51
grachten zoude verbeteren, doch het blijft de vraag of één etmaal
dan wel veel langer tijd zal moeten worden gemalen. Mocht bet
noodig blijken dat het malen lang achtereen en herhaaldel ,k moet
geschieden, dan zoude inderdaad de uitgaven te bezwarend worden.
Verder blijven nog onderscheidene vragen onbeslist, o. a. of de te
verkrijgen stroom sterk genoeg za! wezen 0111 de grachten schoon
te schuren of wel alleen de modder zal losmalen zonder haar te
verwijderen, of de stroom zich voldoende zal doen gevoelen in de
dwars- en zijgrachten als: Levendaai, Rapenburg, Uiterste- en Middel
stegrachten, welke de reiniging het meest behoeven.
Het is toch bekend dat de Haagsche waterverversching op deze
punten nog weinig bevredigende resultaten heeft opgeleverd.
Op grond van een en ander komt het ons niet wenschelijk voor
om van Rijnland's stoomgemaal gebruik te maken voor de water
verversching.
Inmiddels is met het oog op de mogelijkheid dat Uwe Vergadering
tot het nemen van eene proef mocht hesluiten, aan Dijkgraaf en
Hoogheemraden van Rijnland verzocht aan de Vereenigde Vergadering
de noodige machtiging te willen aanvragen oui het stoomgemaal ook
buiten Rijnland's dienst te doen werken onder de bovenomschreven
voorwaarden, wanneer de Gemeenteraad mocht verlangen dat daar
mede eene proeve worde genomen in het belang van de waterver
versching der grachten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 167. Leiden, 19 Mei 1892.
Blijkens bericht van de Commissie van Fabricage doen zich in het
voetpad langs den Hoogen Rijndijk verschillende verzakkingen voor,
doordat de slootkant onder de waterlijn is uitgespoeld.
Het voornemen bestaat oin bij de begrooting voor 1893 het noodig
bedrag voor verder strekkende maatregelen aan te vragen.
Inmiddels is een aanvang gemaakt met de plekken, welke gevaar
kunnen opleveren, van eene schoeiing te voorzien; dit kan gedeeltelijk
geschieden door den op de buitenwegen aangestelden timmerman met
voor dergelijke werken beschikbare materialen. Genoemde timmerman
heeft echter daarbij de hulp van eenige andere werklieden noodig,
terwjjl het wenschelijk is het aanwezige materiaal niet uilsluitend aan
den Hoogen Rijndijk te verwerken. Voor een en ander wordt thans
noodig geacht een bedrag van 300 zoodat wij Uwe Vergadering in
overweging geven daarin te voorzien door vaststelling van den hierbij
overgelegden staat van af- en overschrijving op de begrooting voor
dit jaar, strekkende tot verhooging van Volgn. 89, onderhoud van
wegen en voetpaden met 300, te vinden door afschrijving van den
post voor Onvoorziene Uitgaven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N'. 168. Leiden, 23 Mei 1892.
Bij onze Commissie zijn geene bezwaren gerezen tegen de voordracht
van Burg. en Weth. van 19 Mei 1892 in zake herstelling aan de Kip-
penbrug bij de Vrouwensteeg.
Wij geven alzoo aan Uwe Vergadering in overweging, bedoelde voor
dracht aan te nemen, en vast te stellen den daarbij overgelegden staat
van af- en overschrijving strekkende tot verhooging van volgn. 91
Onderhoud van bruggen en overzetveren der begrooting 1892 met
f 58.te vinden door afschrijving van een gelijk bedrag van den
post voor Onvoorziene Uitgaven.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N®. 169. Leiden, den Mei 1892.
De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering te
berichten dat zij geene bedenkingen beeft tegen den ten fine van
onderzoek in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting
en staat van af- en overschrijving, voor het jaar 1891, betreffende
de btedelijke Werkinrichting alhier, sluitende in ontvangst en uit
gaaf quitte.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N#. 170. Leiden, 27 Mei 1892.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van den Hoogleeraar
Dr. W. H. Kosters, hebben wij de eer U mede te deelen dat de
zoon van adressant Jan Kosters sedert 25 April jl. de lessen van bet
Gymnasium geregeld volgt, de dochter E. Kosters den 16 Mei jltot
de lloogere Burgerschool voor Meisjes is toegelaten en de dochter
J. H. Kosters sedert Mei de Meisjesschool le kiasse bezoekt.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
1°. aan adressant vrijstelling of terugbetaling te verleenen van
schoolgeld voor een zoon, leerling van het Gymnasium, en voor eene
dochter, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, over de eerste
twee kwartalen van den cursus 1891/92;
2°. aan adressant wegens vestiging in de gemeente terugbetaling
te verleenen van schoolgeld voor eene dochter, leerlinge der Meisjes
school le klasse, over de maand April 1892 tot een bedrag van f 5.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekende, door den Gemeente-Ontvanger verwittigd, dat
door hen) verschuldigd is;
1°. een jaar schoolgeld voor zijn zoon Jan, leerling op het Gymna
sium alhier, zijnde f 100;
2°. schoolgeld over drie maanden voor zijne dochter Johanna
Hermina, leerlinge der Meisjesschool le klasse alhier;
3 een jaar schoolgeld voor zijne dochter Ennie, leerlinge Hoogere
Burgerschool, verzoekt, daar zijn zoon eerst 25 April, zijn dochtertjes eerst
16 Mei jl. leerlingen van genoemde inrichtingen van onderwjjs ge
worden zijn, restitutie van een gedeelte van het betaalde schoolgeld,
en wel voor den eerste voor 2 kwartalen, zijnde50, voor de tweede
over ééne maand, zijnde f 5, voor de derde over twee kwartalen
zijnde 30.
Leiden, 20 Mei 1892. W. H. Kosters.
N®. 171. Leiden, 19 Mei 1892.
Tot voor eenigen tijd lag een buis van de waterleiding langs de
voormalige brug over de Binnenvestgracht en de Mare tusschen de
Broodfabriek en het woonhuis van den heer Kuiper. Nu deze buis
weggenomen 's> komt het wenschelijk voor een verandering in den
toestand le brengen. De knik welke daar in de straat bestaat door
de handhaving van het gewelf der brug, dient te worden weggeno
men en een geleidelijke oprit gemaakt. Bij de begrooting voor 1893
zullen daaromtrent de noodige voorstellen worden gedaan, doch in-
lusschen is de plaats van de buis nu een verzameling van vuil en
verdient het aanbeveling hierin verandering te brengen door dit
stukje grond te overwulven en te bestraten, de balie weg te nemen
enz. De kosten zullen ongeveer f 50 bedragen, met welk bedrag het
artikel straten en pleinen, zou moeten verhoogd worden.
Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver
gadering in overweging tot vaststelling over le gaan van den hierbij
overgelegden staat van af- en overschrijving Op de begrooling voor
dit jaar, strekkende tot verhooging van Volgn. 88. Onderhoud van
straten en pleinen met f 50, te vinden door afschrijving van den
post voor Onvoorziene Uitgaven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 172. Leiden, Juni 1892.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be
richten, dat het onderzoek der in hare handen gestelde rekening en
verantwoording van de Stadsbank Leening over 1891 tot geene be
denkingen heeft geleid.
Zij stelt U daarom voor die rekening goed te keuren in ontvangst
ad /279355.29s, in uitgaaf ad /"277294.27s, alzoo opleverende een saldo
van f 2061.02, waarvan in de eerstvolgende rekening door HH. Com
missarissen verantwoording zal behooren te worden gedaan.
Verder geeft zij U in overweging het dividend ad /"589.52 in de
gemeentekas le doen storten.
Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën
van Leiden.
N®. 173. Leiden, 19 Mei 1892.
Door de Commissie van Fabricage werd ons medegedeeld dat in
de school 4e klasse n®. 2 aan de Brandewijnsteeg in de laatstè tijden
herhaaldelijk groote hinder van lekken wordt ondervonden en dat
een der gangmuren aan de zijde der Vrouwenkerksteeg geheel is
doortrokken van vocht.
Een inspectie op de daken deed zien dat aan die zijde een flinke
herstelling noodig is, doch gaf tevens de overtuiging dat op den duur
die herstelling weinig zal baten, zoolang men uit de huisjes in de
Vrouwenkerksteeg zoo gemakkelijk op de daken der school kan
komen. Daken en goten droegen de duideljjke sporen van baldadig
heid en looddiefstal. Door een hekje op den scheidingsmuur te
plaatsen zoude misschien eenigen tijd het spelen op die daken
kunnen worden tegengehouden, doch daardoor zouden op den duur
in het bezwaar niet kunnen worden voorzien.
De noodige herstellingen zullen nu eene uitgave van ongeveer
f 435 vereischen, terwijl desnoods met die herstellingen tot het
jaar 1893 zoude kunnen worden gewacht en dan op de begrooting
voor dat jaar de noodige gelden kunnen worden aangevraagd. In
middels zijn van de 7 aanliggende huisjes in de Vrouwenkèrksteeg
4^ in handen van een anderen eigenaar overgegaan. De nieuwe
eigenaar is voornemens de panden op te knappen, doch oordeelt o. i.
te recht dat hij daarbij weinig baat zal vinden, zoolang de tegen
den gemecnen muur liggende goot der sehool zoo gebrekkig blyft.
Wanneer de gemeente wil medewerken is de bedoelde eigenaar be
reid de dakvensters aan de achterzijde door vaste raampjes te ver
vangen, zoodal uitklimmen op het schooldak, althans uit de boven
bedoelde vier woningen, verhinderd wordt.
Ter voorkoming nu van baldadigheid en looddiefstal is bet spoedig
herstel van de goot alleszins wenschelijk in hel belang van het
schoolgebouw.
Voor die vernieuwing van de goot en enkele bijkomende werk
zaamheden zal een bedrag van 150 benoodigd wezen. Wordt thans
tot dit werk overgegaan, dan kan in het volgend jaar worden voort
gegaan met het verdekken van bet dakschild, het herstellen der
luchtkokers en het in orde brengen van den door het lekken be
schadigden muur en de daarvoor benoodigde gelden zullen dan op
de begrooting voor 1893 worden aangevraagd.
Overtuigd van de wenschelijkheid om, met het oog op het boven-
medegedeelde, thans reeds over te gaan tot de vernieuwing van de
goot, geven wij Uwe Vergadering, na overleg met de Commissie van
Fabricage, in overweging daartoe te besluiten en tot de vaststelling
over te gaan van den hierbij overgelegden staat van af- en over
schrijving op de begrooting voor dit jaar, strekkende tot verhooging
van Volgn. 129, Kosten van het instandhouden van schoollokalen enz.
met f 150, te vinden door afschrijving van den post voor Onvoorziene
Uitgaven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.