GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 85 N'. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Sept. 19 7.—-9.— 7 16.8 20 7.9.— 8 16.4 3 21 7.9.15 7 16.6 4 22 7.9.15 8 16.6 5 23 7.9.15 7 16.8 6 24 7.9.— 8 16.8 7 25 7.9.15 8 16.9 INGEKOMEN STUKKEN. N® 303 Leiden, den 23 September 1892. De Commissie van Financien heeft de eer üwe Vergadering mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen de in -hare handen gestelde rekening van inkomsten en uitgaven van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis over het jaar 1891. Zij stelt derhalve voor die goed te keuren in ontvangst ad f 32715.28, in uitgaaf ad 32696.00, sluitende met een batig saldo van f 18.68, hetwelk in de eerstvolgende rekening zal behooren te worden verantwoord. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 306. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1925 September 1892. 3 3 3 3 3 304 Leiden, 22 September 1892. Bij Raadsbesluit van 16 Juni jl. werd een crediet verleend van 1 2000 om proeven te nemen met het gebruik van Rijnland s stoom gemaal in het belang van de waterverversching in de gemeente, waartoe het Bestuur van Rijnland zich met de meeste welwillendheid had bereid verklaard. Wij hebben het noodig geacht van de verleende machtiging te moeten gebruik maken en het Bestuur van Rijnland uitgenoodigd het stoomgemaal op 9 en 10 September jl. te doen werken, aan welke uitnoodiging gevolg is gegeven. ,.„,w De kosten bedragen blijkens ontvangen bericht 412.32jtls. algemeene kosten 2x2bo steenkolen 56 ton tegen 6.47_j_ te zamen 412.32 Intusschen hebben Dijkgraaf en Hoogheemraden ons daarbij het ^lllet^geval heeft zich echter voorgedaan dat het belang van Rijn land's boezem uilmaling vereischt zou hebben op 10 September, ook wanneer niet toch reeds ten üwen behoeve zou zijn gemalen. Wii doen U echter opmerken dat wanneer Uw verzoek niet in gekomen was, wij stellig op den lOen September niet het gemaa te Katwijk, maar' dat te Halfweg of dat te Spaarndam in het werk gesteld zouden hebben, en zulks om de zeer eenvoudige reden dat die beide machines aanmerkelijk goedkooper werken dan dat te Katwijk. De voldoening aan Dw verzoek is dus de rechtstreeksche oorzaak voor eene verhooging van kosten voor ons hoogheemraadschap gG Wi?Stzijn evenwel bereid die omstandigheid ter zijde te laten, en de kosten van het malen op 10 September voor ons hoogheemraad schap te nemen, en D enkel de terugbetaling van de kosten voor het malen op 9 September 11. te vragen Te dien einde zenden wij 0 hiernevens eene nota van kosten 206 16 welker voldoening wij gaarne zullen tegemoet zien. Ten einde tot de voldoening van het verschuldigde te kunnen overgaan, zal alsnu een post op de begrooting moeten worden gebracht, die voorloopig kan worden vastgesteld op 1000, waaruit dan tevens zullen kunnen worden gevonden de gelden benoodigd voor het ge bruik van het stoomgemaal wanneer later daaraan wederom behoeite zal ""wTgeven üwe Vergadering alsnu in overweging vast te stellen den hierbjj overgelegden staat van af- en overschrijving, strekkende om op de begrooting voor dit jaar een nieuw artikel te brengen H.Il art 12 Vol«n. 98a Kosten van onderzoek en verversching van de stadsgrachten ad 1000, te vinden door afschrijving van dat bedrag van den post voor Onvoorziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 307. Leiden, 29 September 1892. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden eene voordracht ter benoeming van een derden onderwijzer aan de openbare school der 4e klasse n°. 2 op grond van art. 7 der Verordening van 11 November 1880 (Gemeenteblad n°. 3 van 1881). Die voordracht opgemaakt in overleg met den Arrondissements- Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd der school is samengesteld als volgt: 1®. J. Vroom, thans tijdelijk werkzaam aan de openbare school te Katwijk aan Zee; 2®. P. Van der Hoeven; en 3®. A.Schön, beiden adspirant-onderwijzer en werkzaam aan openbare lagere seholen in deze gemeente. Onder mcdedeeliug dat de jaarwedde aan de betrekking verbonden 550 bedraagt en dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 306. Leiden, 29 September 1892. Ter vervulling der vacature van onderwijzeres in de nuttige hand werken aan de openbare scholen der 3e klasse n®. 3 en 4, ontstaan door het aan Mejuffr. H. C. Karstens verleend eervol ontslag, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht aan te bieden opgemaakt in overleg met den Arrondissements Schoolopziener na in gewonnen bericht van de hoofden der genoemde scholen, ter be noeming van eene onderwijzeres in de nuttige handwerken, als: 1®. Mejuffr. Maria Louisa Dijkman; 2®. Alexandra Margaretha Mackenzie; en 3®. Maria Jacoba Van der Harst, allen als kweekeling by het onder wijs in de nuttige handwerken aan dezelfde scholen werkzaam. Onder mededeeling dal de betrekkelijke stukken ter inzage in de Leeskamer zijn nedergelegd, geven wij U in overweging tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 363. Leiden, 26 September 1892. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van HH. Curatoren der Rijks-Universiteit geven wij Uwe Vergadering in overweging ons College te machtigen de verlenging van de beslaande overeenkomst met het Rijk, krachtens welke de gemeente in het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit de stads zieke armen doet verplegen tegen betaling van 0.75 daags per persoon, wederom voor den tijd van 5 jaren aan te vragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 23 September 1892. Met het einde dezes jaars zal komen te vervallen de overeen komst, den 23 December 1887, naar aanleiding van het bij de Wet van 6 Juli 1867 (Sthl. n®. 63) bekrachtigde art. 5 van het contract van 30 November 1866, voor het tijdvak van 1 Januari 1888 tot ultimo December 1892, door ons met Burgemeester en Wethouders dezer gemeente gesloten, omtrent hare bijdrage voor de verpleging in het Universiteits Ziekenhuis van de voor rekening van Leiden, of, op uw verzoek voor rekening van andere gemeenten, daarin opge nomen patiënten. Mitsdien hebben wij de eer U te verzoeken ons te willen mede- deelen, of de Gemeenteraad genegen is de bepalingen van die over eenkomst weder voor vijf jaren te verlengen, als wanneer wij den Minister van Binnenlandsche Zaken zullen voorstellen, ons te mach tigen op denzelfden voet eene nieuwe overeenkomst met Uw College aan te gaan voor het tijdvak van 1 Januari 1893ultimo December 1897 Curatoren der Rijks-Universiteit te Leiden, Aan HH. Burg. en Weth. J. G. Kist, President. van Leiden. J. E. Boddaeht, Secretaris. N°. 309. Leiden, 29 September 1892. Met toezending van de lijst der sollicitanten naar de betrekking van lecraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium en de door hen overgelegde stukken, alsmede van een afschrift van het door ons ingewonnen advies van den Inspecteur der Gymnasia, hebben wij de eer U mede te deelen, dat op grond van betrouwbare inlichtingen, door ons ingewonnen, de heer L. W. W. Vogelesang, wonende te 's Gravenhage, naar onze meening het meest voor eene benoeming in aanmerking kan komen. Ten einde te gemoet te komen aan het bezwaar van den Inspecteur, die van meening is, dat art. 17 der Wet op het Hooger Onderwijs eene aanbeveling van meer dan één persoon voorschrijft, wenschen wij U in de tweede plaats den heer G. M. Van Riemsdijk te Nijmegen aan te bevelen. Wij hebben derhalve de eer U ter benoeming aan te bevelen le. L. W. W. Vogelesang 2e. G. M. Van Riemsdijk. Aan den Gemeenteraad Curatoren van het Gymnasium, van Leiden. C. Cock, Voorzitter. O. W. Sipkes, Secretaris. N®. 316. Leiden, 29 September 1892. Onder dagteekening van 12 September 1889 (Zie Ing. Stukken n®. 185 van dat jaar) werd aan Uwe Vergadering ingediend een voorstel tot heffing van schoolgeld aan de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen met Memorie van Toelichting, ter vol doening aan de Raadsbesluiten van 11 October en 10 Januari waarbij in beginsel is aangenomen dat voor de Kweekschool voor onder wijzers en onderwijzeressen tot de heffing van schoolgeld zal worden overgegaan. Wy hebben eenige wijzigingen in dal concept aangebracht, zoodat het thans luidt als volgt. Eene Memorie van Toelichting wordt hierbij aangeboden. RAADSBESLUIT regelende de heffing van schoolgeld voor de leer lingen der Gemeentelijke Kweekschool voor onderwijzers en on derwijzeressen. De Raad der gemeente Leiden heeft besloten: Art. 1. Ter gemoetkoming in de kosten der gemeentelijke kweek school voor onderwijzers en onderwijzeressen wordt een schoolgeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1