48
het oog op het gevaarlijke van het Werk haar risico zelf gaat assu-
reeren bij een Maatschappij.
Maar daar zit het verschil niet in! Waarin zit het dan? Hierin:
in het stelsel van het Dagelijksch ücsluur wordt de werkman ge
waarborgd door een Maatschappij, en in het stelsel van de Commissie
wordt de waarborg gegeven door de gemeente rechtstreeks. En nu
zal 't wel geen betoog behoeven, dat het een betere waarborg is
wanneer de gemeente zich zelf tegenover den werkman verbindt, dan
wanneer deze de vergoeding te verhalen heeft op een Maatschappij.
En waarom?
Als de gemeente zich rechtstreeks verbonden heeft, en er komt
een ongeval voor, dan zal de gemeente dat geval ex aequo et bono
beoordeelen, en niet angstvallig vragen of er niet hier of daar een
hoekje of gaatje te vinden is, om aan de vergoeding te ontkomen
Wat zal het geval wezen hij een Maatschappij?
Deze Maatschappijen, die natuurlijk niet alleen verzekeringen sluiten
in het belang van den werkman, doch bovenal in haar eigen finan
cieel belang, zullen al zijn het geen ehicaneuse Maatschappijen
zich toch zoo streng mogelijk moeten houden aan de meestal zeer
strenge bepalingen van hare reglementen en steeds moeten onder
zoeken of er geen termen zijn om de vergoeding niet uil te betalen
Ais het beginsel van de verzekering der werklieden algemeen wordt
doorgevoerd, dan zullen dergelijke Maatschappijen (om de uitdrukking
van den heer Cock te gebruiken) als paddestoelen uit den grond ver
rijzen, en dan zal 't moeilijk, zoo niet ondoenlijk Voor Bui g. en Wetli.
zijn om te oordeelen over de soliditeit der verschillende Maat
schappijen.
Nu neem ik aan, dat men zoo gelukkig zal zijn altijd te doen te
hebben met eene solide Mautschappij, die gewoon is zoo loyaal mo
gelijk aan hare verplichtingen te voldoen; die Maatschappij zal toch
gebonden zijn aan hare strenge polissen, die, ja, 't is bijna een ken
merk van de soliditeit eener Assurantie-Maatschappij, in den regel
zulke strenge voorwaarden opnemen, dal bij den minsten twijfel al
tijd het voordeel is aan den kant der Assurantie-Maatschappij.
Nu zal het dus herhaaldelijk voorkomen dat een werkman bij een
meer of minder solide Maatschappij verzekerd, zal moeten procedeeren
om zich te verweeren legen de ehicaneuse of reglementaire bezwaren
van de Assurantie-Maatschappij. Krijgt de werkman dan ten slotte
geljjk, dan zal hij zijne schadeloosstelling ontvangen, wanneer het te
iaat is. Wil men de zaak in liet belang van den werkman en
alleen om zijn belang is het ons te doen dan zijn wij verplicht
te zoeken naar de beste waarborgen voor den werkman, en alle be
zwaren daaromtrent zullen vervallen wanneer de gemeente de uitbe
taling der schadeloosstelling zelve waarborgt. Die zal alleen beslissen
in hel belang van den werkman en niet haar eigen belang op den
voorgrond stellen, zooals dit bij de Assurantie-Maatschappij het geval
moet zijn.
Het tweede verschil tusschen beide stelsels zit in de kosten.
Ging de gemeente voor elk geval haar risico verzekeren bij -eene
Maatschappij, dan zouden de financieele gevolgen in beide stelsels
voor de gemeente geheel gelijk staan, want het spreekt wel van zelf
dat in beide stelsels de gemeente de premie betaalt. Immers
al wordt in de bestekken bepaald, dat de aannemer ten zijnen koste
de werklieden moet verzekeren, toch zal altijd in de hoogere aanne
mingssom de gemeente de premie der assurantie te betalen hebben,
tenzjj men, evenals de heer Zillesen, wil gaan speculceren op on
voorzichtige aannemers. Maar bij het behandelen van dergelijke
zaken moet men niet trachten munt te slaan uit onvoorzichtige be
rekeningen van aannemers. Ik althans doe aan dergelijke speculaties
niet mede.
Ik zetde dus, dat als de gemeente haar risico voor elk geval ging
assureeren in beide stelsels de financieele gevolgen voor de gemeente
dezelfde zouden zijn. De gemeente betaalt altijd de premie, bij elke
aanbesteding. Doch de gemeente zal dit niet doen wanneer zij haar
eigen assuradeur is. Welk voordeel zullen wij dan hebben? Wij
zullen bij alle weinig gevaarlijke werken, waarvan Burg. en Wetli.
meenen dat by de aanbesteding de verplichting tol verzekering niet
behoelt te worden opgenomen, de premie niet betalen en evenmin
de vergoeding, omdat er dan weinig of geen gevaar bestaat voor
ongelukken.
De onderscheiding door Burg. en Weth. gemaakt tusschen minder
en meer gevaarlijke werken kan, dunkt mij, nooit door ons worden
aanvaard, daar het er niets toe doet of een werkman zijn been
breekt bij een heel weinig of een zeer gevaarlijk werk. De eenige
vraag is of hij zijn been heeft gebroken. Is dit het geval dan heeft
hij aanspraak op uitkeering. De werkman inoet er zeker van zijn
dat hij bij elk voorkomend ongeluk in dienst der gemeente, hoe en
waar ontstaan, vergoeding krijgt, onverschillig of hij zijn been breekt
bij het vallen van een stoel of van een steiger. Wanneer dus de
Raad mocht besluiten het stelsel van Burg. en Weth. aan te nemen,
den zou daarbij de bepaling moeien worden opgenomen dat voor alle
aanbestedingen van gemeentewege de verzekering der werklieden
moet geschieden. Nu is hel groote voordeel van het stelsel der
Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen daarin gelegen, dat
voor die weinig gevaarlijk werken, waarbij geen gevaar voor onge
lukken is te duchten en de gemeente dus weinig kans loopt ver
goeding te moeten geven, ook geen premie wordt betaald. Wordt
daarentegen het stelsel aangenomen van Burg. en Wetli., uitgebreid lot
verzekering legen alle ongelukken in alle gevallen, dan zal de ge
meente steeds de premie moeten betalen in de verhooging van de
aannemingssommen, welke premie de Assurantie-Maatschappij dan een
voudig in haar zak steekt, zonder daarvoor bijna eenig risico te
loopen. De groote voerdeelen van hel stelsel der Commissie zijn
derhalve: dal de belangen van den werkman op de beste wijze wor
den gewaarborgd; dat hij op tijd zijne vergoeding krijgt, dat hel
voor de gemeente financieel veel voordeeliger zal zijn.
De heer Van Lidth de Jeude. M. d. V.! Ik heb inet aandacht ge
luisterd naar de argumenten, die voor beide stelsels zijn in 't midden
gebracht, maar ik ben nog niet geheel gedecideerd. Ik heb een be
zwaar, dal tot nu toe niet vermeld is, en dat ik tegenover de argu
menten van den heer Was wil laten gelden. Het is een bezwaar dat
aan elke eigen assurantie is verbonden. Het rijk assureert zelf zijn
eigendommen tegen brand, en ook daar komt het bezwaar aan
den dag.
Het is nml dit: dat wanneer er een groot ongeluk gebeurt, een
ongeluk waarbij bijv. 10 of 12 incnschcn omkwamen, wij dan geen
geld zullen hebben om de assuranliesom uil te betalen.
En dit bezwaar mag niet Ie licht geteld worden.
De heer De Sturler. Ik heb met genoegen en met interest de
verschillende discussiën gehoord, maar 'tis mij opgevallen de heer
Cock heelt 'l ook al gezegd dat er maar één Maatschappij is, waarbij
wij terecht zouden moeten komen; later zullen er wel meer opge
richt worden, want zij zullen als paddestoelen uil den grond ver
rijzen. Maar. M. d. V., de heer Cock schijnt te vergeten, dal er ook
dergelijke Maatschappijen in hel buitenland zijn! Men behoeft dus
niet; bang te zijn voor gemis aan concurrentie en voor het scheppen
van een monopolie.
Ik vraag waarom assureert dc gemeente zich ook niet zelf tegen
brandschade? Alleen omdat bij een Maatschappij de risico over meer
personen verdeeld is, waardoor dc Assurantie-Maatschappij conditiën
kan stellen, zoo voordeelig dat er geen gemeente gevonden wordt,
die zich zelf assureert, en nu wil de Commissie van Huishoudelijke
Verordeningen dien goeden weg verlaten en de gemeente zelf de
risico doen dragen.
De heer Fockejia Andreae. Een enkel woord, M. d. V.!, naar aan
leiding van hetgeen door de beide laatste sprekers is in 'l midden
gebracht.
De heer Van Lidth de Jeude heeft gezegd: hetzelfde bezwaar, dat
tegen elke eigen assurantie beslaat, zal ook beslaan wanneer het
stelsel van de Commissie wordt aangenomen; stel, dal bij een groot
werk een ernstig ongeluk gebeurt, zoodat 10 of 12 menschen het
leven verliezen; dat zou dan de stad in één jaar op 10000 komen
te staan
lk merk daartegen op, dat de gemeente toch wel bij machte is om
op een gegeven oogenblik 10000 extra te betalen, althans indien
de kas der gemeente 't niet over één jaar behoeft te dragen. De
gemeente heeft langer dan één jaar; wij mogen niet blijven stilstaan
bij de vraag, of het iu een bepaald jaar voor de gemeente voordee
liger geweest zou zijn, al of niet te hebben geassureerd, maar of het
over de rekening van eenige jaren goedkooper uitkomt of niet, zelf
de risico te dragen.
Dc financieele moeilijkheid bestaat niet, omdat, als er geen geld
genoeg in kas is om die som in eens te voldoen, de gemeente toch
erediet genoeg heeft oin het zich tijdelijk te verschaffen.
Maar bovendien, is het voorbeeld van den heer Van Lidth de
Jeude niet inderdaad een fictie? Is 't wel ooit voorgekomen bij een
werk in Leiden, of in een andere gemeente van denzeifden omvang,
dat tien menschen tegelijk het leven verloren? lk geloof 'tniet! En
waarom zou dat ook het geval zijn? Alle werken staan onder de
controle van de gemeente-bouwkundigen; die de controle hebben
over de steigers en wat er verder bij den bouw te pas komt, eene
controle waardoor ongelukken kunnen worden voorkomen. En die
controle berust zelfs niet uitsluitend bij den architect en de opzich
ters maar ook bij het Dagelijksch Bestuur en den Gemeenteraad.
Want wij kunnen ter bevordering der veiligheid bij het bouwen
zoodanige verordeningen en zulke bepaliugen in de bestekken maken,
als wij noodig en oorbaar achten.
Wij loopen dus, mijns inziens, inderdaad geen groote risico op een
oogenblik. Mocht een werk zich voordoen waarbij een groote risico
is tc vreezen, zooals het herstel van een hoogen toren, dan zouden
wij die voor die keer kunnen assureeren. Juist het feit dat ons ge
vaar voor een oogenblik niet zoo groot is wederlegt het argument
van den heer De Sturler waar deze er op wijst dat men gebouwen
toch ook voor brand assureert.
Ja, M. d. V, omdat ons brand op een oogenblik een groot finan
cieel verlies zou kunnen berokkenen, ons werkelijk in financieele
ongelegenheid zou kunnen brengen. Wanneer bijvoorbeeld op een
oogenblik het Raadhuis afbrandt, dan zal ons dit heel wat meer
financieele schade veroorzaken dan wanneer twee of drie werklieden
het leven verliezen. Men mag brand-assuranlie niet gelijk stellen
met deze assurantie.
De door den heer Cock aangehaalde cijfers uit de stukken te Rot
terdam bij de behandeling dezer zaak overgelegd, en welke niet zijn
weersproken, geven ons inderdaad veei licht. In Rotterdam worden
de gemeente-werklieden ook voor allerhande werken gebezigd, en
nu wordt er aangetoond dat gedurende de laatste 10 jaren, ingeval
deze bij eene Maatschappij waren verzekerd, daarvoor aan premiën
zoude zijn uitgegeven eene som van J 11320. terwijl bij eene zelfde
uitkeering bij niet-verzeke-ing, het der gemeente zoude te slaan zijn
gekomen op f 1415 iets meer dns dan van de eerste som.
Ook met het oog op die cijfers komt het mij voor dat men inder
daad van het stelsel der Commissie geene financieele ongelegenheden
te wachten heeft, dat hel zelfs zeer stellig in ons voordeel moet zijn.
En waarom? Omdat wij helalen wat er uitgekeerd moet worden,
doch niet behoeven te betalen de winst en de administratiekosten
eener Maatschappij.
Nu ik toch aan het woord ben zal ik mij nog eene enkele opmer
king veroorloven omtrent de keus tusschen Maatschappijen van ver
zekering.
Eigenlijk is er in het stelsel van het Dagelijksch Bestuur geen
sprake van eene directe keuze door het Dagelijksch Bestuur te doen,
maar van iets veel ergers. Het Dagelijksch Bestuur wil de aanne
mers verplichten zich te assureeren bij eene soliede Maatschappij. Nu
zal een aannemer voorstellen zich bij Maatschappij A of B te assu
reeren, en Burg. en Weth. zullen c. q. moeten zeggen: neen, niet bij