25 lenging van den bestaanden bovenbouw als bij diens vervanging door een nieuwen. Tevens wordt door U aan een dier plannen (plan C1), zijnde dat, hetwelk de ruimste doorvaart (9 en 10 M.) geeft, door U evenzeer als door den Iloofd-Ingeriieur van den Provincialen Waterstaat de voor keur boven de overige gegeven Ook wij geven daaraan de voorkeur, en nieenen, dat zoodoende op onbekrompen wijze wordt voldaan aan belgeen de Stalen beoogden, door in hun besluit tot verbetering der gemeenschap tusschcn Haven en Oude Vestgracht voor de verruiming der doorvaart van de Turfmarktsbrug van minstens 8 en minstens 9 M. te spreken Op verkrijging van deze ruimte door het maken van een geheel nienwe brug, en tegenstelling van eene verlenging der be- staande, wordt daarentegen door ons geen prijs hoegenaamd gesteld. Eindelijk wordt ons door U de vraag gedaan: of wij bereid zijn, het verschil in de kosten tusschen plan C' en plan.A voor rekening der provincie te netnen. Uw College houde ons ten goede, dat wij meenen, daartoe geen bevoegdheid te bezitten. Op de Provinciale huishoudelijke begrooting zoowel voor 1891 als voor 1892, zijn wel gelden ter onzer beschikking gesteld voor het werk der Vaartverbetering tusschen Rijn en Schie, waartoe door de Staten op 24 Juli 1883 werd besloten, doch niet voor werken van vaartverbetering buiten die limieten. Vandaar de behoefte aan een nieuw besluit der Stalen als dat van 17 November 11. om, al zjj het in het belang der vaartver betering tusschen Rijn en Schie, uit gezegde begrootingspost te be schikken ter verbetering van een werk, buiten die limieten gelegen. Btj laatstgenoemd besluit nu werd geen ander werk in het Provinciale werk der vaartverbelerfng tusschen Rijn en Schie opgenomen, dan dat der verbetering van de verbinding van (laven en Oude Vestgracht ten Uwcnt. Ja, wat meer is, in dat besluit is wel sprake van de verandering, die de Turfmarktsbrug in dit jaar zal hebben te ondergaan, doch niet anders dan als een werk, dal door, en dus bij gemis van andere bepaling daaromtrent, ten koste van Leiden zou worden tot stand gebracht Zonneklaar waren de Staten dus, bij hun besluit tot opname der verbetering van de verbinding tusschen Haven en Oude Vestgracht ten Uwent onder het werk der vaartverbetering tusschen Rijn en Schie, van geen andere meening of bedoeling, dan dal daar tegenover Uwe gemeente geen bezwaar zou hebben tegen het geven ten haren koste van zulke inrichting aan haar werk der verandering van de Turfmarktsbrug, als door welke in verband met het provinciale werk aan de Havenzijde, de scheepvaart blijken zou ten beste te worden gediend, ook al mocht die inrichting aan ruimere en daardoor kost baarder eischen te beantwoorden hebben, dan met welke men bij het contract van Februari 1884 zich te vreden meende te kunnen stellen. Op grond van dien inhoud en de daaruit blijkende bedoeling van het Slaten-besluit, dat voor ons verbindend is, meenen wij mitsdien op de bovengezegde vraag Uwer letteren geen toestemmend antwoord te kunnen geven. Wij meenen U daarom dan ook te mogen verzoeken, aan den Ge meenteraad voor te stellen, ter bekwamer tijd in den loop van dit jaar over te gaan tot de verandering der Turfmai ktsbrug overeen komstig plan C', hetzij door verlenging der bestaande brug, hetzij, zoo de Raad daaraan de voorkeur mocht geven, door het maken eener nieuwe brug, en de daartoe noodige gelden ter Uwer beschikking te stellen. Wij kunnen ons niet denken, dat de Raad zulk voorstel zou ver werpen, indien door U zijn aandacht er op wordt gevestigd; dal de provincie, die uitsluitend op grond der daarbij betrokken belangen Uwer gemeente besloot, de vaart tusschen Rijn en Schie, door Uwe stad te leiden, thans bovendien op aandrang van de Kamer van Koophandel ten Uwent op de meest onbekrompen en met de belangen Uwer gemeente meest strookende wijze de verbinding tus schen Haven en Oude Vestgracht aldaar wil verbeteren; dat bij de onderhandelingen over die verbetering zoowel aan Uw College als het onze is voorgekomen, wenschelijk te zijn, dat met de verruiming der in- en uitvaart der Oude Vestgracht aan haar oostelijk einde, ook die der in- en uitvaart aan haar westelijk einde in over eenstemming worde gebracht; en dat daardoor niet alleen reeds dadelijk aan de scheepvaart in Uwe stad een meerder gemak van doorvaren wordt verzekerd, maar bovendien, in geval later door verandering der bruggen in de spoor wegen LeidenWoerden en GoudaDen Haag bestemd wordt voor schepen van SO M. lengte en 7 M. breedte, Uwe stad gevrijwaard wordt legen eene anders dan noodzakelijke ontneming van een deel der Beestenmarkt aan zijne tegenwoordige bestemming. De door U overgelegde en teruggevraagde teekeningen zijn weder hierbij gevoegd. Aan HH. Burg. en Weth. De Gedeputeerde Staten der provincie der gemeente Leiden. Zuid-Holland, Fock Voorzitter. Tavg.nraat, Grijfier. Leiden, 29 Februari 1892. Bjj Uwe missive van 9/15 Februari jl„ B, n°. 399. (Ie afd.) G. S. 94, werd ons medegedeeld dal bij Uw College bezwaar bestaat het verschil in de kosten tusschen plan C' en plan A voor de verbetering der Turfmarktsbrug voor rekening der provincie te nemen en werd ons in overweging gegeven aan den Raad voor te stellen tot de uit voering van plan Cl (nieuwe brug) ovqp te gaan en de kosten daarvan geheel voor rekening van de gemeente te nemen. Tol ons leedwezen moeten wij bezwaar maken aan dit voorstel gevolg te geven. Hoezeer op hoogen prijs stellende dal het Provin ciaal Bestuur heeft besloten, niet het oog op de daarbij betrokken belangen van onze gemeente, de vaart tusschen Rijn en Schie door deze gemeente te leiden, meenen wij er echter ook de aandacht op te moeten vestigen dat Leiden bij de betrekkelijke overeenkomst niet onbelangrijke financieele opofferingen heeft op zich genomen, o. a. aan de 1 urlmarklbrug eene doorvaartwijdlc te geven van 8 M. en te zorgen voor eene kostelooze doorvaart hij dag en bij nacht met bepaling van het aantal brugwachters dat steeds in dienst moet wezen. De bediening der bruggen zal daardoor aanzienlijk meerdere kosten vorderen dan thans noodig is, en de opbrengst der bruggelden zal uit den aard der zaak eenigszins moeten dalen, eene vermeerdering van uitgave en vermindering van inkomst van blijvenden aard. liet valt in het oog dat in verband hiermede aan de gemeente geene meerdere uitgaven moeten worden opgelegd dan waartoe zij krachlens de overeenkomst verplicht is, op grond waarvan wij dan ook overtuigd zijn dat de Gemeenteraad niet genegen zal worden bevonden voor de verbetering van de Turfmarktsbrug meerdere uil gaven voor rekening van de gemeente te nemen dan noodig zijn om aan die brug eene doorvaartwijdte te geven van 8 M Bovendien meenden wij dat ons voorstel gedaan bij ons schrijven vani,l3 Januarijl. n". 41, mede in het belang was van de provincie. Wanneer toch dc furfmarktsbrug eene doorvaartwijdte van 8 M heelt verkregen en later mocht de noodzakelijkheid blijken, b. v. bij veianderiug der bruggen in de spoorwegen Leiden Woerden en Gouda Den llaag, waarvan in Uwe bovenaangehaalde missive wordt melding gemaakt, dat de gelegenheid voor de doorvaart en het wen den der schepen aan de Beestenmarkt worde verruimd voor de daar bedoelde schepen van grooleren omvang, dan zoude toch de provincie genoodzaakt worden aanzienlijke kosten te maken voor de verbetering der doorvaart. Die verbetering der doorvaart zoude, naar ons oordeel, zijn te verkrijgen door eene geheelc vernieuwing van de Turfmarktsbrug en wel eene vernieuwing als thans door de uitvoering van plan C1 zoude worden in het leven geroepen, terwijl wij ons niet kunnen vereenigen met de bewering in het slot van Uwe meergemelde missive voorkomende, dat het alsdan noodzakelijk zoude wezen een deel van de Beestenmarkt aan zijne tegenwoordige bestemming te onttrekken. Het Gemeentebestuur zoude, naar onze overtuiging, voorzeker niet kunnen worden verplicht daartoe zijne toestemming te verlcenen, vermits alsdan door eene vernieuwing van de Turfmarktsbrug in de voor de scheepvaart bestaande bezwaren zoude kunnen worden voorzien. üok na kennisneming van Uwe zienswijze in deze blijven wij alzoo van oordeel dat ons voorstel was zoowel in het belang van de ge meente als van de provincie. Wij nemen mitsdien de vrijheid U beleefdelijk te verzoeken dat voorstel alsnog in nadere overweging te willen nemen. Mocht Uw College echter bij Uwe zienswijze blijven volharden dan zijn wij uit den aard der zaak bereid Uw voorstel bij den Gemeente raad aanhangig te maken, ten einde die Vergadering kunnen be- slisseu of zij de kosten voor de uitvoering van plan Gl geheel voor rekening der gemeente zal nemen dan wel of volstaan zal worden met de uitvoering van plan A. Zooals boven echter werd aangevoerd moeten wij bezwaar maken een zoodanig voorstel bij den Gemeenteraad te ondersteunen. Aan HH. Gedep. Staten Burg. en Weth. van Leiden, der prov. Zuid-Holland. 's Gravenhage, 8/12 Maart 1892. Wij ontvingen Uwe Ietteren van 29 Februari 11. n°. 199 in zake de verandering, welke de Turfmarkt zal hebben te ondergaan, en ver zoeken U, hel voorstel onzer letteren van 9/15 Februari II. n°. 94 bij den Gemeenteraad in behandeling te brengen, en ons van de be slissing van den Raad mededceling te doen. Aan HH. Burg en Weth. De Gedeputeerde Staten der provincie der gemeente Leiden. Zuid-Holland, Fock, Voorzitter. Tavenraat, Griffier. N°. 86. Leiden, 21 Maart 1892. Ingevolge de bepalingen van het Tarief van verhuring der Gehoor zaal. vastgesteld in de Raadszitting van 21 Januari jl. kan voor open bare bijeenkomsten welke ten algemeene nutte strekken door den Raad vermindering van huur worden toegestaan of gehcele ontheffing worden verleend. liet komt ons voor dat er alleszins termen bestaan om van deze bepaling gebruik te maken wat betreft de Tentoonstelling van teeke- mngen en werkstukken van de leerlingen van Mathesis en de Am bachtsschool Naar aanleiding van nevensgaand adres geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten dat de Gehoorzaal op 21. 22 en 23 April a s. kosteloos wordt beschikbaar gesteld voor de Tentoon stelling van teekeningen en werkstukken der leerlingen van het Genootschap Mathesis Scicnliarum Genilrix en van de Praktische Ambachtsschool, blijvende de kosten van de verlichting ten laste van voorschreven" inrichtingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen het Bestuur van het Genootschap: «Mathesis Scientiarum Genilrix" en het Bestuur van de Praktische Ambachtsschool" alhier, dat zij verzoeken het kosteloos gebruik van de benoodigde locali- teilen der Gehoorzaal op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag, 21, 22 en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 3