omdat die ambte naar s middags geregeld op een betrekkelijk vroeg uur naar huis gaat, en daardoor de beschikking heeft over veel vrjjen tijd, welke hij, indien wij goed z(jn ingelicht, besteedt met het bijhouden van boeken bij enkele firma's. Indien hij, zooals andere ambtenaren, dikwerf ge noodzaakt was 's avonds laat te werken, dan zouden wij, wellicht over de verhooging anders hebben gedacht. Maar nu hij steeds tegen 3 uur 's middags naar huis kan gaan en dus wat hij op het stadhuis verdient kan aanvullen met verschillende bijverdiensten, hebben wij geineend dat /1200.— 300.— voor het kohier, dat toch eigenlijk ook wel als een vast inkomen kan beschouwd worden, vrjj voldoende is. De Voorzitter. Ik herhaal dat hei opmaken van het kohier een extra werk is, dat volstrekt niet tot zjjn werkkring behoort. Men zou evengoed kunnen zeggen: hij heeft geen vermeerdering van tracte ment noodig, want hij heeft eigen fortuin. Dergelijke zaken hebben met zijn tractement als ambtenaar, niets te maken. Krijgt hjj de ver hooging, dan kan hij wellicht zijn tijd beter gebruiken of behoeft hij niet meer zoo naar onder werk om te zien. Ik blijf ƒ1200.— tracte ment voor een ambtenaar van dien leeftjjd, met zoovele jaren dienst, te weinig vinden. De heer Verhet van Wijk. M. d. V.! Ik zal gaarne uw voorstel ondersteunen. De quaestie van dat geringe tractement is verleden jaar in de secties ook ter sprake gebracht. Ik vind 1200 voor werkzaamheden als door dien ambtenaar worden verricht veel te weinig. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van den Voorzitter om het tractement van De Vries met 300 te verhoogen wordt in stemming gebracht en verworpen met 12 tegen 11 stemmen. Voor slemden de heeren: Zillesen, Kaiser, Tieleman, Hasselbach, Van Hamel, Van Reenen, Le Poole, Verhey van Wijk, Da Rieu, Versier en Zaalberg. De heer Drucker. M. d. V.! Bij dit artikel is in de afdeelingen eene vraag gedaan, welke, naar het mij voorkomt, in het antwoord van Burg. en Weth. niet voldoende tot haar recht is gekomen, de vraag nl., of niet de behandeling van het kohier der inkomstenbe lasting eenigermate zou kunnen worden gewijzigd, in dien zin dat het kohier vooraf in drukproef aan de leden van den Raad werd rondgedeeld. Er werd bijgevoegd, dat waarschijnlijk met den uitgever van het kohier eene overeenkomst daaromtrent zou kunnen worden aangegaan, omdat deze toch van het Gemeentebestuur groote faciliteiten geniet. Die laatste opmerking wordt niet beantwoord, Burg. en Weth. zeggen alleen: «Het rondzenden van een drukproef van het door ons opgemaakt kohier aan de leden van den Raad kan geschieden; het zal echter niet onbelangrijke kosten veroorzaken, veel arbeid en vertraging voor de vaststelling van het kohier." Ik zou meenen dat die zaak wel eens nader mocht worden overwogen. Op 't oogenblik verlang ik geen bepaald antwoord, maar ik zou toch gaarne zien dat Burg. en Weth. eens wilden ouderzoeken of niet werkelijk zonder veel kosten met den uitgever eene schikking is le maken. Het komt mij voor, dat deze genoeg faciliteiten van gemeentewege geniet, om nu ook zjjnerzijds eenige faciliteit te geven. De Voorzitter. Wij zullen de zaak nog eens onderzoeken Volgn. 106 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Volgnrs. 107 en 108 worden achtereenvolgens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Beraadslaging over Volgn. 109. Belooning van de Inspecteurs, die naars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters. De heer Was. M. d. V.! In de sectie, waartoe ik behoorde, werd door een lid de twijfel geopperd, of wel altijd, wanneer daartoe aan leiding beslaat, proces-verbaal wordt opgemaakt wegens politie-over- tredingen. Het antwoord van Burg. en Weth. luidt: «De twijfel van een lid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1