32 N\ Datum. Uur. 1 Maart 28 6.45—8.45 2 29 6.45-8.30 3 30 6.45—8.45 4 31 6.45—8.45 5 April 1 6.45—8.45 6 2 6.45—8.30 7 3 6.45—8.45 N°. lOl. Leiden, 31 Maart 1892. Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van Dr. J. Verdana, hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant eerst sedert 1 Maart jl. de lessen van het Gymnasium volgt, zoodal er alleszins termen bestaan om op het verzoek gunstig te beschikken. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant terugbetaling te verleenen voor zijn zoon leerling van het Gymnasium, over de eerste twee kwartalen van den cursus 1891/92. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wcth. van Leiden. Aan EdelAchlb. HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. De ondergctcekende verzoekt van Uw geeerd College en den Raad der gemeente Leiden ontheffing der betaling van twee der vier ter mijnen van het schoolgeld, verschuldigd voor zijn zoon Herman Dirk, als leerling van het Gymnasium, op grond dat zijn zoon gedurende dit jaar deze stedelijke inrichting van onderwijs eerst van 1 Maartaf heeft bezocht. Leiden, 29 Maart 1892. J- Verdam. N®. 108. Leiden, 30 Maart 1892. Ter vervulling van de vacature in onze Commissie ontstaan, ten gevolge van het nemen van ontslag door den heer Mr. J. S. Van Doorn, vobrtdurende ten gevolge van het niet aannemen zijner be noeming door den heer S. H. J. De Wolff, hebben wij de eer Uwe Vergadering de volgende aanbeveling van twee personen aan te bieden: I. Dr. H. W. Bakhuis Roozeboom, Privaat-docent aan de Universiteit, assistent Scheik. Laborat. enz. II. Dr. M. G. Dekhuyzen, Privaat-docent aan de Universiteit, assistent Pbysiol. Laborat. Aan den Gemeenteraad. De Plaatselijke Schoolcommissie, van Leiden D. Bierens de Haan, Voorzitter. i. A. Van Hamel, Secretaris. N®. ÏOA. Leiden, 8 April 1892. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het onderzoek der rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis over 1891, tot geene bedenkingen heeft geleid. Zij stelt U mitsdien voor deze goed te keuren in ontvangst tot een bedrag van f 11955.85®, in uilgaaf lot een bedrag van f 11104.12® zoodat het dienstjaar oplevert een batig saldo van t 851.73. onder bepaling, dat daarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad De Commissie van Financiën, van Leiden. N®. ioa. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 28 Maart3 April 1892. N®. 103 Leiden, 7 April 1892. Krachtens Raadsbesluit van 31 Maart jl. is door ons het navolgend adres gericht aan ZEx. den Minister van Binnenlandsche Zaken aan gaande de lijdregeling, waarvan afschrift is gezonden aan den Ministers van Buitenlandsche Zaken, Waterstaat. Handel en Nijverheid en Justitie. Leiden, 4 April 1892. »De Gemeenteraad heeft in zijne Vergadering van 31 Maart jl. ons College opgedragen aan de Regeering den wensch te kennen te geven dat in verband met de invoering van ecne gewijzigde tijdrekening by de spoorwegen, in het maatschappelijk verkeer niet worde inge voerd de West Europeesche maar de Midden-Europeesche lijd overeen komstig het denkbeeld o. a. uitgesproken door den Utrechtschen Hoogleeraar Dr. A. A. W. Hubrecht. Ter voldoening aan die opdracht hebben wy de eer UEd. van het verlangen van den Gemeenteraad in kennis te stellen, onder op merking dat de gronden in verschillende adressen aangevoerd voor het groot belang dat er voor de maatschappij gelegen is in de alge- raeene invoering van de Midden-Europeesche tijdrekening over het geheel door het Gemeentebestuur worden gedeeld en met ver zoek zoo mogelijk te willen bevorderen dat van Regeeringswege die maatregelen worden genomen welke tot verwezenlijking van het plan zouden kunnen leiden. Aan ZEx. den Minister van Burg. en Weth. van Leiden." Binnenlandsche Zaken. Bjj schryven van den Minister van Binnenlandsche Zaken dd. 5 April jl. n®. 813, afd. K. W. ontvingen wij afschrift van eene tot deze zaak betrekkelijke beschikking van den volgenden inhoud: De Minister van Binnenlandsche Zaken, beschikkende op de adressen van Dr. A. A. W. Hubrecht en anderen, waarin de overtuiging wordt uitgedrukt, dat in het algemeen belang het samenvallen van den spoorwegtijd en den burgerlijken lijd zeer wenschelijk is, en verzocht wordt, dat het van regeeringswege daarheen geleid worde dat geene verandering in de burgerlijke tijdsregeling ingevoerd worde, dan zoo danige die Nederland in aansluiting brengt met den zonnetyd voor Midden-Europa. Heeft goedgevonden: aan adressanten te kennen te geven: dat het ook hem wenschelyk voorkomt, dat spoorwegtijd en burger- lyke tijd samenvallen; dat bij dan ook aan de daarbij betrokken autoriteiten bereids in overweging gegeven heeft in dien zin werk zaam te zijn, doch de bevoegdheid mist om daartoe bevelen te geven of bindende voorschriften te verstrekken en dat ook de regeling van den spoorwegtijd niet behoort tot de bevoegdheid van den Minister van Binnenlandsche Zaken. Overeenkomstig de geparafeerde minuut, De Secretaris-Generaal, 's Gravenhage, 2 April 1892. Dijckmeester." Het komt ons voor dat er thans nog geen aanleiding bestaat om, in verband met den op 1 Mei a. s. in te voeren gewijzigden spoor wegtijd, verandering te brengen in de regeling van de stadsklokken, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven te besluiten dat voorloopig de Amsterdamsche tijd by de regeling der klokken zal blyven gevolgd worden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. D Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 7 8 7 8 7 8 8 16.9 16.9 16.5 16.5 16.6 16.4 16.6 Te Leiden ter Boekdrukkery van Gebroeders Murb.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 2