(i CM MM A A I) VAi\ LEIDEN. 79 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 281. Leiden, 1 September 1892. Wij hebben de eer U mede te deelen dat met bet oog op de ge vallen van cholera, die zich op verschillende plaatsen hebben voorge daan door ons tal van maatregelen zijn genomen in het belang van de openbare gezondheid en dat in het voormalig Caecilia-Gaslhuis eenige lokalen in gereedheid zijn gebracht voor eventueele opneming van lijders aan genoemde ziekte, terwijl hfet noodige materiaal is aan geschaft, ten einde in de eerste behoeften te voorzien. Tevens is ons uit een ingesteld onderzoek gebleken dal op tal van plaatsen in deze gemeente, vooral in poorten en sloppen, putten aan wezig zijn, waarvan het water schadelijk moet worden geacht voor de gezondheid en des niettegenstaande door de omwonenden wordt gebruikt bij gemis van aansluiting aan de Duinwaterleiding. Reeds is met het oog op de betrekkelijke bepalingen der Wet van 4 December 1872 (Slbi. n#. 134) lot voorziening tegen besmettelijke ziekten, last gegeven tot het doen dicht maken van onderscheidene putten, doch hiermede is nog niet in de behoefte aan behoorlijk drink water voorzien. Nu het ons verder bleek, na oproeping van eenige huiseigenaren, dat over het algemeen bij velen geneigheid bestaat hunne woningen aan de Duinwaterleiding aan te sluiten, doch de kosten voor het leggen van straatbuizen voor hen te bezwarend waren, zijn wij voor- loopig met de Directie der Duinwaterleiding overeengekomen de kosten van het leggen van buizen in enkele straten voor rekening van de gemeente te nemen en door hel plaatsen van standpijpen in enkele poorten in de behoefte aan water te voorzien. De huiseige naren kunnen alsdan voor een zeer geringen prijs water verschaffen aan de bewoners hunner huizen. Met het leggen van enkele buizen is bereids een aanvang gemaakt. Het is thans nog onmogelijk met eenige juistheid de kosten op te geven die gepaard zullen gaan met de door ons genomen maatregelen, doch wij vertrouwen dat Uwe Vergadering bereid zal worden be vonden, met het oog op het spocdeischende der zaak, aan ons College ter zake een crediet te verleenen. Wjj geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de door ons in het belang van de openbare gezondheid genomen maatregelen goed te keuren en tot goedmaking van de daaraan verbonden kosten en van de nog door ons te nemen maatregelen een crediet te verleenen, zullende zoo spoedig doenlijk een opgave van de kosten worden overgelegd Aan den Gemeenteraad. Ilurg. en Weth. van Leiden. N". 282. Leiden, den 3 September 1893. De Commissie van Financien, zich vereenigende met de voordracht van Iiurg. en W'elh. tot het doen van herstellingen aan de beide huisjes in de Dienderspoort, geeft Uwe Vergadering in overweging deze voordracht aan te nemen en goed te keuren, dat de kosten van herstelling geraamd tot een bedrag van J 273 gevonden worden door afschrijving van dit bedrag van den post Onvoorziene Uitgaven op dien van Volgn. 99 «Onderhoud van huizen". Aan den Gemeenteraad. De Commissie, voornoemd. N4. 283. Leiden, den 3 September 1892. De Commissie van Financiën, zich vereenigende met de voordracht van Burg. en Weth. van 2a Augustus IIgeeft aan Uwe Vergadering in overweging aan Leonardus Van der Holst te Noordwijkerhout in eigendom af te staan een gedeelte grond langs den liaarleinmertrek- weg onder de gemeente Noordwijkerbout, liggende op 130 meter van Piel-Gijzenbrug naar Haarlem, ter grootte van ongeveer 300 centiaren, nader op te meten en zijnde niet breeder dan 6 meters uit de sloot gemeten, tegen betaling van 28 cents per centiare en de kosten van overdracht. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N4. 284. Leiden, 3 September 1892. De Commissie van Financien moet bezwaar maken, U te adviseercn tot aanneming dér in hare handen gestelde voordracht van Burg. en Weth. betreffende reparatie van den toren der Pieterskerk Voor een object, dat voor onze gemeente zonder nut is, zoude eene som van f 700 worden besteed, met het vooruitzicht, dat volgens de uit spraak van Uwen voorzitter in de Raadsvergadering van 4 Augustus jl. «in de toekomst het onderhoud van den toren beduidend meer dan gemiddeld f 22 per jaar zal kosten". Ongaarne zoude onze Commissie daartoe besloten en aldus een lastpost voor de gemeente bestendigd zien. Zal men dan liever den toren afbrekenDat de gemeente daartoe het recht heeft, achten wij niet twijfelachtig, en naar ons oordeel behoort ernstig te worden overwogen of van dat recht dient te worden gebruik gemaakt. Alvorens U echter daaromtrent te adviseeren, wenschcn wij een bemiddelend voorstel te doen. Wilde het kerkbestuur, dat belang heeft bij het behoud van den toren zich verbinden tot eene jaarlijksche recognitie aan de ge meente, ongeveer opwegende tegen de geraamde kosten van onder houd, dan zouden wij meenen, dat de voordracht van Burg. en Weth. kan worden aangenomen. Mitsdien geven wij U in overweging Burg. en Weth. uit te noo- digen met de Gemeente-Commissie van het Nederd. Hervormd Kerkge nootschap alhier in overleg te treden over de vraag of genoemde Commissie tot zoodanige jaarlijksche recognitie bereid zou zjjn, en inmiddels aan te houden de behandeling der voordracht van 13 Augustus jl. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financien. N*. 285. Leiden, 5 September 1892. In de Raadszitting van den 21en April 1892 werd voor het aan schaffen van een nieuwen stoomketel voor het Liernurstelsel ter ver vanging van den ouden, welke door den Inspecteur van het stoomwezen was afgekeurd en voor het doen van herstellingen aan de machine aldaar, een crediet van ongeveer 1300 toegestaan. Bljjkens rapport van den waarn. Gemeente-Architect is de ketel door de Kon. Ned. Grofsmederij in zeer goede orde opgeleverd en hebben de herstellingen plaats gehad, terwijl de kosten hebben be dragen voor den ketel f 700 en voor de machine f 430 te zamen f 1130. Wij hebben thans de eer Uwe Vergadering voor te stellen in voor melde uitgaaf te voorzien door af- en overschrijving van genoemd bedrag uit Volgn. 178 der begrooling «Onvoorziene Uitgaven" op Volgn. 98 «Reiniging van riolen, stelsel Liernur" en den betrekkelijken staat, welke hiernevens is gevoegd, te dien einde vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N4. 286. Leiden, 8 September 1892. Tengevolge van de benoeming van den heer D. Stigter tot stads- genees- en heelkundige is vacant geworden de betrekking van adjunct stads-genees- en heelkundige. Onder mededeeling dat de heer J. M. W. Kramer, arts alhier, verzocht heeft voor de opengevallen betrek king in aanmerking te komen, geven wij Uwe Vergadering in over weging tot de benoeming over te gaan van eenen adjunct-stads- genees- en heelkundige voor den tijd drie jaren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N4. 287. Leiden, 8 September 1892. Evenmin als bjj de hoofden der scholen 3e klasse n4. 3 en 4 be staat er bij ons bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek van inej H. C. Karstens, om ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de bovengenoemde scholen, wes halve wij U in overweging geven aan adressante eervol ontslag uit hare genoemde betrekking te verleenen met ingang van 1 October a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Hendrika Christina Karstens, onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de open bare lagere scholen der 3e klasse n4. 3 en 4, alhier; dat zij hare be trekking wenscht neêr te leggen; reden waarom zij U verzoekt, haar eervol ontslag te verleenen tegen 1 October e. k. 't Welk doende enz., Leiden, 31 Augustus 1892. H. C. Karstens. Leiden, 5 September 1892. In antwoord op Uwe apostille van 1 Sept. jl. n4. 3268 hebben wij de eer U te berichten, dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen het verzoek van Mej. H. Chr. Karstens, om tegen 1 October e. k. uit hare betrekking eervol ontslag te bekomen. Aan den Heer Burgemeester De hoofden der Openbare Scholen der gemeente Leiden. der 3e klasse n4. 3 en 4, J. Wüïster. H. C. Van der Hetde. N°. 388. Leiden, 4 September 1892. Daar het aantal leerlingen in de 2e klasse van het Gymnasium bij den aanvang van dezen cursus 26 bedroeg, zjjn wjj ingevolge art. 2 van het K. B. van 21 Juni 1887 (Stbl. n°. 105) moeten overgaan tot eene splitsing dier klasse in twee parallelklassen. Tengevolge dier splitsing zal thans voor den loopenden cursus tijdelijk een leeraar in de oude talen moeten worden benoemd, en zulks op eene jaarwedde van f 1300. Wij wenschen U ter benoeming voor te dragen den heer H. J. F. A. Wansink, candidaat in de klassieke letteren aan de Universiteit alhier, die naar het oordeel van ons medelid den heer Prof. Van Leeuwen alleszins voor deze tjjdelijke waarneming geschikt is. Ook de Inspecteur der Gymnasia, wiens advies wjj hierbij in afschrift overleggen, kan zich met onzen wensch geheel vereenigen. Daar volgens art. 17 van de Wet op het Hooger Onderwijs aan den Gemeenteraad eene aanbevelingslijst van benoembaren moet worden toegezonden, zouden wij in de tweede plaats willen noemen den heer C. R. Vermaas, candidaat in de klassieke letteren, wonende te Leiden. Mitsdien hebben wij de eer U ter benoeming voor te dragen: i4. H. J. F. A. Wansink, candidaat in de klassieke letteren, wonende te Leiden 2". C. R. Vermaas, candidaat in de klassieke letteten, wonende te Leiden. Aan den Gemeenteraad Curatoren van het Gymnasium te Leiden, van Leiden. P. L. Rijke, loco Voorzttter. O. W. Sipkes, Secretaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 3