G
'Ei!
19
Hi
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. «O
Leiden, 7 Maart 1892.
Tot het plaatsen van een walmuur aan de Zoeterwoudsche Singel-
sloot langs perceel sectie A, n°. 4370, heeft J. J. Planjer, wiens be
trekkelijk adres hierbij wordt overgelegd, noodig twee dammen aan
te brengen, waar tegen geen bezwaar is, evenmin als tegen het aan
brengen van een tijdelijke brug, terwijl de vergunning voor hel
leggen van een blijvende brug door de eigenaresse zal inoeten worden
aangevraagd. i
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien, na overleg met de Commissie
van Fabricage, in overweging aan adressant de gevraagde vergunning
te vcrleenen tot het maken van een walmuur aan de Zoeterwoudsche
singelslool langs perceel Sectie A, n*. 4370, het aanbrengen van twee
dammen en het leggen van eene tijdelijke brug over genoemde sloot,
behoudens de toestemming van hel Hoogheemraadschap van Rijnland,
onder voorwaarde dat de plaats van den walmuur door den Gemeente-
Architect worde bepaald, dat alle schade aan den berm veroorzaakt
door adressant worde hersteld, de dammen na afloop van het werk
geheel worden verwijderd, het leggen van de dammen en van de
brug geschiede onder toezicht van den Gemeente-Architect en legen
betaling van de recognitiën bedoeld bij art. 3 n°. 8 en n®. 35 van
van het Tarief.
vorderingen. Gaarne raad ik haar het gevraagde ontslag zoo eervol
mogelijk te verleenen.
Aan den Heer Burg. der
gemeente Leiden.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Wetli. van Leiden.
Aan het Bestuur der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen J. 1 Planjer te Leiden,
dat hij, namens de Wed. T. Boekee te Zoeterwoude, tot uw bestuur
het verzoek richt in de Singclsloot voor het perceel der gemeente
Zoeterwoude, Sectie A, n°. 4370, een walmuur te plaatsen, en te dien
einde tijdelijk twee dammen ter weerszijden van dat perceel aan te
brengen, en tevens eene brug over genoemde sloot te leggen voor
dat perceel.
Voor een en ander vraagt hij Uwe vergunning.
't Welk doende enz.
J. 1. Planjeb.
Leiden, 15 Februari 1892.
'l Welk doende,
A. Schaft.
Het hoofd der openb. school 3e kl. n®. 1
A. Van deb Habst.
N®. 63. Leiden, 7 Maart 1892.
Ten aanzien van het aan Uwe Vergadering medegedeeld schrijven
van mevrouw I. F. H. Van KaathovenVan Overzee, hierbij overge
legd, geven wij Uwe Vergadering in overweging, onder dankbetuiging
aan mevrouw Van Kaathoven voornoemd voor de toezending van
het daarhijhcdocld spaarbankboekje, te besluiten dat bedoelde gelden
onder beheer worden gesteld van Burg. en Weth., ten einde daar
over bij voorkomende cpidemien ter ondersteuning van behoeftigen
te beschikken, onder verplichting van rekening en verantwoording
aan den Gemeenteraad.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Mijne Ileeren!
Onder de papieren van mjjn overleden echtgenoot Dr. Jacobus Van
Kaathoven werd door mij het hierbij gevoegd Spaarbankboekje ge
vonden, waarop in der lijd het bedrag werd ingeschreven van het
saldo dat bij de ontbinding der in het jaar 1866 in hel leven ge
roepen Cholera Commissie was in kas gebleven, welk bedrag met
inbegrip der daarop tol op heden bijgeschreven rente thans eene
som bedraagt van 596.54.
Ik heb gemeend voornoemd boekje aan Uwe Vergadering te
moeten inzenden, ten einde door haar zoude kunnen worden beslist,
welke bestemming daaraan zal behooren te worden gegeven.
Met gevoelens van hoogachting heb ik de eer te zjjn,
UEd. dw. dienaresse,
Leiden, 12 Februari 1892. 1. F. H. Van Kaathoven,
Van Ovebzee.
flo. 61. Leiden, 7 Maart 1892.
Naar aanleiding van nevensgaand adres van A. Schaft, hebben wij
de eer U mede te deelcn dat, nu de perceelen Hocfstraat n®. 1, 3 en
5 voor den afvoer van faecale sloffen zijn aangesloten aan het Liernur-
stelscl, er geen bezwaar beslaat den eigenaar A. Schaft voornoemd
vergunning te verleenen hel hemelwater af te voeren naar bet stads-
kolkriool, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan
adressant de gevraagde vergunning te verleenen onder voorwaarde
dat het werk geschiede onder toezicht van den Gemeente-Architect,
de kosten van straten en herstratcn door adressanten worden vergoed
en tegen betaling van eene recognitie van f 1.50 per jaar krachtens
het tarief art. 3 n®. 11.
Aan den Gemeenteraad.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: A. Schaft, huisschilder;
als eigenaar van de in aanbouw zijnde perceelen in de Hocfstraat
straatn0. 1, 3 en 5, dal hij eene walerloozing van voormelde per
ceelen wenscht aan te sluiten met het stadsriool, waarvoor beleefdelijk
uwe toestemming wordt verzocht.
Burg. en Weth. van Leiden.
pjo, eg. Leiden, 10 Maart 1892.
Onder overlegging van nevensgaande stukken hebben wij de eer
Uwe Vergadering mede te dcelen dal er ook bij ons geene beden
kingen beslaan tegen de inwilliging van het verzoek van mejuffr J
Drinhuyzen, om eervol ontslag uil hare betrekking van tweede onder
wijzeres aan de openbare school der 3c klasse n°. 1.
Wjj geven U derhalve in overweging haar dat ontslag te verleenen
met ingang, overeenkomstig haar verzoek, van 1 Mei a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
De ondergeteekende tweede onderwijzeres aan de openbare school
n'. 1 der 3e klasse, neemt de vrijheid UEdclachtbaren eervol ontslag
te verzoeken uit hare betrekking tegen 1 Mei e. k., omdat zij in het
huwelijk treden zal.
Leiden, 5 Maart 1892.
Met hoogachting heeft zij de eer te zijn,
Van UEdelachtbaren,
de dienstw. dienaresse,
J. Dbinhuyzen.
N®. 64.
Leiden, 10 Maart 1892.
Onder overlegging van nevensgaand adres van F. N. Knoch alhier,
hebben wij de eer U mede te deelen dat de zoon van adressant, E.
F. Knoch, op 29 Januari jl. als leerling op de Hoogere Burgerschool
voor Jongens is toegelaten en dat adressant eerst in Januari in deze
gemeente gevestigd is, zoodat er, onzes inziens, alleszins termen be
staan om gunstig op het verzoek te beschikken.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijn
zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over het eerste
kwartaal van den cursus 1891/92.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen F. N. Knoch, wonende
alhier,
dat zijn zoon Ernst Friedrich tegen het einde van Januari jl. is
toegelaten als leerling op de Hoogere Burgerschool voor Jongens
alhier;
dat hij alzoo over het eerste kwartaal van den cursus 1891/92
van het onderwijs aan die inrichting geen gebruik heeft kunnen
maken;
dat voorts adressant in Januari jl. in deze gemeente zich met der
woon heeft gevestigd, komende uit Ned -Indië.
Redenen waarom adressant Uwe Vergadering beleefd verzoekt, hem
restitutie te willen verleenen, van het voor zijn zoon betaalde school
geld over het eerste kwartaal van den cursus 1891/92.
't Welk doende enz.,
KklOCH.
N°. 65. Leiden, 7 Maart 1892.
Onder overlegging van nevensgaand adres van mej. B. W. C. J. De
Both, wed. T. W. Bellerman en onder mededeeling dal de betrek
kelijke correspondentie met den Slads-Vroedmeester in de Leeskamer
is nedergelegil ter inzage van de leden, geven wij Uwe Vergadering
in overweging aan adressante ontslag te verleenen als adjunct-stads-
vroedvrouw.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, den 9 Maart 1892.
In antwoord op Uw apostille van gisteren, waarbij een verzoek
van mejuffr. J. Drinhuyzen om eervol ontslag uit hare betrekking van
2e onderwijzeres aan de openbare school 3e kl. n®. 1, heb ik de eer
U te berichten, dat het den len Mei e. k. juist 17 jaren zijn zal, dat zij
als 3e onderwijzeres in dienst trad. Later werd zij, na het verkrijgen
van de acte als hoofdonderwijzeres, als 2e onderwijzeres aangesteld.
Vroeger was zij leerling en kweekeling van dezelfde school Om hare
toewijding tot- en praktische geschiktheid voor hare laak verdient
zij een woord van lof. Hare leerlingen maakten altijd zeer goede
Aan den Gemeenteraad te Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen:
Bernardina Wilhelmina Cato Johanna De Both Wed. T. W. Belter
man, Adjunct-Slads-Vrocdvrouw wonende Langebrug 59, dat zij, wegens
veelvuldige werkzaamheden niet in staat is genoemde betrekking naar
behooren te kunnen waarnemen.
Reden waarom zy eerbiedig verzoekt haar eervol ontslag uit die
betrekking te willen verleenen.
Leiden. 29 Februari 1892.
't Welk doende,
UEd. Dv. Dienares,
B. W. C. J. De Both
Wed. Beltebuan.
N®* 66. Leiden, 8 Maart 1892.
Ondergeteekenden, in Uwe Vergadering van Maart benoemd om te
adviseeren over de voordracht van Burg. en Weth. van 11 Februari
1892 over het verleenen van goedkeuring aan de Leidsche Duin-