110 De Voorzitter. Ik weet wel dat het geen de minste moeite zou kosten om f 300 kwijt te raken, maar er wordt hier door adres santen gevraagd om een subsidie van ƒ300 te geven aan eene met name genoemde onderneming, welke blijkens hare eigen mededeeling niet meer bestaat. Laat ons nu eerst afwachten, of eene nieuwe onderneming zich tot ons wendt, dan hebben wij iets waaraan wij ons kunnen houden Overigens ben ik het niet eens met den heer Van Hoeken, dat maar moet vallen wat niet op eigen beenen kan staan; maar dat is nu eenigszins buiten de orde. De beraadslaging wordt gesloten. Op het adres wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het advies van Burg. en Weth. afwijzend beschikt. XI Ontwerp-Verordening voor de Commissie voor het Oud-Archief, met onlwerp-instructie van den Archivaris. (Zie Ing. St. n°. 249.) De Voorzitter. Ik stel voor dit punt heden niet te behandelen, maar uit te stellen tot eene volgende Vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten. XII. Voorstel betrekkelijk de oprichting van een Archiefgebouw. (Zie Ing. St. n°. 208 en 262.) De heer Van Hoeken. M. d. V. Wanneer ik mij niet vergis, dan heb ik in de leeskamer eene begrooling gevonden van 489U0. Het is mogelijk dat die begrooting in de Commissie van Fabricage is be handeld. maar aangezien er mij niets van bekend is, zou ik gaarne eenige inlichtingen willen hebben. In de vorige Vergadering hebt u gezegd, dat het bedrag van 40000, niet zou mogen worden over schreden dat ben ik natuurlijk met u eens, maar welke zekerheid kunt u den Raad geven, dat die som niet zal worden overschreden. Ik ga af op de cijfers der begrooting welke ik heb gezien, en aan deze begrooting zal ik zeker mijne stem niet geven. Ik zal dus tot mijn leedwezen verplicht zijn tegen dit voorstel te stemmen. De Voorzitter. De begrooting welke u gezien hebt, is de oor spronkelijke begrooting. Daarna zijn er wijzigingen aangebracht, waardoor de begrooting is gebracht op het bedrag dat voor den bouw beschikbaar is. Op de begrooting die u gezien hebt, kunt gij u dus niet beroepen. De heer Van Hoeken M. d. V.Dan moet ik constateeren dat de eerste begrooting niet goed was, maar welke zekerheid hebben wij nu, dat de tweede begrooting niet zal worden overschreden want als ik wel heb gezien is er aan de leekening niets veranderd; van veranderingen is niets te bespeuren, en in dit geval vind ik het gewaagd om op die wijze zijn stem over een voorstel uit te brengen. De Voorzitter. Ik zeide reeds dat het eene voorloopige begrooting was geweest. Toen het bleek dat deze te hoog was, is het plan zoodanig gewijzigd, dat de som van 40000 niet werd overschreden. De heer Van Hoeken vraagt en verkrijgt voor de derde maal het woord. M. d. V.! Dan vraag ik of het niet rationeel geweest zou zijn die verbeterde of gewijzigde begrooting te stellen in handen van de Commissie van Fabricage, die toch zeker bevoegd moet geacht wor den over dergelijke zaken te kunnen oordeelen. In elk geval is het toch beter dat de begrooting vóórdat de aanbesteding plaats heeft, door de Commissie van Fabricage worde goedgekeurd. Waarvoor is ook anders eene Commissie van Fabricage? De Voorzitter, De heer Van Hoeken zal mij genoegen doen een werk op te noemen dat niet vóór de aanbesteding in de Commissie van Fabricage is behandeld. Zooals de heer Van Hoeken weel stemt de Raad alleen over den vorm en over de som die toegestaan wordt, maar verdiept zich niet in de verschillende details der bestekken. Daarmede houdt het Dagelijksch Bestuur zich onledig. Er wordt nu niet voorgesteld om de aanbesteding te doen plaats hebben, maar hel voorstel strekt alleen om ons in de gelegenheid te stellen te kunnen aanbesteden. Wordt dit voorstel door den Raad aangenomen, dan gaan wij alles gereed maken voor de aanbesteding; het uitwerken van de be grooling geschiedt later, en die begrooting komt ook in de Commissie van Fabricage. De heer Hasselbach. Ik meen dat in de som van 48900 door den heer Van Hoeken genoemd, ook wes begrepen de centrale ver warming. Maar aangezien dit bedrag niet beschikbaar was, is die som voor de centrale verwarming er uit genomen en zijn nog eenige wijzigingen aangebracht, waardoor de lagere raming is bereikt. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Voordat ik de Vergadering sluit, zij het mij ver gund nog eene opmerking te maken, minder van algemeenen dan van bijzonderen aard. Dit is dan ook de reden waarom ik er vergunning voor vraag lk wilde nl. den heer Fockema Andreae wijzen op art. 39 van ons Reglement van Orde waarin staat dat«indien een lid ten aanzien van een onderwerp, hetwelk vreemd is aan de orde van den dag, inlichtingen van den Voorzitter of van de Wethouders ver langt, hij tot het doen dier vragen verlof van de vergadering noodig heeft." Dit artikel heeft de heer Fockema Andreae zoo straks, toen hij zijne interpellatie hield over het niet overleggen aan den Raad van het schrijven betreffende het Liernurstelsel, uit het oog verloren, op zich zelf beschouwd vind ik dat nu zoo heel erg niet, maar waar hij zoo spoedig gereed is met aanmerkingen op ons te maken, waar wij somwijlen een soortgelijk verzuim plegen, en er zoo op staat om ten aanzien van anderen de puntjes op de I te zetten, daar ware het, meen ik, in de eerste plaats van hem te verwachten geweest die puntjes zelf niet te vergeten en zich niet te vergrijpen aan het geen hij ons zoo gereedelijk verwijt. Niemand verder het woord verlangende, wordt de openbare Ver gadering gesloten en veranderd in eene met gesloten deuren. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 6