GEMEENTERAAD VA\ LEIDEN.
si
INGEKOMEN STUKKEN.
N9- ®4- Leiden, '28 Maart 1892.
Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage geven
wij Uwe Vergadering in overweging aan J. Loeber vergunning te
verleenen om een stoep te leggen voor bet tot woonhuis ingericht
pakhuis aan de Kaiserslraat u°. 39, mits de stoep niet verder uit den
gevel uitspringt dan tot de daarlangs loopende goot en niet meer
dan 5 centimeters boven de straat wordt gelegd en overeenkomstig
aanwijzing van rooimeesters.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan EdAchtb. HII. Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeleekende J.
Loeber, Rapenburg 62 alhier, dat hij voor zijn in verbouwing zijnde
perceel Kaiserslraat n°. 39 eene hardsteenen stoep wenschte te maken
ter breedte en hoogte van die der naast bijzynde perceelen, zijnde
1 M. uit den gevel gemeten.
Hopende UEd. Achtb. hierop goedgunstig moge beschikken.
't Welk doende,
Leiden, 24 Maart 1892. J. Loeber.
N#. Leiden, 29 Maart 1892.
De Commissie van Financiën, zich vereenigende met de voordracht
van Burg. en Weth. van 18 Maart omtrent afstand van grond onder
de gemeente Noordwijkerhout. geeft aan Uwe Vergadering in over
weging:
aan Pieter De Kan, wonende onder Noordwijkerhout, in eigendom
af te staan een gedeelte grond langs de Haarlemmertrekvaart in den
Hoogeveenschen polder onder de gemeente Noordwijkerhout, kadastraal
bekend Sectie B, n®. 790, ter grootte van ongeveer 978 centiaren,
nader op te meten, tegen betaling van eene koopsom van 0.28 per
centiare en van de kosten van overdracht.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N®. 96. Leiden, 29 Maart 1892.
Bij onze Commissie bestaat geen bezwaar tegen de voordracht van
Burg. en Weth. van 18 Maart omtrent afstand van een stukje grond
aan de Hoefstraat. Wij geven dus aan Uwe Vergadering in over
weging:
I®. te verklaren dat niet meer voor den openbaren dienst bestemd
is eene strook grond gelegen tusschen de Hoefstraat en den Vestwal
grenzende aan perceel Hoefstraat n®. 29 (kad. Sectie E, n°. 271) ter
grootte van ongeveer 12.8 centiare,
2®. dien grond in eigendom af te staan aan D. Kooreman, ten einde
te verheelen aan perceel Hoefstraat n°. 29 en van D. Kooreman in
eigendom over te nemen een strook grond ter grootte van ongeveer
1.9 centiare grenzende aan het van de gemeente overgenomen terrein,
nader op te meten, tegen betaling van eene koopsom van f 5 per
centiare voor den van de gemeente overgenomen grond na aftrek
van het aan de gemeente overgedragen strookje grond, van alle
kosten van overdracht en van alle kosten uit den veranderden toestand
voortvloeiende.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 97.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
21—27 Maart 1892.
N°.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Maart
21
6.30 -8 30
7
16.9
2
22
6.30—8.30
8
16.8
3
23
6.30—8 30
7
169
4
24
6.30 -8.45
8
16.9
5
25
6.30-8.15
7
16.8
6
26
6.30—8.30
8
16.8
7
27
6.30—8.30
8
16.9
H®. ®S. Leiden, 21 Maart 1892.
Reeds meermalen heeft de pachter van de opbrengst van de haard-
asch, de vuilnis en bet puin in deze gemeente, alsmede van het
baggeren in de wateren dezer gemeente, P. Van Ulden, aanvragen in
gediend om vrijgesteld te worden van de betaling der paebtpenningen
op grond van de vermindering der prijzen van de door hem ver
zamelde stoffen, welke verzoeken hierbij worden overgelegd.
De opbrengst van de haardasch, vuilnis en het puin bedraagt ƒ1668
'sjaars en loopt tot uit. Augustus 1893, die van het baggeren bedraagt
ƒ2184 'sjaars en eindigt mede op het bovenbedoeld tijdstip.
Dat vooral in den laatsten tijd de waarde van de hier bedoelde
stoffen belangrijk is gedaald, daarvan zijn wjj ten volle overtuigd
doch tevens gelooven wij dat adressant zich bij de berekening van de
voor- en nadeelen aan de uitoefening van zijn bedrijf verbonden, zich
in niet geringe mate aan overdrijving schuldig maakt. Althans kan
aan de berekening bij een zijner adressen overgelegd weinig waarde
worden toegekend. Geeft het eene artikel eenig verlies, aan de
andere zijde moet ook gelet worden op de voordeelen aan een ander
artikel verbonden.
Aan haardasch en zintels kan inderdaad weinig waarde worden
toegekend, het vuil kan echter blijkens bekomen inlichtingen te
s Gravenhage nog voor f 1 per kubicken meter worden afgezet, de
bagger wordt gebezigd om de vuilnis als meststof te verbeteren, ter
wijl de zoogenaamde poolaarde steeds een gewild artikel blijft.
De Commissie van Fabricage heeft deze aangelegenheid tot een
punt van onderzoek gemaakt en is tot de overtuiging gekomen dat
van ontheffing van de verschuldigde pacht geen sprake kan wezen,
doch dal billijkheidshalve wel termen bestaan om. met het oog op de
bekende mindere gunstige omstandigheden waarin tegenwoordig het
hier bedoeld bedrijf verkeert, aan adressant eenige tegemoetkoming
te verleenen.
Die tegemoetkoming zoude naar het oordeel dier Commissie kunnen
worden bepaald op 500 over den gehcelen pachttijd, met welke
zienswijze wij ons wel kunnen vereenigen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan den pachter
van de haardasch, puin en vuilnis, P. Van Ulden alhier, eene tegemoet
koming te verleenen van f 500 door vermindering van de over 1892
verschuldigde pachtsom met genoemd bedrag.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Petrus Van Ulden, als
pachter van het ophalen van vuilnis en haardasch en baggeren in de
gemeentewateren etc., dat Hj sedert acht achtereenvolgende jaren waar
van hij pachter is de prijz^p der vuilnis etc. zoo sterk zijn verminderd
dat op heden bovengenoemd product nagenoeg waardeloos is ten
gevolge van gedurigen aanwer van nieuwe mestproducten en voort-
durenden achteruitgang van mSn landbouw, hetwelk adressant oen toe
stand en zulke groote verliezen oplevert dat het hem onmogelijk wordt
de stadsreiniging langer uit te houden.
Redenen waarom adressant zich tot Owe geëerde Vergadering
wendt met het eerbiedig doch dringend verzoek hem van het betalen
der pachtpenningen te ontheffen, ten einde hem in de enorme ver
liezen eenigszins te verlichten.
r 't Welk doende,
Leiden, 16 September 1891. p. Van Ulden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Petrus Van Ulden,
pachter van haardasch, vuilnis eet. en baggeren in de gemeentewateren,
dat hij bij verzoekschrift gedateerd 16 Sept. 11. Uw College heeft
verzocht vrijstelling van betaling der pachtpenningen, en wel op grond
van geleden zeer aanzienlijke verliezen.
Dat hij evenwel verzuimd heeft om met een uittreksel uit zijne
boeken, zijne verliezen te staven, waarom hij de vrijheid neemt, by
deze bedoeld uittreksel aan den Raad te overleggen, vertrouwende
dat Uw College na inzage hiervan, van de billijkheid van zijn ver
zoek moogt overtuigd zyn en hem voor verdere belangrijke verliezen,
dien hij niet dragen kan, wil behoeden.
Leiden, 15 December 1891.
't Welk doende,
P. Van Ulden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Petrus Van Ulden
pachter van haardasch, vuilnis en puin en baggeren in de gemeente
wateren, dat hij in aansluiting van zijn adressen, gedateerd 16 Sep
tember en 15 December 1891, nader eerbiedig aan Uw College ver
zoekt dat hem, indien hij geen geheele vergoeding van geledene
verliezen kan bekomen, zoo mogelijk vrijstelling van pachtpenningen
wordt verleend over de jaren 1890/91, 1891/92 en 1892/93 zynde
ultimo Augustus van laatstgenoemd jaar zijn pacht geëindigd.
Leiden, 16 Februari 1892. P. Van Ulden.'
99. Leiden, 7 April 1892.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat voor de school 3e klasse
n®. 2 aan de Van-der-Werfstraat behoefte bestaat aan vier twee-
persoonsbanken waarvan de kosten zullen bedragen ongeveer J 40,
terwijl daarvoor op de begrooting voor dit jaar geen post is uitge
trokken.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons tot de
aanschaffing van bedoelde banken te machtigen, zullende te zijner
tjjd, zoo noodig, een voorstel tot verbooging van het betrekkelijk be-
grootingsarlikel worden ingediend.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N®. ÏOO.
Wij hebben
Leiden, 7 April 1892.
de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht voor
de benoeming van een lid van Vrouwen-Kraammoeders, met voorstel
tot de benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 4 April 1892.
Ten gevolge van het overlijden van Mevrouw de Wed. H. G.
Braakenburg, geb. Sabelis, heeft het Vrouwen-Kraammoeders Armbe
stuur te Leiden de eer Uw College een dubbeltal aan te bieden ten
einde daaruit eén lid voor zijn Bestuur te benoemen nl.
I®. Mevrouw de Wed. H. J. Hulshoff, geb. Siddré.
2®. Mevrouw L. J. Burgersdyk, geb. Blanken.
Aan HH. Burg. en Weth. Het Vrouwen-Kraammoeders Armbestuur,
der gemeente Leiden. Wed. CoüveéBoucher.
9
9
9
9
9
9
WpIIc HnpnHp