DONDERDAG 16 JUNI 1892.
letten, en misschien zullen w(j er eenigen, die 't niet gewoon zijn,
toe brengen om mee te doen met hen, die een flesch koopen. Op
die manier zouden wij het kwaad slechts in de hand werken, en
wy doen daarom misschien 't best het te laten zooals 't nu is.
De heer Van Hoezen. Wanneer ik mij aangesloten heb bij de
denkbeelden van den heer Was, dan heb ik dit gedaan met het oog
op de zoogenaamde liefhebbers die aan den gewonen feestdag om te
drinken nog niet genoeg hebben, en er den volgenden morgen nog
by willen nemen. Voor die enkelen zou de maatregel dan toch
in elk geval helpen.
De Voorzitter. De weg zal voor hen afgesneden zijn om in de
kroeg drank te krygenmaar juist de drinkebroers die de heer Van
Hoeken op het oog heeft, zullen dan wel op eene andere wijze aan
drank zien te komen. Dergelijke lieden belet men door zulk een
maatregel het drinken toch niet.
De heer Hasselbach. M. d. V.! Ik geloof dat men door de voorge
stelde regeling om het eene kwaad te vermijden het andere in de
hand zal werken. Wanneer de raenschen 's morgens om 6 uur
niet ergens een borrel kunnen drinken, dan zullen de echte liefhebbers
eenvoudig wat later naar de kroeg gaan, bij voorbeeld om 3 uur
want de trek naar drank gaat door dat uitstel toch niet over. Of
zij zullen de jenever in een flesch mede op het werk nemen, wat
juist het grootste gevaar is. Want raenschen die zoo 's morgens een
borrel pakken zijn met degenen die het meest aan den drank ver
staald zyn; het meest zijn zij te vreezen die den drank in een flesehje
medebrengen. En juist dit laatste zouden wy in de hand werken
door de opening der kroegen op een later uur te stellen.
De heer Drucker. M. d. V.! Tegen hetgeen de heer Hasselbach
zooeven zeide zou men kunnen aanvoeren, dat bjj die om 8 uur naar
een kroeg zou loopen om een borrel te drinken, dit ook wel zal doen
al kan hy, zooals nu, er reeds om 6 uur een krygen. Wellicht zelfs
nog eerder, omdat hij er dan den smaak al van beet heeft!
Indien dergelijke maatregelen werkelijk niet helpen omdat de raen
schen de jenever in huis kunnen nemen in fleschjes, dan zouden ook al de
maatregelen door de drankwet genomen niets baten. En toch, wat
heeft men gezien? Dat het aantal gelegenheden waar men drank kan
krijgen hier ter stede is gedaald van 349 tot 229. Dat is nog al eene
aanzienljjke vermindering. En die vermindering heeft er toe geleid,
j i k° ,j consumPlie is afgenomen. Ik koester de hoop, dat het
denkbeeld, door den heer Was aangegeven, in die richting ook wel
iets goeds zou uitwerken, en zal gaarne een eventueel voorstel, door
hem in dien geest ingediend, ondersteunen.
De heer Was. M. d. V.! Wil deze discussie eenig praktisch nut
opleveren, dan dient evenwel een voorstel gedaan te worden. Ik heb
er reeds op gewezen dat dit echter met eenige moeielijkheid gepaard
gaat, omdat wij op dit oogenblik bezwaarlijk een artikel van de
rolitie-Verordening kunnen gaan wijzigen. Het beste is daarom geloof
i"Lke"j u ,k thans V00r' dat de Raad "Spreke de wensche-
lykheid om het openingsuur der tapperijen met één uur te verlagen,
derhalve te stellen 's zomers op 7 en 's winters op 8 uur, en aan
Burg. en Weth. en aan de Commissie voor de Strafverordeningen op
draagt eene wijziging van art. 167 der Politie-Verordening in dien
geest te ontwerpen.
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en aangenomen met 13
tegen 8 stemmen, die van de leden Van der Breggen, Zaaijer, Van
Juta JeUdC' Verhey van Wijk' De GoeJe' Hasselbach, Cock en
Het aldus gewijzigde voorstel van Burg. en Weth. wordt daarop
zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zoodat is besloten; aan
adressanten te kennen te geven dat er geen aanleiding bestaat om
van gemeentewege maatregelen te nemen als door hen bedoeld ten
aanzien van het aantal vergunningen, doch dat Burg. en Weth zijn
uitgenoodigd eene wijziging der Algeraeene Politieverordening te
ontwerpen, strekkende om daarin eene bepaling op te nemen dat
het openingsuur van tapperijen wordt gesteld des zomers te zeven
uren en des winters te acht uren.
XX. Voorstel tot het verleenenvan afschrijving of terugbetaling
van Plaatselyke Directe Belasting, dienst 1891.
(Zie Ing. St. n#. 187.)
Zonder hoofdelijke stemming wordt tot de voorgestelde afschrii vine
of terugbetaling besloten.
XXI. Het Kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1892.
(Zie Ing. St. n#. 187.)
Zonder hoofdeljjke stemming wordt besloten het kohier vast te
stellen op een bedrag van f 179004.01.
XXII. Staat van af- en overschrving op de begrooting, dienst 1891,
ter voorziening in de kosten, tot een bedrag van f 10220.15.
(Zie Ing. St. n*. 185 en 196.)
Na discussie omtrent de maatregelen te nemen tegen het over
vloedig gebruik van duinwater op de scholen, wordt zonder hoofde-
lyke stemming besloten den staat van af- en overschrijving vast te
stellen. D
XXIII. Verzoek van J. J. Van der Wejjde, om vrijstelling of terug
betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwjjs.
(Zie Ing. St. n*. 188.)
beWS zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
XXIV. Verzoek van J. G. Jerschavek, om terugbetaling van school
geld, Lager Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 189.)
71
beschikt Z°nder beraads,aS'"g o( hoofdelijke stemming gunstig op
aaX^KSluat Van-af' 60 overschrijving op de begrooting, dienst 1892,
JongensherStelllng Van 8loelen in de Hoogere Burgerschool voor
(Zie Ing. St. n°. 190 en 193.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten dien
staat vast te stellen.
XXVL Het voorstel betrekkelijk de verzekering van werklieden
tegen ongelukken.
(Zie Ing. n* 73 van 1890,134 van 1891, 73 en 163, alsmede Zittines-
verslag van 31 Maart 1892.) 8
Wordt, nadat door den Voorzitter namens het Dagelijksch Bestuur
eenige amendementen zijn voorgesteld, na discussie, door den heer
Ue Goeje als motie van orde voorgesteld de verdere behandeling van
de zaak aan te houden en Burg. en Well, uit te noodigen hun
voorstel tot wijziging van het ontwerp der Commissie voor de Huis-
le°'deden* er0rdenmSen in druk aan de leden van den Raad mede
Dit voorstel voldoende ondersteund, wordt aangenomen met 14
tegen 7 stemmen die van de leden: Was. Zaaijer, Van Hamel, Van
Lid lb de Jeude, Dnessen, Cock en kaiser.
XXVII. Rekening over 1891 van de Bank van Leening.
(Zie Ing. St. n". 172.)
De heer Cock verlaat tydelijk de vergadering.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XXVIII. Verslag van den toestand der Stedelijke Gasfabriek over 1891.
vei^aderina"de'in^ *>Unt WOrdt "''gesteld tot eene volgende
XXIX. Rekening over 1891 van de Stedelijke Gasfabriek.
(Zie Ing. St. n*. 192.)
De Voorzitter en de heer Kaiser verlaten gedurende de behande
ling van deze rekening de vergadering.
De heer Juta bekleedt het voorzitterschap.
De heer Drucker. Ik wensch thans niets anders te doen dan de
bijzondere aandacht van Burg. en Weth. te vestigen op de opmer-
kingen die door de Lommissie van Financien omtrent deze rekening
zijn gemaakt. In haar rapport heeft zij op een punt gewezen dat
alleszins door Burg. en Weth. verdient te worden toegelicht. Aan
gezien dit punt echter geen onmiddellijken invloed uitoefent op de
vaststelling van de rekening, hebben wij onvoorwaardelijk geadvi-
seerd de rekening goed te keuren. De door ons verlangde toelich-
ng zouden wij evenwel gaarne nu of later van Burg en Weth
ontvangen.
De Voorzitter. Burg. en Weth. zullen de verlangde inlichtingen
aan de Commissie verstrekken.
De rekening wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De heer De Laat de Kanter herneemt het voorzitterschap.
i -iXXjr Rei,y'a^rsc''r'ften tegen de suppletoire kohieren der plaatse
lyke directe belasting, dienst 1891.
(Zie Ing. St. n". 177.)
De behandeling hiervan wordt wegens het ver gevorde uur uitge
steld tot eene volgende vergadering
sio^raand Ineer het woord verlangende, wordt de vergadering ge-
Vermits de stenografische aanteekeningen van de discussien ge
voeld by de punten XXII en XXVI door een der stenografen, ook
na herhaalde uitnoodiging, niet zijn teruggezonden, kan van die dis-
cussien geen verslag worden opgenomen.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Mdrb