75
Zitting van Donderdag 30 Juni 189S,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1". Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de Leerschool. (195)
2°. Idem van een Commissaris der Bank van Lecning. (213)
3®. Idem van een tijdelijk lid der Commissie van Financiën. (214)
4°. Verzoek van R. Jesse Rz om continuatie als stads-apotheker. (202)
5®. Staat van al' en overschrijving op de begrooting, dienst 1892,
verbetering aan de voormalige brug over de Binnenvestgracht bij
de Mare. (171 en 210)
6®. Verslag van den toestand der Stedelijke Gasfabriek over 1891.
7°. Voorstel betrekkelijk de verzekering van werklieden tegen on
gelukken. (73 van 1890, 134 van 1891, 73, 163 en 211)
8®. Verzoek van F. Van Romburgh, om eene stoep te leggen Haar
lemmerstraat. (198)
9°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begroo
ting, dienst 1891, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis.
('99)
10®. Verzoek van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging
tegen de prostitutie in zake de reglemcntcering der prostitutie.
(201)
11°. Voorstel betrekkelijk de regeling der jaarwedden van de ambte
naren ter Secretarie, roet staat van af- en overschrijving op de
begrooting, dienst 1892. (203)
12®. Idem betrekkelijk de tijdelijke aanstelling van cene leerares in
hel üuitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (204)
13'. Verzoek van W. Den Hengst, om terugbetaling van schoolgeld,
lager onderwijs. (205)
14°. Idem als voren van de Wed. P F. L. Van SchaikHopman. (206)
15®. Idem als voren van Mr. C. A. Valk, (Middelbaar en Lager on
derwijs). (209)
16®. Voorstel tot ondcrhandsche verpachting van de tienden onder
Leiderdorp. (207)
17°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begroo
ting. dienst 1892, (bediening van de Spanjaardsbrug). (208)
18®. Voorstel om de bovenzaal der Gehoorzaal te gebruiken voor de
tentoonstelling van teekeningen der Hoogere Burgerschool voor
Jongens. (215)
19°. Idem betrekkelijk de herstelling van eenige brandkranen. (216)
20°. Voorstel betrekkelijk de aansluiting van het kantoor van den
paardentram aan den Telefoon in verband met het gebruik van
paarden voor de stoombrandspuit. (217)
21®. Verzoek van A. J. Van Gemert, om eervol ontslag als leeraar aan
de Kweekschool voor Onderwijzers. (197)
22°. Idem van J. Stol, om een sloepzerkje te leggen voor het perceel
Oude Vest n®. 59. (208)
23°. Bezwaarschriften tegen de suppletoire kohieren der plaatselijke
directe belasting, dienst 1891. (177)
Tegenwoordig waren 22 leden, als de heeren: Kaiser, Was, Dek-
huyzen, Du Rieu, Drucker, Verhey van Wijk, Van Lidth de Jeudc,
Van Reenen, Koetser, Tieleman, Le Poole, Fockema Andreae, Van
der Breggen, Siegenbeek van Heukelom, Zaalberg, Driessen, Juta, Van
Hamel, Cock, Hasselbach, De Goeje en Van Hoeken, benevens de
Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heerenSchneither, De Sturler,
Zillesen en Verster van W'ulverhorst.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 16
Juni worden gelezen en goedgekeurd.
(De heeren Van Hamel, Was, Hasselbach en De Goeje komen ter
Vergadering.)
De Voorzitter deelt mede dat zyn ingekomen:
1°. Missive van den heer Dr. M. C. Dekhuyzeri, dd. 17 Juni jl.,
houdende mededeeling dat hy de benoeming tot tijdelyk Wethouder
aanneemt.
Deze missive is van den volgenden inhoud:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Onder dankbetuiging voor het in hem gestelde vertrouwen heeft
ondergeleekende de eer U mede te deelen dat hij zijne benoeming
tot tijdelijk Wethouder, waartoe Gij in Uwe Vergadering van 16 Juni
II. zijl overgegaan, gaarne aanneemt.
Met vcrschuldigden eerbied,
Leiden, 17 Juni 1»92. Uw üienstw. Dienr.,
M. C. Dekhuyzen.
2'. Missive van de Ged. Stalen van Zuid-Holland dd. 20/25 Juni jl.,
B. n®. 1746 (3de aid G. S. n°. 13, ten geleide van het goedgekeurd
kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1892.
3°. Dispositie van de Ged. Stalen van Zuid-Holland dd. 21/27 Juni
jl., B. n®. 1743 (3de afd.) G. S. n°. 100/1, ten geleide van het goed
gekeurd Raadsbesluit van 21 April jl., houdende vaststelling van het
tarief voor de ondcrhandsche verhuring van de loods voor het uit
kloppen van kleeden aan den Vestwal aan hel einde der Oost-
Havenstraat.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Nader verzoek van W. G. II. Scheller, om vrijgesteld te worden
van de betaling van Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1891.
2°. Verzoek van HH. regenten van het Höpilal Wallon tol het doen
aansluiten van een nieuw riool van de perceelen Papengracht 13 en
15 aan het stadsriool aldaar en het leggen van eene stoep vóór die
perceelen
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3®. Rekening en verantwoording, dienst 1891, van de Stedel. Werk
inrichting.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
4°. Adres van J. B. Meijnen, houdende verzoek om ontheffing van
de betaling van schoolgeld over het laatste kwartaal 1892/93, voor
zijne pupil G. P. C. Ilarmsen, vroeger leerling van het Gymnasium.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
5°. Suppletoire begroolingen en staten van af- en overschrijving,
beide dienst 1891, van de Roomsch-Kath. armen en het Wees- en
Oudcliedenhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
6°. Voordracht ter benoeming van 3 leden van het bestuur der
Sled. Werkinrichting, wegens periodieke aftreding.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een tweeden onderwijzer aan de Leerschool.
(Zie Ing. St. n®. 195.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Le Poole, Hasselbach en De
Goeje verzoeken met mij het stembureau uit te maken.
De uitslag der stemming is dat met 19 steramen wordt benoemd
de heer A J. J. Verbrugge, op den heer C. Huge was uitgebracht 1
stem, terwijl 1 blanco biljet was ingeleverd.
II. Idem van een Commissaris der Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n®. 213.)
Benoemd wordt met algemecne stemmen de heer H. W. F. Bakker.
III. Idem van een tijdelyk lid der Commissie van Financiën.
(Zie Ing. St. n®. 214.)
Er worden bij deze stemming 22 briefjes in de bus gevonden, zijnde
één meer dan het aantal tegenwoordige leden.
Benoemd wordt met 16 stemmen de heer Verhey van Wijk. De heer
Van Hamel verkreeg 2 stemmen, de heeren Verster, Van Reenen en
Siegenbeek van Heukelom ieder 1 stem, terwyl 1 blanco biljet was
ingeleverd.
De heer Verhey van Wijk verklaart zich bereid de benoeming aan
te nemen.
(De heer Van Hoeken komt ter vergadering.)
IV. Verzoek van R. Jesse Rz., om continuatie als stads-apotheker.
(Zie Ing. St. n'. 202.)
Wordt met 21 stemmen als zoodanig gecontinueerd, 1 biljet was
in blanco.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
V. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1892,
verbetering aan de voormalige brug over de Binnenvestgracht by de
Mare,
(Zie Ing. St. n°. 171 en 210.)
De heer Hasselbach. Ik geloof niet, dat het wenschelijk kan zijn,
de verbetering van den toestand onnoodig nog een jaar te verschuiven,
reeds twee jaar is die onhebbelijke toestand daar geweest. Het is
een onderdeel van hetgeen later verricht moet worden, en ik geloof
dat hel dus noodzakelijk en billijk is, dat er eene opruiming plaats
hebbc van heel wat vuil, waardoor een toestand veroorzaakt wordt,
die gevaarlijk is voor de schoolgaande kinderen. Het geldt toch cene
kleine uitgave van 50, waardoor heel wat verbetering in den toe
stand kan gebracht worden.
De heer Drucker. De Commissie van Financiën heeft tegen het
aanhangig voorstel bezwaar gemaakt niet uit het oogpunt van het
aanzienlijk bedrag; maar omdat men ook op de kleintjes moet passen.
Hel is ons voorgekomen, toen wij den toestand zijn gaan zien, dal het
werk in ieder geval niet zoo dringend is, dat er nu toe behoeft te
worden overgegaan, terwijl het plan beslaat in 1893 eene meer om
vattende verandering aan te brengen. Nu het eenmaal drie jaar zoo
geweest is, kwatn het ons voor, dat wel kon worden gewacht totdat
de geheelc zaak onderhanden wordt genomen en men dus niet be
hoeft te beginnen met 50 uit te geven voor eene verbetering, die
wel wenschelijk is, maar in ieder geval niet zóó dringend noodzakelijk,
dat de Commissie niet in overweging geven inoesl de zaak voorloopig te
laten rusten, en die later te bespreken, wanneer men komen kan tot
een meer blijvende verbetering.
De Voorzitter. Naar aanleiding van hel door den heer Drucker
gezegde, moet ik de opmerking maken dat het veel scheelt wanneer
men dien toestand gaat zien. Gaat men daar heen in een lyd van
veel regen, dan vindt men er het meeste vuil, terwijl de toestand
zich beter voordoet, als het eenigen tijd goed weer geweest is. Dade
lijke verbetering zal ook niet ineer geld kosten, daar wat nu gedaan
wordt, een volgend jaar onnoodig zal zijn. De gemeente heeft dus
geen belang bij uitstel, maar er gaat een jaar mee heen: en nu er
geen financieelc gevolgen aan verbonden zijn, waarom dan een toe
stand langer te laten voortduren, die in ieder geval verkeerd is?
De heer Van Moeken. Niettegenstaande ik reeds in de Commissie
van Fabricage voor haar advies heb gestemd, ben ik toch eenigszins
van gevoelen veranderd. Ik geloof met den heer Drucker, dat het beter