48 Sameu 1769.64' toegestaan1499.23 De lieer Fockema A.ndreae. M. d. V.! De Commissie van Financiën heeft ook ditmaal geen reden gevonden om te advisecren tot niet- goedkenring van deze staten van af- en overschrijving. Zooals ik reeds meermalen opmerkte, gaat 't niet aan zulk een advies uit te brengen, omdat, wanneer deze stalen niet werden goedgekeurd, het gevolg er van wezen zou, dat Burg. en Weth. deze uitgaven uit eigen zak zouden moeten betalen, en dal gaat toch niet aan, daar 't uitgaven geldt, die ongetwijfeld met goede bedoeling en in 't belang van de gemeente zijn geschied. Ik wil daarom slechts eenige vragen om inlichting tot u richten, M. d. V.! En in de eerste plaats zou ik gaarne van u wenschen te vernemen of de verhooging van den post voor druk- en bindwerk, zooals uit de toelichting schijnt te moeten blijken, alleen veroorzaakt is door het meerdere drukwerk tengevolge van de aanhangige plannen tot uitbreiding van de grenzen der gemeente? Maar ook over Volgn. 489 wensch ik een enkele vraag te doen, nl. over het «Onderhoud van wegen en voetpaden.'' In de toelichting van het jDagelijksch Bestuur worden eenige posten genoemd, die tot de overschrijding van dit volgn. aanleiding hebben gegeven, en die te zamen naar ik meen ongeveer 500 bedragen. En daar de geheele overschrijding f 2600 bedraagt, zou ik nu wel van u wenschen te vernemen, of die overige 2000 gebruikt zijn voor die coupure in in den Rijnsburgersingel. Is dat inderdaad juist? Er is indertijd medegedeeld, dal die coupure 1800 zou kosten, tenzij de brug lei dende naar den Maredijk kon worden gebruikt over de nieuwe coupure, hetgeen toen niet waarschijnlijk werd geacht; Dan zouden de kosten slechts 1000 beloopen. Indien ik mij nu niet vergis, is die brug toch gebruikt. Het bedrag zou dan nog slechts 1000 kunnen zijn, zoodat ik op 't oogenblik het cijfer van f 2100 niet goed begrijp. Ik zal niet in bijzonderheden spreken over Volgn. 134, waarin voor het meerder onderhoud van kachels f 460 is uitgetrokkenis mijn beijpkening juist, dan loopt dit bedrag over 15 kachels, zoodat dit 30 per kachel maakt. Maar ik wensch mij hierover niet te verbazen, want het is reeds meermalen gebleken, dat wij leden van den Raad ons over het onderhoud van kachels denkbeeld vormen, die met de werkelijkheid, waar het gemeentekachels geldt, weinig overeen stemmen. Nu nog een enkel woord over Volgn. 102, nl. «dag- en weekgelden der werklieden, enz." Uit de toelichting van Burg. en Weth. blijkt, dat voor deze overschrijding dezelfde gronden gelden als die het vorige jaar van kracht waren. Men heeft nl. ingezien, dat de over schrijding aan kosten voor werkloonen moet gebracht worden op deze en niet op andere posten van de Begrooting: die wijze van inrichting op de Begrooting is al goedgekeurd door den Raad, en daarover heb ik dus niets meer te zeggen. Maar door die gronden is alleen gemotiveerd, dat deze en geen andere post is overschreden. Ik zou echter wenschen te vernemen waarom de kosten van arbeids- loonen, door de gemeente in 1890 uitgegeven, met 1628 boven de raming zijn gestegen? 't Komt mij voor, dat men in 't algemeen de meeste arbeidsloonen kan beperken, wanneer men geen geld meer in kas heeft; en nu hebben Burg. en Weth. geen geld meer in kas wanneer een jvost van de Begrooting is uitgeput. Om die reden verwonder ik er mij eenigermale over, dat op dezen post een dergelijke overschrijding ge constateerd moet worden. De heer Bool. Ik wensch dadelijk gevolg te geven aan den wensch van de Commissie van Financiën om inlichting aangaande den post van «Druk- en Bindwerk"; zij wenscht te weten of de overschrijding van dezen post uitsluitend het gevolg is van het drukken der plannen en stukken betreffende de grensverandering onzer gemeente. Deze post voor druk- en bindwerk heeft in 1889 bedragen f 2519.60. In 1890 was er 2000 aangevraagd en ƒ200 voor het Oud Archief; dus te samen 2200. In 1890 is daarvan besteed: voor drukwerk f 2253.45', voor bind werk 503.87' en voor het tiluleeren van registers 11.80, tezamen 2769.13. Er was beschikbaar ƒ2200, zoodat het tekort bedraagt 569.13, waaronder ƒ86.87', dal boven de ƒ200 voor het Oud Archief is uitgegeven. Het buitengewone drukwerk voor de grensuitbreiding bedraagt ƒ428.33 en dat in zake de Gehoorzaal 431.99. Op de begrooling voor 1891 is er voor druk- en bindwerk f 2500 aangevraagd, zoodat daarop vermoedelijk geen tekort zal ontstaan. De overige vragen betreffen meer in 't bizonder quaesties van fabricage, waarvan ik de beantwoording aan den Voorzitter meen te moeten overlaten. De Voorzitter. Omtrent de overschrijding van twee posten, die meer speciaal tot de zaken van fabricage behooren, vraagt de heer Fockema Andreae nadere inlichtingen. De eerste is de post voor «Dag- en Weekgeld der werklieden in dienst der gemeente", de tweede die voor «Onderhoud van wegen en voetpaden", respectivelijk overschreden met J 1628 en J 2660.82'. De opmerking over den eerstgenoemden post had ik niet verwacht. Het is algemeen bekend en ook door den Raad erkend, dat die post te laag was. Elk jaar moet die worden overschreden, en nu de Raad bij de vaststelling van de begrooling van het loopende jaar daarop eene verhooging heelt toegestaan, gaf hij daardoor tevens zijne in stemming te kennen met ons gevoelen, dat de raming te laag was, hetgeen trouwens na de opgedane ondervinding niet te ontkennen viel. Waar dat dus door de verhooging in 1890 van dezen post voor het jaar 1891 werd toegegeven, spreekt het van zelf dat eene aanvulling voor 't vorige jaar niet achterwege kan blijven. De heer Fockema Andreae komt terug met zijne bekende bewe ring dat overschrijding van begrootingsposten, zonder voorafgegane toestemming van den Raad ongeoorloofd is. In theorie heeft hij vol komen gelijk; in de praktijk is de stelling echter niet vol te houden. Wanneer de heer Fockema Andreae hier op onze plaats zat, zoude hij volkomen op dezelfde wijze handelen. Werklieden die tegen een vast loon zijn aangesteld moeten betaald worden en men kan hen niet, zooals de term luidt, uit wandelen zenden, op grond dat er geen geld op den post waarop hunne loonen zijn uitgetrokken meer beschikbaar is. Zij hebben met die regeling niets te maken. Even min kan men op dien grond werken die onderhanden zijn, laten liggen. Het eenige middel dat de overschrijding voor het vervolg kan voorkomen, is toegepast: nl verhooging van den post met ongeveer het jaarlijks voorkomend te kort. Zonder buitengewone, nu niet te voorziene gebeurtenissen, zal er in het volgend jaar dan ook geene aanvrage als deze op den staat van af- en overschrijving voorkomen. Wat nu Volgn. «Onderhoud van wegen en voetpaden" betreft, tot een bedrag van 2660.82', het artikel omvat verschillende onder deden die daartoe hebben bijgedragen. Ik zal trachten die alle afzonderlijk duidelijk te maken, en er daarbij de aandacht op vestigen dat tegenover sommige overschrijdingen, buitengewone inkomsten staan, welke wel in de rekening te goed geschreven worden, doch de te korten op den post van uitgaaf niet verminderen. Feitelijk is dus het tekort minder dan het schijnt. Daarbij behoort rekening te worden gehouden met de sommen die reeds door den Raad zijn toe gestaan, doch waarvoor nog geerie gelden zyn aangewezen. In de eerste plaats dan is voor het onderhoud besteed aan arbeids loon ƒ1116.93' aan zand en grint630.71 aan cement22. te kort 270.41' Voor de coupure zijn nog geene fondsen aangewezen. De kosten zouden hooger of lager zijn naarmate men niet of wel gebruik koude maken van de oude brug naar den Maredijk. Dit laatste is het geval geweest. De coupure met brug, aanvankelijk geraamd op f 1800 is daardoor aangenomen voor 1293, waarbij nog eene bijrekening is gekomen van 24 20, zoodat de geheele zaak heeft gekost 1317.20. Daarmede is reeds nagenoeg de helft van het geheele tekort verantwoord en de uitgaaf behoort niet onder degene waarvoor de toestemming van den Raad niet vooraf was gevraagd en verkregen. Voor de werken behoorende tot den Zijldijk en Leiderdorpschen weg met Leiderdorpsche brug was beschikbaar f 853 waarvoor die werken zijn aangenomen. Voor bijwerk is daarop gekomen een bedrag van 561.07. Dit schijnbaar hooge bedrag is het gevolg van een verzuim van den opzichter tot wiens attributie dit werk meer speciaal behoort. De aanneming geschiedt voor den tjjd van 5 jaren, elk jaar dient de aannemer zijne rekening voor overwerk in, doch de opzichter heeft die onder zich gehouden, zoodat dit betrekkelijk groot tekort, over 5 jaar moet worden verdeeld. De opzichter is over zijn verzuim ernstig onderhouden, maar de aannemer die jaarlijks zijne rekening inzond, heeft recht op voldoening. Op dat onderdeel van het artikel is dus het volle bedrag dier bijrekening ad 561.07 tekort. De onderhoudskosten voor de Spanjaardsbrug zijn met 120.34 overschreden. Met het oog op de spoedige vernieuwing dier brug was voor kosten van onderhoud 100 geraamd. Door de wijziging in de bouw der brug door Gedeputeerde Staten bevolen, heeft de aanbesteding van het werk eerst veel later plaats gehad, dan aan vankelijk het voornemen was en zijn daardoor tevens meer herstel lingen noodig geworden dan waarop was gerekend. De kosten daar van hebben in het geheel bedragen 220.34. Deze verminderd met de geraamde 100 geven een tekort van 120.34. Voor de vernieuwing der brug in den lagen Rijndijk is geraamd 450. Op verzoek van de gemeente Leiderdorp is de brug tegelijker tijd verlaagd en heeft die gemeente daarvoor eene bijdrage van f 150 gegeven. Het werk is aangenomen voor 659. Voor eene hulpbrug, die met het oog op het drukke verkeer niet kon worden gemist, was eene uitgaaf van 100 noodig; de gemeenten Alkemade en Lei derdorp hebben een deel dier uitgaaf voor hare rekening genomen. Hel totaal der uitgaven heeft dus bedragen 759. De geraamde uitgaaf was 450, zoodat het tekort bedraagt 309, hetwelk evenwel voor het grootste deel wordt gedekt door de hierboven vermelde bij dragen. Eindelijk is nog meer uitgegeven dan waarop gerekend was, aan hoornen, ter vervanging van doode boomen f 82.80, waartegenover echter ook weder staat de opbrengst van den verkoop der laatste., Rceapituleerende ziel men dus dat de overschrijding voor elk onder deel op zich zelf beschouwd zeer gering is, met uitzondering van de werken behoorende tot den Zijldijk en Leiderdorpschen weg en waarvan het hooge bedrag een gevolg is van eene niet te ont kennen fout, terwijl ongeveer de helft door een besluit van den Raad is gedekt en het overige gedeeltelijk door buitengewone ontvangst wordt vergoed. De heer Fockema Andreae heeft wel geen inlichtingen gevraagd over de kosten van onderhoud voor kachels, maar ik ben toch \vel bereid hem die te verschaffen. Wanneer een particulier deze kachels in zijn woning gebruikte, dan zouden er zeer zeker zooveel onkosten niet op komenmaar men dient rekening te houden met de ver schillende wijze waarop zij in scholen of bij particulieren worden gebruikt. In de scholen branden zij den geheelen dag van 's morgens vroeg af en worden uit den aard der zaak zeer hard gestookt in de schoollokalen met hun groot aantal ramen. Ook valt 't niet te ont kennen dat deze overschrijding veel van haar gewicht verliest, wanneer men het groot aantal kachels nagaat, die bij de gemeente in gebruik zijn; ik meen, dat dit getal wel 300 bedraagt; en dan wordt het bedrag, dat meer gebruikt is dan werd toegestaan, per kachel onbeduidend. Ik meen hiermede thans voldoende geantwoord te hebben op de gedane vragen om inlichtingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 2