GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
57
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 191. Leiden, 13 Juni 1892.
Vermils de Wethouder Mr. J. J. Schncilher reeds sedert geruimen
tijd ongesteld is en alzoo bij evenlueele afwezigheid van den Burge-
ïneester of een der andere Wethouders liet College niet bevoegd is
besluiten te nemen, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot
de benoeming van een tijdclijken Wethouder over ie gaanen zulks mei liet
oog op art. 90 der Gemeentewet, krachlens welke bepaling o. a. de V\ et-
houder, die ongesteld is, zoo noodig, wordt vervangen door een ander
lid van den Haad, door dezen te benoemen.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 192. Leiden, 11 Juni 1892.
Onze Commissie heeft zich bezig gehouden met het onderzoek van
de rekeningen der Stedelijke Gasfabriek. Bedenkingen zijn Hj ons
niet gerezen. Tot toelichting van een der hoofdcijl'ers, moeten wij er
op wijzen, dal het nadeelig saldo van f 10329.34, waarmede de ex
ploitatie- of kasrekening over 1891 sluit, groolendeels zijn oorsprong
en zijne verklaring vindt in de omstandigheid, dat men gemeend
heelt in 1891 een bijzonder grooten voorraad steenkolen te moeten
opslaan, zoodat het jaar 1891. hetwelk werd begonnen met een in
ventaris van 774523 kilogram, eindigde met cene hoeveelheid van
4370000 kilogram,
Wat betreft de bijzondere werken voor rekening van het uitürei-
dines- en vernieuwingsfonds, waartoe door U werd besloten in de
Vergadering van 18 September 1890, zoo blijkt uit de rekening niet,
dat deze, voor zoover ze werden uitgevoerd, minder hebben B«kost
dan destijds werd geraamd, liet komt ons derhalve voor. dat de
meening, onlangs door Burg. en Weth. uitgesproken in ïunne
voordracht van 28 Januari 1892 (Ing St. n°. 31) waarvan de behan
deling is verdaagd volgens Uw besluit van 3 Maart 11. dat na"™®'U
het destijds toegestane bedrag van 153900 met ongeveer 25
zou kunnen worden verminderd, wel eenige nadere toelichting be
hoeft. Ofschoon deze opmerking geen aanleiding geeft tot het doen
van een voorstel omtrent de thans aanhangige rekening, achten wij
ons toch verplicht ze bij deze gelegenheid onder Uwe aandacht te
De Commissie van Financiën stelt U voor, de rekening der Gas
fabriek over 1891 goed te keuren, de exploitatierekening in ontvangst
tot eene som van 356088.90^ in uitgaaf tol een bedrag vari 366418.24*
en alzoo sluitende met een nadeelig saldo van 10329.34, en de
rekening van het uitbrcidings- en vernieuwingslonds in ontvangst
tot een bedrag van 1I7G92 65*. en in uitgaal tot een bedrag van
93975.39 en alzoo sluitende met een voordeeling saldo van 2.47 J '.205,
onder bepaling dat hecren Commissarissen gehouden zijn die beide
saldo's over te brengen in hunne respectieve eerstvolgende rekeningen.
Wat het batig saldo betreft, dat volgens de rekening bedraagt
f 50087.97' stelt zij U voor dat bedrag te doen storterTin de ge
meentekas.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën
N'. 193-
Leiden, 11 Juni 1892.
N°. 195. Leiden, 13 Juni 1892.
Ter vervulling van eene vacature aan de school der 2e klasse voor
jongens en meisjes (Leerschool bij de Kweekschool voor onderwijzers)
hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij eene voordracht aan te
bieden, opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziencr
na ingewonnen bericht van het hoofd der school ter benoeming van
een tweeden onderwijzer, op een jaarwedde van 700, als:
1°. A. J. J. Verbrugge,
2°. G. Huge en
3°. J. J. Menkema, allen onderwijzer aan openbare scholen in deze
gemeente
Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten ter inzage in de
Leeskamer zijn nedcrgelegd, nemen wij de vrijheid U te verzoeken
tot eene benoeming over te willen gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geen bezwaar bestaat legen de voorstellen
van Burg. en Weth.
1". van 19 Mei 1892 in zake de vernieuwing van de goot en enkele
bijkomende werkzaamheden aan het schoolgebouw der 4e klasse n°. 2
in de Brandewijnsteeg;
2°. van 19 Mei 1892 lot het doen herstellen van de stoelen in de
leeraarskamer van de Hoogere Burgerschool voor Jongens, toebe-
hoorende aan het genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix, waarvan
de kosten voor de helit door de gemeente moeten worden gedi agen
3°. van 19 Mei 1892 tot het herstellen van verzakkingen in het
voetpad langs den Hoogen Rijndijk..ui
4-! van 30 Mei 1892 in zake het voorzien der ramen in de school
in de Van-der-Werfstraat van ijzerdraadgaas, ter voorkoming van het
inwerpen van glasruiten;
5». van 2 Juni 1892 lot het doen uitdiepen en uitbaggeren van de
sloot langs den Witten Singel;
en 6°. van 2 Juni 1892 in zake de plaatsing van een slraatdrinkkraan
tegen het huisje van den badknecht bij de openbare zwemplaats aan
de voormalige Heerenpoort.
De Commissie heeft derhalve de eer U voor te stellen genoemde
voordrachten aan te nemen en de overgelegde staten van al-en over
schrijving respectievelijk 150, f 15, 300, f 75, 100 en 70 e-
dragende, op de begrooting, dienst 1892, vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 199.
Leiden, 14 Juni 1892.
Uuze Commissie heeft kennis genomen van de voordracht van Burg.
en Weth. van 2 Juni 11., strekkende tol verhooging van verschillende
artikelen der Begrooting voor 1891 met een gezamenlijk bedrag van
10220.15 en afschrijving van een gelijk bedrag van verschillende
andere artikelen dier begrooting.
Onder de voorgestelde verhoogingen zijn er twee, die meer bijzonder
onze aandacht hebben getrokken.
Wat post 129 aangaat, zoo komt ons deze uitgaaf van f 450 voor
herstelling van ingeworpen ruiten zeer hoog voor. Wij spreken de
hoop uit, dat maatregelen zullen worden beraamd om, strenger nog
dan tot dusver, deze beschadiging te keeren.
Bij Volgn. 97 .Kosten van het verstrekken van en aanleg voor
duinwater" is de raming met een aanzienlijk cijfer, 947.33 over
schreden en de uitgaaf veel hooger geklommen, dan zij in vorige
jaren bedroeg. Welke de redenen daarvan zijn, vonden zij in de
Toelichting niet vermeld.
Terwijl wij vertrouwen dat Burg. en Weth. laatstgenoemd punt
op voldoende wijze nader zullen ophelderen, geven wij aan Uwe
Vergadering in overweging, overeenkomstig de voordracht te besluiten
en vast té stellen den 'daarbij overgelegden staat van af- en over
schrijving op de begrooting, dienst 1891.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 194. Leiden, 11 Juni 1892.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de voor-
dracht van Burg. en Weth. van 23 Mei jl. in 2ake de kosten der be
diening van de Spanjaardsbrug, van Augustus tot en met December
Zij geeft U daarom in overweging om den daarbij overgelegden
suppletoiren staat van begrooting, dienst 1891, strekkende tot ver
hooging dier begrooting in ontvangst en uitgaaf met b34.9l> vast
te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 197. Leiden, 14 Jun 1892.
Onder overlegging van nevensgaande stukken hebben wij de eer
Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons geene beden
kingen bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van A. J. Van
Gemert 0111 eervol' ontslag uit zijne betrekking van leeraar aan de
Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen.
Wij geven U derhalve in overweging het gevraagd ontslag eervol
te verleenen met ingang van 1 September a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de HH. Leden van den Gemeenteraad te Leiden.
EdelAchtbarei Heeren
Den eersten September e. k. hoop [ik op te treden als hoofd eener
bijzondere school te 's Gravenhage. Om deze reden verzoek ik u
beleefd, mij tegen dien datum eervol ontslag te verleenen als leeraar
aan de Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen.
Met de meeste hoogachting noem ik mij
EdelAchtbare Heeren,
Uw onderdanigen dienaar,
Leiden, 13 Juni 1892. A. J. Van Gemekt.
Leiden, 21 Mei 1892.
Ter voldoening aan de uitnoodiging, vervat in Uwe apostille van
heden n°. 1891 heb ik de eer U te berichten, dat de heer A. J. Van
Gemert met talent en toewijding zijne lessen aan de leerlingen der
Kweekschool gegeven en daardoor verdiend heeft, dat het gevraagd
ontslag hem op 'de meest eervolle wijze verleend worde.
Tegen den in het adres genoemden datum bestaat naar mijn inzien
geen bezwaar.
De Directeur der Kweekschool
voor Onderwijzers en Onderwijzeressen,
J. A. Van Dijk.
's Gravenhage, 25 Mei 1892.
Naar aanleiding van nevenvcrmeld schrijven en met terugzending
der stukken, heb ik de eer U te berichten dat ik mij geheel ver-
eeni"en kan met het rapport van den Directeur der Kweekschool en
alzoo adviseer den beer 4. J. Van Gemert op eervolle wijze ontslag
te verleenen met ingang van l September e. k.,
Aan HH Burg. en Weth. De Schoolopziener in het district
van Leiden. Gravenhage,
W. Van Makken.
Aan den Heer Burgemeester
der gemeente Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.