DONDERDAG 27 OCTOBER 1892. 115 meer toe te staan. De heeren hebben indertijd een vergelijkend staatje ontvangen waaruit bleek dat er groot verschil bestaat in het gebruik van duinwater op de verschillende scholen, al kon in enkele gevallen het grootere verbruik worden verklaard aan lekken, die niet dadelijk gemaakt konden worden. Ik geloof dat men wat de scholen betreft zeer voorzichtig moet zijn, wil men niet den noodigen drang tot zui- nigheid bij de hoofden der scholen prijsgeven. De Voorzitter. Het is natuurlijk ook de bedoeling om het geld evenzeer te bezigen voor de scholen als voor andere doeleinden. Uit dien post wordt alles betaald, op welk onderdeel men de ƒ450. brengt is mjj onverschillig, als men maar ƒ2800.uittrekt. De heer De Goeje. M. d. V.! Ik zou wel wenschen voor te stellen om den post met ƒ300.te verminderen door te doen vervallen n'. 17; voor 30 contracten wegens gebruik van brandkranen voor straalbe- sproeiing. Die besproeiing wordt zoo partieel toegepast en helpt dus zoo weinig, dat naar mijne meening die ƒ300.wel beter besteed kan worden. De Voorzitter. Ik wil wel aannemen dat het geld niet goed be steed is, maar dat is nog geen reden om den post te doen vervallen, doch wel om in het vervolg beter toe te zien dat het geld beter ge bruikt wordt. De heer De Goeje. M. d. V.! Ik heb niet gezegd dat de kranen niet goed bediend worden, maar ik heb op het onvoldoende van de sproeiing gewezen. Hier en daar is een kraan en daar zal dan ook wel gesproeid worden, doch zoodoende wordt slechts een zeer klein gedeelte van de stad geholpen. Het is slechts parlieele hulp, terwijl wjj inderdaad zuinigheid moeten betrachten ook met het oog op de meerdere uitgaven welke deze post en anderen zullen vorderen. De Voorzitter. Langzamerhand zal het getal kunnen toenemen, en dus ook meerdere gedeelten van de stad aan sproeiing geholpen worden. De beraadslaging wordt gesloten. De motie van den heer Drucker wordt in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Thans komt in stemming mijn voorstel om den post met 450.te verhoogen. De heer De Sturler. M. d. V.! Ik zou wenschen voor te stellen die verhooging te brengen op n°. 3 van dit artikel, voor de onver- mogenden dus. Ik zou tegen het voorstel moeten stemmen wanneer n'. 2, de openbare scholen, met die som werd verhoogd. Het voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Zaalberg. M. d. V.! Ik ben het lid geweest dat in de afdeelingen zijn leedwezen heeft te kennen gegeven over de weinige slraatbesproeiing in den afgeloopen zomer. Het antwoord van Burg. en Weth. heeft mij niet erg bevredigd. Zij zeggen: »de straten zijn door gebruik te maken van de brandkrannen, enkele malen voldoende besproeid." Dit nu ben ik niet met Burg. en Weth. eens, ik geloof dat bet moeielijk zou zijn geweest om op eene nog meer onvoldoende wijze te besproeien. Ik ten minste, en ik ben nog al veel bij den weg, heb de brandkranen geen enkele maal zien gebruiken voor be sproeiing. Wanneer er toch voldoende gesproeid wordt is het vreemd dat dit zoo weinig zichtbaar geschiedt. Wjj hebben toch een abon nement bij de waterleiding voor straatbesproeiing, wanneer nu daarvan zoo weinig gebruik wordt gemaakt dan ware het beter dit af te schaffen. De Voorzitter. Dat is niet zoo vreemd als het schijnt. Want is er flink gesproeid en komt men een half uur later op die plaats dan is alles weer droog. De heer Zaalberg. Ik zou toch wel wenschen dat het volgende jaar wat meer gesproeid werd. Volgn. 98 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Volgn. 99 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. Hoofdstuk II wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Voorzitter. Ik schors thans de Vergadering tot morgen middag ten 1 uur. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Moré

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 11