I (Zie Ing. St. n*. 80.)
gemeente, maar dat wist men niet vooraf. Een ongeluk van den
omvang als door den lieer Van Lidlh de Jeude is genoemd, had dat
voordeel in een nadeel kunnen veranderen en het is geen argument
te zeggen, hel is toen goed gegaan, dus is het stelsel goed!
Een der bezwaren legen ons stelsel is ook dal er geen rechtsband
bestaat tusschen de Assurantie-Maatschappij en de gemeente. Uier-
legen moet ik doen opmerken dat de Maatschappij die het aanbod
van J pCt. heeft gedaan ook de verplichting op zieh heelt genomen
om de uitkeeringen aan de gemeente te doen en niet aan den aan
nemer. Daardoor bestaat, dunkt mij, de rechtsband en is de werk
man voldoende verzekerd.
Nu de quaestie ol men alles assureeren moet. Bij kleine werken kunnen
de werklieden zeker ook een ongeluk krijgen; een slraalmakcr kan bij
voorbeeld overreden worden; maar iedereen zal mij wel loegeven dat
bij zulk soort van werk hel gevaar van ongelukken al zeer gering
is. Welk stelsel voor de gemeente voordeeliger is, is a priori on
mogelijk uit te maken. Wanneer wij over 25 jaren weder bij eikander
zijn, dan eerst zullen wij kunnen beoordeelen welk der beide stelsels
voor de gemeente voordeeliger zou zijn geweest. Ik hoop dan te
kunnen zeggen dal het niet voordeelig is geweest ons te assureeren,
omdat dat bewijzen zou dat er weinig of geen ongelukken zijn voor
gekomen; maar hel tegendeel is natuurlijk even mogelijk, en dan
hebben wij èn het nadeel der ongelukken èn het fiuancieele op den
koop toe.
Ik weet niet hoeveel ongelukken met doodelijken afloop in
deze gemeente zijn voorgekomen. Niet lang geleden is een man uit
boom gevallen doch hij is niet gestorven, ofschoon hel zich aanvan
kelijk niet liet aanzien dal hij er weer bovenop zou komen. Natuur
lijk zijn alle tarieven van Verzekerings-Maalsehappijen gebaseerd op
kansrekening. Is dit zoo, dan hebben wij juist kans dat er binnen
kort in deze gemeente een ongeluk zal plaats hebben, omdat dit in
zoolang niet is voorgekomen. Mij komL hel voor dat de gemeente
met de minste uilga'ven, de meest voldoende waarborgen krijgt
Ik ontken niet dat ook aan ons stelsel moeielijkheden zijn verbon
den, doch een der grootste moeiclijkheden van het stelsel van de
Commissie vind ik wel, dat men aan Burg. en Weth. maar alles
overlaat. Wij zijn inenschen met zwakke harten, en mocht er zieh
nu een quaesljeus geval voordoen, dan zal het wel altijd in hel
voordeel van den werkman worden uitgewezen. Wij moeten dan op
eigen verantwoordelijkheid beslissen, en het ligt in den aard der
zaak, dat ten slotte de financiën der gemeente veel minder gewicht
in de schaal zullen leggen dan de belangen van den werkman. Hij
zal de uilkeering krijgen ook wanneer hij wellicht daarop geen recht
heeft. Ik zie dus stellig geen financieel voordeel in hel stelsel van
de Commissie, en ik verwacht er meer moeilijkheden van; bovendien
is het slechts eene verplaatsing van die moeilijkheden van de Assu
rantie-Maatschappij naar Burg. en Weth. Ik hoop dus, dat de Ge
meenteraad zieh met ons stelsel zal kunnen vereenigen.
Ik weel geen enkele gemeente, die ons een voorbeeld in dezen
zin gegeven heeft. Hel Rijk en de Provincie volgen hetzelfde systeem,
dal ook wij thans aan den Raad voorstellen. Worden de premicn
echter mettertijd te hoog dan kunnen wij nog het stelsel van de
Commissie gaan toepassen, evenals de Maatschappij «Nederland", die,
meen ik. ook hare eigen schepen assureert; groote gemeenten kunnen
dat eerder doen dan kleine, omdat in deze laatste hetgeen men
sparen kan niet genoeg is, om de risico te kunnen betalen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Vergun mij nog een enkel
woord. U heeft gezegd, dat wij in deze hel voorbeeld zouden geven,
en geconcludeerd laat ons liever volgen wal men ons elders heeft
voorgedaan. Ik zie daar echter de noodzakelijkheid niet van in. Wij
staan toch weer op de schouders van anderen; wij kennen reeds de
beslissingen en discussion uil andere gemeenten, en wij mogen nu
vragen welke van die verschillende stelsels het beste is.
D heeft gezegd: de quaestie is assureeren of niet assureeren. De
heer Was heeft dat reeds weerlegt, en al ware dat de quaestie, dan
mocht men nog niet redeneeren, alsof assureeren absoluut altijd goed
of kwaad is. Begrafenisfondsen, ziekenbussen, levensverzekeringen,
zijn goed; maar moeten wij er daarom allen ingaan? Neen, ieder
moet dat naar zijne eigen omstandigheden beslissen. Zoo ook inet
deze verzekering.
Wanneer men weinig openbare werken uitvoert en over weinig
mindelen beschikt, dan is 't goed zich te assureeren; voert men er
veel uit en heeft men een groote kas, dan is het onnoodig.
U heeft u verwonderd van den heer Cock en inij te hooren: «Wel
nu, als er zoo'n groot ongeluk gebeurt, dan betalen we maar f 10.000".
Zeker, dal nieenen we en we denken er bij, liever dan 20 000,
want op den duur betaalt men veel minder, wanneer de gemeente
zich zelf assureert, knikt van «neen". Nu, dan moet u de con
clusie accepteeren, dal Assurantie-Maatschappijen instellingen van
liefdadigheid zijn.
Neen, ze zijn financieele ondernemingen, wier administratiekosten
nten ook moet betalen, en die winsten wenschen te behalen.
U hebt mij iets in den mond gelegd dat ik niet heb gezegd, nl.
dal de Maatschappijen veel chicanes zullen maken. Zulk een slechten
dunk heb ik niet van haar, maar waarvan ik zeker ben is, dat zij
zullen doen als alle verstandige handelaren en in de eerste plaats
vragen naar haar eigen belang En dit is nu het voordeel van ons
stelsel, dat wij de beslissing van moeiclijkheden, zooals u terecht
opmerktet, leggen in handen van Burg. en Weth., juist omdat wij
weten dat Burg. en Weth. zijn menschen inet zwakke harten, die
niet in de allereerste plaats zullen letten op de belangen der ge
meente maar op die der werklieden, wier belangen het hier juist geldt.
Verder hebt u gezegd dat de bewijslast steeds zal rusten op de
Maatschappij, ik moet u daat legen doen opmerken dat dit geheel af
hangt van de wijze waarop de polis is ingericht.
U zegt dat eerst achteraf kan beoordeeld worden of men voordee
liger gehandeld zou hebben door zich niet te assureeren, en omdat
men vreest dat het onvoordeelig zal uitkomen assureert men zich.
Rotterdam heeft zich juist niet geassureerd en is door de berekening
achlcral tol de conclusie gekomen dat assurantie bij eene Maat
schappij financieel onvoordeelig zou zijn geweest.
Zeer heeft mij getroffen eene opmerking dat in de jaren, waarover
de opgegeven cijfers in Rotterdam lóopen, vele groote werken zijn
uitgevoerd, en in die jaren dus veel aan premiën had moeten be
taald worden. M. d. Wij hebben daardoor iu die cijfers de be
trouwbare statistiek waarvan u beweert dat zij ontbreekt. Oflicicelc
statistiek is er niet, maar datgene wal voor eene goede statistiek
vereisclit wordt, hebben wij hier juist, omdat wij door het groote
getal uitgevoerde weiken een groot cijfer van vergelijking bezitten.
Wat U hebt opgemerkt omtrent den rechtsband die er zou be
slaan wanneer de aannemer zijne werklieden verzekerde bij eene
Maatschappij, was m. i niet volkomen juist. De werkman heeft op
grond der verzekering door den aannemer alleen nog niet het recht
om bij de Maatschappij aan te kloppen. En al verbindt de Maat
schappij zich tegenover den aannemer om aan de gemeente te be
talen, daardoor ontslaat er geen rechtsband tusschen de gemeente
en de Maatschappij, de gemeente is dan wat wjj juristen noemen:
•solutionis causa adjecius iemand aan wien men mag betalen maar
die gccne betaling mag vorderen. Wanneer de Maatschappij betaalt
aan de gemeente, dan mag of moet de aannemer dit goed vinden,
doch de gemeente geene betaling vorderen van de Maatschappij.
De ooitziTTEn. De heer Fockema Andraae heeft slechts herhaald
wal hij straks reeds heelt gezegd, nl. gewezen op de cijfers van Rot
terdam; doch dal is eene redeneering aprês coup, die alle waarde
uiist zoolang wij vóór de werken staan. Zooals ik reeds herhaaldelijk
zeide: eerst na afloop van een jaar of van een werk kan men zien
wat voordeeliger zou zijn geweest, assureeren of niet assureeren En wat
den rechtsband ol de rechtszekerheid betreft, men kan de maatschappij
die de assurantie sluit en in welker polis iets voorkomt ten nadeele
van den werkman zeggen: wanneer gij dit niet verandert nemen wij
uwe maatschappij niet aan; of de gemeente stelt zekere condities die
in den polis moeten opgenomen worden.
Wij behoeven zeker niet blindelings na te volgen wat anderen
doen, maar in het onderhavige geval zie ik geene enkele reden om,
waar wij voor de keus staan van assureeren of niet assureeren, in
alwijking van wat overal elders, bij Rijk, provinciën en alle groote
gemeenten geschiedt, een anderen weg in te slaan; alleen dan wanneer
de som der te betalen premicn zoo groot wordt, dat zij de risico,
in geld uitgedrukt overtreft, is men verantwoord de assurantie voor
eigen rekening te nemen. Het zijn dan ook in den regel alleen
groote lichamen, zooals indertijd de rederij van Van Hoboken, de
maatschappij "Nederland" en dergelijke die dat met voordeel kunnen
doen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter. Ik zal nu in stemming brengen het beginsel van
het voorstel van Burg. en Weth., het stelsel dus van assurantie bij
eene maatschappij.
De heer Van Hamel. M. d. V.! Wanneer men tegen dit beginsel
is, beleckent zulks dan dat men is voor hel beginsel van de Com
missie voor de Huishoudelijke Verordeningen, voor het stelsel van
eigen verzekering door de gemeente?
De Voorzitter. Ja; bij verwerping van ons beginsel, zal worden
geacht te zijn aangenomen hel stelsel van de Commissie voor de
Huishoudelijke Verordeningen.
De heer Was. Er bestaat nog een ander stelsel het zoogenaamde
Rolierdamsche stelsel. Dal blijft intact.
Neem aan dal de Raad het stelsel van de Commissie verwerpt,
dan blijven wij toch vrij om hel stelsel van Burg. en Weth. op alle
mogelijke manieren te verbeteren en te wijzigen, ook door b. v. het
Rolierdamsche stelsel aan te nemen
De Voorzitter. Mjjn voornemen is, oin, wanneer over een der
heide stelsels beslist is, de verdere discussiën te sluiten, en de uit
voering van het aangenomen stelsel in een volgende Vergadering in
behandeling te brengen; men is dan in de gelegenheid alle mogelijke
amendementen in te dienen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De beraadslagingen worden alsnu gesloten.
Het stelsel van Burg. en Weth. wordt in stemming gebracht en
verworpen met 12 tegen 10 stemmen, waardoor het stelsel van de
Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen is aangenomen.
Tegen stemden de heeren: Drucker, Zaaijer, Sicgenbeek van Heu-
kelom, Fockema Andreae, Van der Breggen, Dekhuyzen, Zaalberg,
Van Hamel, Cock, Verster. van Wulverhorsl, Was en Du Ricu.
Voor stemden de heeren: De Goeje, üriessen, De Slurler, Juta,
Zillesen, Verbey van Wijk, Van Reenen, Lc Poole, Kaiser en Van
Lidlh de Jeude.
XVIII. Verzoek van Dr. H. A. Lorentz, betrekkelijk het doen rooien
van hoornen aan de Hooigracht.
(Zie Ing. St. n°. 74.)
De Voorzitter. Wegens het vergevorderde uur stel ik voor dit
verzoek te behandelen in de volgende Vergadering.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
XIX. Idem van J. Locbcr, om eene sloep te leggen aan de
Kaiserstraat.
(Zie Ing. St n'. 94.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming toegestaan.
XX. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
over 4891.