GEMEENTERAAD ÏAN .LEIOEN. INGEKOMEN STUKKEN. N». 17. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van i 118 Januari 1892. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Januari. 11 4.30—6.30 7 16.2 2 12 4.30—6.15 8 16.2 3 13 4.30—6.15 7 16.4 4 14 4.30—6.30 8 16.6 5 15 4.30—6.30 7 16.4 6 16 4.30—6.15 8 16.4 7 17 4.30—6.30 8 16.6 N». 18. Leiden, 21 Januari 1892. Wij hebben de eer hiernevens aan Uwe Vergadering over te leggen het verzoek van de heeren Mrs. H. B. Greven en W. Van der Vlugt, ter bekoming van een gedeelte grond van de Boommarkt voor de' oprichting van een gebouw ten behoeve van den werkmansstand, ver gezeld van eene nadere toelichting, alsmede de naar aanleiding van dit verzoek ingekomen adressen, als van eigenaars en bewoners van perceelen gelegen aan de Boommarkt en van den heer Hartevelt, houdende bezwaren tegen de inwilliging van het verzoek en van de Afdecling Leiden van het Algemeen Nederlandsche Werkliedenverbond en van een aanzienlijk aantal alhier wonende werklieden tot onder steuning van het verzoek. Een nader adres van de heeren Greven en Van der Vlugt waarbij het plan nader wordt toegelicht en de daartegen aangevoerde be zwaren worden behandeld, is bereids in druk aan de leden Uwer Vergadering toegezonden. Blijkens het overgelegde plan zoude moeten worden ingenomen een gedeelte van de Boommarkt in het verlengde van de Meisjesschool le klasse ter lengte van 28 meter en ter breedte, in verband met de geering van het terrein, van ongeveer 14.5 tot ongeveer 11 meter, terwijl eene breedte van 10 meters, na de bebouwing zal overblijven voor de openbare straat tusschen de daarop uitkomende woningen en het te stellen gebouw. Door de Commissie van Fabricage wordt, met het oog op de reeds ingediende bezwaren ten aanzien van den hinder voor licht, luchten uitzicht voor de rij woonhuizen, die aan de Boommarkt uitkomen, als in verband met de markt en de kermis, waarvoor de Boommarkt sedert jaren wordt gebruikt, geadviseerd, alvorens het verzoek in nadere overweging te nemen en de voorwaarden le bepalen waarop eene gunstige beschikking zou kunnen volgen, de beslissing van den Gemeenteraad te vragen omtrent de plaatsing van dat gebouw op de aangewezen plaats. Een lid dier Commissie heeft zich in tusschen thans reeds tegen de inwilliging van het verzoek verklaard, op grond dat de aangevraagde plaats z. i. ten eenenmale daarvoor ongeschikt wordt geaebt. De minderheid van ons College is mede laatstbedoelde zienswijze toegedaan. Met het oog op de weinige open ruimte in onze gemeente aanwezig, acht hjj het niet geraden wederom een gedeelte van eene openbare straat of plein te bestemmen voor bebouwing, waardoor tevens de belangen van de nabij wonenden op min of meer ernstige wijze worden geschaad. De minderheid is alzoo tegen de inwilliging van het thans ingediend verzoek, hoezeer ook overigens overtuigd dat het alleszins op den weg van het Gemeentebestuur ligt om adressanten in de berei king van het door hen beoogde loffelijk doel zooveel mogelijk te steunen. 0 De meerderheid van ons College, hoezeer erkennende dat de bebouwing van het aangevraagd terrein eenige bezwaren voor enkele bewoners zal tengevolge hebben, is echter van oordeel dat die bezwaren niet van genoegzaam gewicht zijn om daardoor de tot stand komin°- van het plan, door niet inwilliging van het verzoek, onmogelijk te maken. J Het is toch gebleken dat geen ander geschikt terrein te vinden is, terwyl de verwezenlijking van het plan voorzeker van groot be lang voor de gemeente wordt geacht. Het geldt hier eene ontegen zeggelijk nuttige stichting, ten doel hebbende de ontwikkeling van den werkmansstand. Wat door adressanten ten deze wordt aange voerd, beamen wij ten volle, en wij waardeeren ten zeerste de vele bemoeiingen, met de meeste belangeloosheid door de ontwerpers op zich genomen, ter bereiking van het door hen beoogde doel. Ware nu de Boommarkt niet reeds voor een deel bebouwd door de plaatsing aldaar van de Meisjesschool le klasse, dan zoude wellicht de vraag rijzen of het wel wenschelijk is niet de bebouwing een aanvang te maken. Thans echter, nu een groot gedeelte der Boommarkt door die school is ingenomen, is de toestand geheel veranderd Nu is het pleintje reeds verloren en geeft de hoek tegen de tuinschutting van de school steeds aanleiding tot verontreiniging. Er is alzoo thans geen sprake van de verandering van een plein in een bebouwd ge deelte. doch alleen van de vernauwing van eene straat, die altijd nog eene breedte van 10 meters overhoudt. Enkele perceelen aan de Boommarkt zullen uitzicht verliezen, doch dit is ook niet zoo belangrjjk als het schjjnt. Perceel n°. 7 behoudt voor de bovenkamers het uitzicht over de speelplaats heen; n». 8 behoudt het uitzicht in de schuinte langs het gebouw, wat bij eene straat van 10 Meter zeer belangrijk blijft. Alleen de achterkant van het Hotel Verhaaff wordt wezenlijk belangrijk in uitzicht verminderd, doch daar de voornaamste localiteiten van dit Hotel aan de voor- Z.- k.-Sen m 's dit bezwaar niet gewichtig genoeg om de stichting van een dergelijk gebouw van publiek belang tegen te gaan. Overigens achten wij dat de bezwaren van de bewoners en eige- naars der aangelegen panden door de ontwerpers in hun tweede adres tot hare juiste heteekenis zijn teruggebracht en meenen wij ons aan die beschouwingen le kunnen refereeren. Ook wij zijn van oordeel dat de buurt door het tot stand komen van het gebouw belangrijk zal worden verfraaid en dat de rioleering voor de aangelegen huizen niet alleen niet zal benadeeld worden, maar dat deze uit den aard der zaak moet worden verbeterd. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering in over weging te besluiten dat de Gemeenteraad bereid is het aangevraagd terrein van de Boommarkt kosteloos in gebruik met het recht van opstal al te staan aan de door adressanten op te richten vereeniging voor de stichting van een gebouw ten behoeve van den werkmans stand gedurende den tijd zoolang het gebouw voor dit doel besterad blijft, onder voorwaarde dat de plannen voor den bouw aan de goed keuring van den Gemeenteraad worden onderworpen, dat het ge bouw het vrye eigendom wordt der gemeente Leiden, in geval de stichting of vereeniging ophoudt te bestaan of aan een ander doel WOrj d|enstl>aai; gemaakt dan in de oorspronkelijke acte is vermeld of bezwaren u rs in Seen §eva' het gebouw mogen vervreemden Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen: j' ^reve" en, ^an der Vlugt, hoogleeraren te Leiden, dat hun door eenige belangstellenden een kapitaal is verstrekt met het doel, binnen Leiden een gebouw te stichten ten behoeve van den werkmansstand; dual ï!0'1 V00l[stehen, dat dit gebouw, hetwelk aan eene op te nc Hen stichting zal toebehooren, o. a. zal moeten bevatten eene lees zaal, eene gymnastieklokaal, eene groote zaal, benevens eene bibliotheek en verscheidene cursuskamers; dat zij in hunne pogingen, om van particulieren een goed gelegen terrein te bekomen, dat voldoende ruimte voor eene groote zaal aan biedt, niet zijn geslaagd; dat zij in deze omstandigheid vrijheid vinden zich te richten tot Uwen Raad, met het verzoek, hun op nader overeen te komen voor- waarden de beschikking te geven over een gedeelte gemeentegrond, groot 28 meter lengte bij 14 tot 11 meter breedte, gelegen aan de oommarkt, langs de waterzijde en den tuin van het bestaande schoollokaal. Leiden, 30 November 1891. 't Welk doende enz. H. B. Greven. W. Van der Vlugt. Aan EdelAchtb. HH. Burg. en Weth van Leiden. Tot nadere toelichting van een op heden door ons aan den Ge meenteraad van Leiden gericht schrijven hebben wij de eer, het volgende onder de sandacht van Uw College te brengen. Wij stellen ons voor, dat op het door ons gevraagde terrein een gebouw zal verrijzen, waarvan de kosten naar onze schatting de som van dertig duizend gulden zullen overtreffen. Wij voegen eene terreinteekening hierbij, aanwijzende de te bebouwen oppervlakte. Het gebouw zal het eigendom worden eener stichting, welke volgens de stichlingsacte zal worden beheerd door een Bestuur, waarvan de groote meerderheid der leden door te Leiden gevestigde corporatiën zal worden aangewezen. In de slichtingsacte zal de bepaling worden opgenomen, dat, inge val de stichting ophoudt te bestaan, of aan een ander doel wordt dienstbaar gemaakt dan in de oorspronkelijke acte is vermeld, de grond met het daarop slaande gebouw het vrije eigendom zal worden der gemeente Leiden. Wij zijn bereid, ons voor wat aangaat den uitwendigen bouw, te gedragen naar de eischen, welke ons Uwerzijds mochten worden gesteld. Onder deze voorwaarden vertrouwen wij, dal Uw College vrijheid zal vinden, den Raad voor te stellen, ons het benoodigde terrein af te staan. Met de meeste hoogachting hebben wij de eer te zjjn Uwe dienstw. dien. Leiden, 30 November 1891. H. B. Grëyen. W. Van der Vluet. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekenden, bowoners en eigenaars van perceelen gelegen aan de Boommarkt te Leiden; dat zy met belangstelling hebben ontwaard dat aan Uwen Raad is ingediend een adres van de heeren Mrs. W. Van der Vlugt en H. B. Greven, Professoren bij de Rijks-Universiteit alhier, strekkende om in eigendom te verkrijgen een gedeelte grond, der gemeente toebe- hoorende, gelegen aan de zuidzjjde van de Boommarkt, ten einde daarop een gebouw te stichten voor den arbeidenden stand; dat onder erkenning van de goede bedoelingen der genoemde heeren, ondergeteekenden evenwel niet mogen ontveinzen dat zij met onverdeeld leedwezen bedoeld verzoek zouden zien ingewilligd, daar immers le vreezen ware dat de wijk waarin de oprichting van gemeld arbeidsgebouw wordt gewenscht, eventueel veel van haar karakler zou verliezen als stadskwartier, waarin een deel der wel varende burgerklasse metterwoon is gevestigd, en dientengevolge dan ook de perceelen, door de tegenwoordige eigenaars en huurders be woond onvermijdelijk aanmerkelijk in waarde zouden verminderen; 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1892 | | pagina 1