Schneither verzekeren, dat liet ons aangenaam zal zijn met u in het College van Dagelijksch Bestuur zamen te werken. (Toejuichingen) IV. Idem van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Gekozen wordt de heer Juta met 16 stemmen; op den heer Schneither waren 6 stemmen uitgebracht, en één briefje was in blanco. De heer Juta verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. V. Idem van een bestuurder van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. n°. 199.) Gekozen wordt Dr. D. E. Siegenbeek van Ileukelom met 22 stemmen één briefje was in blanco. De Voorzitter. Mag ik den heer Van Hoeken thans verzoeken zich te verklaren omtrent zijne benoeming tot lid van de Commissie van Fabricage? De heer Van Hoeken. M. d. V.! Behalve dat ik mijzelve niet vol doende bekwaam acht, vrees ik dat mij de noodige lijd zal ont breken om die betrekking naar behooren waar te netnen aan gezien ik zelf een drukke zaak en een groot gezin heb, waar ik in de eerste plaats voor zorgen moet; ik neem echter de benoeming aan onder voorwaarde, dat wanneer ik bemerk, dal de betrekking mij te moeilijk valt, ik ze weer zal neerleggen. Aan de orde is nu: VI. Voorstel tot wijziging van het Reglement [voor de Hulpkantoren der Bank van Leening en betrekkelijk eene vaste aanstelling van de tijdelijke beambten aan die Hulpkantoren. (Zie Ing. St. n\ 117 en 198.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen VII. Verzoek van het Bestuur der Afdeeling Leiden en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, om een subsidie voor de Tentoonstelling. (Zie Ing. St. n'. 195.) De Voorzitter. Dit voorstel is in de vorige Vergadering aange houden naar aanleiding van de toen gevoerde discussiënik heb toen op mij genomen met het Bestuur der afdeeling Leiden van de Hol landsche Maatschappij van Landbouw in overleg te treden, over een vermindering van het subsidie. De heer Roodenburg, de secretaris der afdeeling, heeft de beleefdheid gehad in de Vergadering van Burg. en Weill, te komen (de voorzitter was door ongesteldheid verhinderd) en heeft ons medegedeeld dat de Maatschappij zich onder geen voor waarde verklaren kon voor het houden der tentoonstelling hier ter stede, tenzij het subsidie van t 2000 ten volle werd toegestaan. Gouda heeft evenals Leiden getracht de Tentoonstelling te krijgen, en wanneer Leiden moeielijkheden maakt, dan zullen wij een weigerend antwoord krijgen en zal het voorstel van Gouda worden aangenomen. Men heeft ons ook een antecedent medegedeeld betreffende Alkmaar, dat ook getracht had, dat de Maatschappij zich met 1000 zou te vreden stellen, maar te vergeefs; het was voor die gemeente toen ook »a prendre ou a laisser"en dat was toenmaals de eenige stad in Noord- Holland die een aanbod had gedaan, terwijl er nu twee zijn, waarvan de eene zich bereid heeft verklaard de volle f 2000 als subsidie te geven. Het blijft ons voorkomen, dat het houden der Tentoonstelling hier ter stede een zaak is zoowel in het belang der ingezetenen als in dat der gehecle stad; wanneer de gemeente zich dus bovendien een op offering van f 500 getroost, dan zal dat geld verveelvuldigd in de stad terugkomen. Wij blijven dus adviseeren het voorstel, zooals het thans luidt, aan te nemen. De discussie wordt thans gesloten en het voorstel op verzoek van den heer Verster van Wulverhorst in stemming gebracht. Het wordt aangenomen met 22 stemmen legen één stem, die van den heer Verster van Wulverhorst. VIII. Verdeeling van den Raad in sectiën. Bij loting worden de sectiën als volgt samengesteld. In de eerste sectie zullen zitting hebben; als Voorzitter, de nog te benoemen Wethouder; als lid van de Commissie van Fabricage, de heer Hasselbach; als lid van de Commissie van Financiën, de heer Drucker; en als leden, de heeren: Kaiser, Zillesen, Fockema Andreae, Was, Van Hamel, Le Poole en Van Lidth de Jeude. In de tweede sectie: als Voorzitter, de Wethouder de heer Juta; als lid van de Commissie van Fabricage, de heer Van Hoeken; als lid van de Commissie van Financiën, de heer Dekhuizen; en als leden de heeren: Versier van Wulverhorst, Cock, Du Rieu, Van Reenen, Koetscr en Zaalberg. In de derde sectie: als Voorzitter, de Wethouder de heer Schneither; als lid van de Commissie van Fabricage, de heer De Laat de Kanier; als lid van de Commissie van Financiën, de heer Driessen; en als leden, de heeren: Van der Breggen, De Goeje, Zaaijer, Tieleman, De Sturler en Verheij van Wijk. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord ver langende, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 2