61 Xlttfng van Donderdag 5 Mei 1993, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. 1)E LAAT DE KAiNTER. Te behandelen onderwerpen 1°. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag van /"50 voor de Koolteercoramissie. (106, 117 en 121) 2°. Voorstel betrekkelijk het verslag in zake het onderzoek van de Spanjaardsbrug. (108 en 131) 3®. Verzoek van W. G. D. Van Rijen, om terugbetaling van school geld, lager onderwijs. (123) 4'. Voorstel betrekkelijk de vernieuwing van de Turftnarklsbrug. (124) 5°. Verzoek van de huurders van hel Raamland onder Zoeterwoude, om het land te gebruiken voor de Landbouwtentoonstelling. (125) 6°. Voorstel tot wijziging van het model van het Getuigschrift voor de scholen 3e en 4e klasse. (126) 7®. Verzoek van de weduwe R. A. Van Deursen; om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld, middelbaar onderwijs. (127) 8°. Idem van de Gemeente-Commissie van het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap, om cene bijdrage in de kosten van afsluiting der begraafplaats. (128) 9°. Voorstel betrekkelijk het onderwijzend personeel aan de scholen 3e klasse n°. 2 en 3. (132) lO® Verzoek van N. A. (,'oJla, om eene stoep te leggen aan de Mare voor perceel n°. 53. (133) Tegenwoordig waren 24 leden, als de heeren: Ticleman, Kaiscr, Hasselbach, Van Rcenen, Versier van Wulverhorst, Koetser, Van Hoeken, Du Rieu, Drueker, Zillesen, Verhey van Wijk Juta, De Sturler, Was, De Goeje, Le Poole, Van der Breggen, Fockema Andreae, Van Lidlh de Jeude, Zaaijer, Dekhuyzen, Van Hamel, Cock en Siegenbeek van Heukeloiu, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving, de heeren: Driessen, Zaalberg, en Schneither. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 21 April worden gelezen en goedgekeurd. (De heeren Van Hamel, Cock en Siegenbeek van Heukelom komen ter Vergadering.) De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: i°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 26/30 April jl. ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit lol afstand van een ge deelte sloot langs het aan het Bestuur der Practische Ambachtsschool afgestaan terrein aan den Haagweg, benoodigd voor den bouw van schoollokalen. 2°. Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 26/30 April jl. B, n®. 324, (2e aid.) G. S., n®. 73, ten geleide van de goedgekeurde rekening der dd. schutterij dezer gemeente over den dienst 1891. Worden voor kennisgeving aangenomen. 3®. Missive van den heer Mr. P. A. Van Buttingha Wichers, houdende kennisgeving van het overlijden van den heer Mr. N. L. J. Van But tingha Wichers in leven Ontvanger der gemeente. Aan den Raad der gemeente Leiden. Edel Achtbare Heeren! Tot onze diepe droefheid overleed heden in den ouderdom van 42 jaren onze geliefde broeder Mr. Nicolaas Lucas Jan Van Buttingha Wichers. in leven Ontvanger uwer gemeente. Bij de mededeeling ook namens mijnen broeder en verdere be trekkingen van dit voor ons smartelijk verlies, vergun ik mij de verzekering te voegen onzer erkentelijkheid voor het vertrouwen den overledene geschonken door zijne benoeming tot Ontvanger uwer gemeente, en onzen spijt uit te drukken, dat hij niet langer heeft kunnen toonen het in hem gesteld vertrouwen waardig te zijn. Uwe Raad gelieve de verzekering te aanvaarden mijner hoogachting. Leiden, 29 April 1892. P. A. Van Buttincha Wiciieks. De Voorzitter. Mijne heeren! Gij allen zult het wel met mij eens zjjn, dat wij inderdaad door het overlijden van den heer Van But tingha Wichers een groot verlies hebhen geleden. Slechts ruim twee jaren heeft hij de betrekking kunnen vervullen, welke hem door den Raad was toevertrouwd; en de ondervinding heeft geleerd dat dit vertrouwen goed geplaatst was. De heer Wichers heeft in dien tijd getoond, dat h(j in die betrekking volkomen op zijne plaats was, de belangen der gemeente ten volle behartigde en bijzonderen tact had om met een publiek, van zoo gemengden aard als waarmede hij in aanraking kwam, om te gaan. Persoonlijk verliezen wij ook veel aan den heer Wichers; van de meesten Uwer toch was hij een vriend: de tegenwoordigheid van bijna al de leden van den Raad bij zijne treurige uitvaart was daarvoor bewijs genoeg. Zijna nagedachtenis zal bij ons allen blijven voortleven. Ik stel voor de missive met een brief van rouwbeklag te beantwoorden. Dienovereenkomstig wordt bij acclamatie besloten. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Verzoek van J. Koorevaar Pz. te Zoeterwoude, om vergunning tot het plaatsen van een steigertje in de Wittesingelgracht voor zijne woning aan den Witten Singel F. N°. 369a. 2®. Verzoek van G. H. Maat, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs, over het laatste kwartaal van den cursus 1891/92. 3°. Verzoek van de Wed. MaingayDalen om restitutie van betaald schoolgeld Middelbaar Onderwjjs, over de eerste twee kwartalen van den cursus 1891/92. 4®. Verzoeken van verschillende personen om benoemd te worden tot Gemeente-Ontvanger. 5®. Voordracht tot benoeming van een Curator van het Gymnasium ter vervulling van de vacature ontstaan door het overlijden van den heer Dr. A. Kuenen. 6®. Adres van de 3 October-Vereeniging om het kosteloos ge bruik van de kleine zaal voor de jaarlijkschc Mei- en Decembervcr- gaderingen. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. Nog wordt medegedeeld: 1°. Dat op 30 April jl. heeft plaats gehad de opneming der boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarvan proces-verbaal is opge maakt, dat ter inzage in de leeskamer is nedergelcgd en dat de heer P. De Vries tijdelijk is belast met de waarneming der betrekking van Gemeente-Ontvanger. 2®. Missive van Dr. H. W. Bakhuis Roozehoom, houdende aanneming van de benoeming lot lid der Plaatselijke Schoolcommissie. Deze missive luidt als volgt: Aan den Raad der gemeente Leiden. Ondergclcekende heeft de eer aan den Raad der gemeente Leiden de ontvangst te berichten der mededeeling, dat hij in de jongste Raadsvergadering is benoemd geworden tot lid van de Plaatselijke Schoolcqinmissie. Onder dankbetuiging voor het vertrouwen in hem gesteld, geeft hij te kennen deze benoeming te aanvaarden, voornamelijk op grond der overweging dat de Raad door die benoeming het recht der voor standers van het Christelijk Onderwijs op vertegenwoordiging in de Plaatselijke Schoolcommissie heeft erkend. Leiden, 5 Mei 1892. Dr. H. W. Bakhuis Roozeboom. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Ik veroorloof mij naar aanleiding van deze mede deeling eene enkele opmerking, nl dat de Raad herhaaldelijk heeft getoond, door het benoemen tot lid der Plaatselijke Schoolcommissie van verklaarde voorstanders van het "christelijk" onderwijs dat hij de rechten van andersdenkenden erkende, en dat alleen in het bedanken van de benoemden, de reden is gelegen, dat die richting nu voor het eerst in de Schoolcommissie zal zijn vertegenwoordigd. 3°. Rekening der Stedelijke Gasfabriek over 1891 sluitende met een batig saldo van /50,087.97s. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. Aan de orde is alsnu: I. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bedrag van /50 voorde Koolteercommissie. (Zie Ing. St. n®. 106, 117 en 121.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. II. Idem betrekkelijk het verslag in zake het onderzoek van de Spanjaardsbrug. (Zie Ing. St. n®. 108 en 131.) De heer Zillesen. M. d. V.! Het eerstbenoemde, en tevens oudste lid van onze Commissie, de heer Driessen, is verhinderd de Vergadering bij te wonen. Als medelid wensch ik daarom een kort woord te zeggen tot nadere toelichting omtrent hel aanhangige onderwerp. Toen in de maand December van het vorige jaar de Raad eene Commissie benoemde om te onderzoeken of de constructie der Span jaardsbrug voldoende zekerheid aanbiedt voor het verkeer, heeft die Commissie, met autorisatie van den raad, zich een deskundige geas- sumeerd en meende zij niet beter te kunnen doen dan het door dien deskundige uitgebracht rapport in originali aan de leden over te leggen, ten einde ieder hunner zich daaromtrent eene meening zou kunnen vormen. Aan het slot van haar begeleidend schrijven verklaart de Commissie zich volkomen met de zienswijze van den deskundige, <lcn hoogleeraar Henket, te kunnen vereenigen, en ad viseert zij tot het aanbrengen van de aangegeven verbeteringen tot meerdere veiligheid van het verkeer. Burg. en Weth. hebben toen dat rapport in handen gesteld van de Commissie van Fabricage en van den Gemeente-Architect. De heer Knuttel heeft het punt voor punt nagegaan, en ofschoon alle voorstellen tot verbetering niet even noodig achtende, heeft hij toch gemeend in overweging te moeten geven de aangegeven ver beteringen aan te brengen met uitzondering van de wijziging in de opsluilijzers waaromtrent hij een ander gevoelen is toegedaan. Hjj was van meening, dat wanneer professor Henket een man ver grijsd in de praktijk, en die zelf meerdere ophaalbruggen heeft ge bouwd een dergelijk voorstel deed, men veilig diens opinie kan volgen. Burg. en Weth. hebben zich echter bepaald tot het aangeven van slechts enkele van die voorgestelde verbeteringen; met name het aanbrengen van consoles onder de achterharren, het versterken der verbindingen van de frontschoren en het vernieuwen der vangen. De andere punten zijn door hen onaangeroerd gelaten. Wat daarvan de reden was, is deze Commissie niet bekend en meende zij mitsdien den door haar gekozen deskundige in kennis te moeten stellen met het voorstel van bet Dagelijksch Bestuur, en hem de vraag te moeten stellen of hij er zich bij kon neerleggen, en de door hen aangegeven verbeteringen voldoende achtte Onze deskundige volhardde echter, volgens nader ontvangen rapport, bij zijne eenmaal uitgesproken meening. Wij ontvingen dit tweede schrijven één dag vóór de laatste vergadering, maar aangezien de heer Driessen ook toen niet aanwezig was, meenden wij 't nog niet te mogen overleggen. Ware de zaak toen aan de orde gesteld en in die vergadering behandeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1