Andreae en Kaiser verzoeken met mij het stembureau te willen uilmaken. (De heer Van Hamel komt ter Vergadering. Benoemd wordt de lieer W. Broekhuizen, met 22 stemmen; twee briefjes waren in blanco. II. Idem als voren. (Zie Ing. St. n®. 95 Benoemd wordt de heer Duyvetman, met 23 stemmentwee briefjes waren in blanco. III. Idem van een tweeden onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse. (Zie Ing. St. n®. 96.) Benoemd wordt de heer P. Hibma, met 23 stemmen; twee briefjes waren in blanco. IV. Idem van een derden onderwijzer aan de Jongensschool le klasse. (Zie Ing. St. n®. 100.) Benoemd wordt de heer H. A. Poelman, met 23 stemmen; twee briefjes waren in blanco. V. Motie van den heer Mr. F. Was, omtrent de verordening regelende den werkkring van de Commissie van Financiën, waarover in de Raadszitting van 23 April jl. de stemmen hebben geslaakt. De motie in stemming gebracht, wordt verworpen met 14 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de heeren; Du Rieu, Kaiser, Zaalberg, Koelser, Cock, Van Hoeken, Verster van Wulverhorst, Alma, Jula, Hasselbach, Knappert, Bool, Le Poole en Nijkamp. Vóór stemden de heerenFockema Andreae, Zillesen, Driessen, Was, De Goeje, Van Hamel, Tieleman, De Sturler, Van Reenen, Van der Breggen en Van Lidth de Jeude. VI. Voorstel tot wijziging van de Verordening regelende den werk kring van de Commissie van Financiën. (Zie Ing. St. n®. 36 en 84.) De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Cock. M.'d. V.! Ik wensch namens de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen, en in 'l bijzonder namens hare meerderheid, op dit voorstel vier amendementen voor te stellen. Ik heb ze schriftelijk voor mij, en zal ze u straks ter hand stellen. Zij luiden I. In art. 2 achter de woorden »geldleeningen door anderen aan te gaan" in le voegen de woorden: «voorstellen lot af- en overschrij ving op begroolingen, die de goedkeuring van den Raad behoeven.'' II. In het zelfde artikel de aldaar voorkomende woorden »het ver- koopen of koopen van inschrijvingen op het Grootboek" aldus te wijzigen en uit te breiden, »het koopen, ruilen, vervreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goed, van inschrijvingen in een der grootboeken van de Nederl. schuld en van schuldbrieven en vorde ringen." III. In hetzelfde artikel achter laatstgenoemde woorden in te voegen: »het aanvaarden der aan de gemeente gemaakte legaten of gedane schenkingen." IV. In hetzelfde artikel le doen vervallen de allerlaatste woorden luidende: «en verder omtrent die andere onderwerpen, waaromtrent door Burg. en Weth. een financieel advies wordt noodig geacht." Deze amendementen zijn niet anders dan een belichaming van het advies, door onze Commissie over dit voorstel uitgebracht. Ik heb niet de eer tot hare meerderheid te hehooren, en ik zal dus ook gaarne de verdediging van deze vier amendementen aan inijne twee geachte medeleden overlaten; dit zal evenwel niet verhinderen, dat ik vóór die amendementen stemmen zal. Ik ben in beginsel tegen het voorstel van Burg. en Weth. op gron den, die ik hier op 't oogenblik niet ter sprake w ensch te brengen en die trouwens aan de leden dezer Vergadering genoegzaam bekend zijn. Dientengevolge ben ik ook legen dit voorstel, al wordt het geamei deerd, overeenkomstig den wensch der meerderheid van onze Commissie. Ik geef intussehen gaarne toe dal de aanneming der amendementen het voorstel voor mij minder onaannemelijk zal maken; maar onaannemeljjk blijft het voor mij. Ik zal dus voor de amende menten stemmen, en toch moeten eindigen, al worden deze amen dementen aangenomen, met tegen het voorstel in zijn geheel te stemmen. Niemand meer het woord verlangende, worden de algemeene be raadslagingen gesloten. Art. 1, luidende: De Commissie van Financiën bestaat uit drie leden. Wordt thans zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Aan de orde zijn daarna: Art. 2, luidende: Zij dient den Raad van bericht en advies omtrent alle begrootingen en rekeningen, die de goedkeuring of de voorloopige vaststelling van den Raad behoeven, behalve de jaarlijksche begrooting der inkomsten en uitgaven der gemeente; het aangaan van geldleeningen het waarborgen der renten en aflossingen van geldleeningen door anderen aan te gaan; hel verkoopen of koopen van inschrijvingen op hel Grootboek het invoeren, wijzigen of afschaffen van belastingen, de verordeningen op de invordering der plaatselijke belasting en verder omtrent alle andere onderwerpen, waaromtrent door Burg. en Weth. een financieel advies wordt noodig geacht. En de vier amendementen door den heer Cock daarop voorgesteld. De heer Bool. M. d. V.Ik wensch met een enkel woord de voor gestelde amendementen te bslrijden. Die amendementen vormen geheel en al hel oorspronkelijk voorstel van de Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen Ik doe in de eerste plaats opmerken, gelijk in het schriftelijk rapport reeds gedaan is, dat de aanneming van deze amendementen aanleiding zal geven tot eene gedurige vertraging in de behandeling van zaken, welke ik noodeloos acht, en die menigmaal aan belanghebbenden last en schade zal veroorzaken, 't Spreekt overigens van zelf, dal wanneer er zaken voorkomen, waaromtrent Burg en Weth. de meening van de Commissie van Financiën wenschen te vernemen, men haar ook zal raadplegen, 'l Is eenvoudig niet aannemelijk, dat, in zaken van belang, Burg. en Weth. de Commissie niet om advies zouden vragen Men mag bij hen de bedoeling niet veronderstellen om de Commissie van Financiën te willen passeeren; vooreerst niet, omdat die bedoeling werkelijk niet bestaat, en voorts niet omdat, al mocht zij die ook hebben, dan de Raad toch daar is, om het telkens té beletten. Nu een enkel woord over de verschillende onderwerpen, waarom trent men raadpleging der Commissie van Financiën verplichtend wil stellen. De voorstellen tot af- en overschrijving betreffen verhoogingen der posten van de Begroot ing door hetgeen op andere posten is over gebleven. Al dadelijk vallen van deze voorstellen af de verhoogingen, waartoe reeds door den Raad werd besloten, want dan betreft het slechts eene regularisatie der uitgaven. De overige uilgaven, waartoe zonder Raadsbesluit, werd overgegaan, zijn van zoo onvermijdelijken aard of van zoodanig weinig belang, dat de Commissie van Financiën als zoodanig er geen licht over zal kunnen verspreiden. Ik noem bijv. hetgeen besleed moet worden voor de verpleging van krank zinnigen, voor verzorging en begrafeniskosten van behoeftigen, voor bclooningcn en premien by brand, voor herstel van stormschade enz. De meerdere uitgaven voor die zaken hangen geheel van de omstan digheden af en zijn onvermijdelijk, zoodat een advies van de Commissie daaromtrent niets kan geven. Er zijn nog meer uitgaven van dien aard, en er kan geen bezwaar in schuilen de regeling van dergelijke posten aan het College van Dagelijksch Bestuur over te laten, want komen er posten of uitgaven voor van werkelijke belang, dan zal de Commissie van Financiën natuurlijk geraadpleegd worden. Het tweede amendement betreft: de ruiling, vervreemding of ver panding van onroerende goederen van de gemeente. Ik heb hier een lijst voor mij liggen, loopende over de jaren 188889, van den verkoop van onroerende goederen. Daar vind ik bijv. op: Verkoop van 22 centiaren grond aan den Zuidsingel voor 44. Verkoop van een gedeelte grond aan den Vestwal voor f 35. Verkoop van een gedeelte water van de Binnenvestgracht voor 7.50 Verkoop van 160 decimeters grond aan den Nieuwen Rijn voor 8. Verkoop van een strook openbare straat groot 73 decimeters voor 3 65. Nu vraag ik welke reden er zou kunnen beslaan om dergeljjke weinig beduidende zaken vooraf aan het oordeel van de Commissie van Financiën te onderwerpen Ik kan de noodzakelijkheid of wensche- ly k he id niet inzien om daaromtrent een afzonderlijk advies te vragen. In de derde plaats wordt voorgesteld om ook het aanvaarden van geschenken of legaten vooraf bij de Commissie te brengen. Ik breng in herinnering, dat wij in den laatsten tijd legaten of geschenken ontvangen hebben van De Buzzi, De Fremery, Hartevelt, Leembrugge, Du Rieu en Krantz, en nu vraag ik, of 't wel zeer heusch zou geweest zijn om, voordat wij deze geschenken aanvaardden, te zeggen: wij weten niet of wij ze kunnen aanvaarden; wij moeten daaromtrent eerst de Commissie van Financiën raadplegenWanneer aan dergelijke legaten oorwaarden verbonden waren, dan zou 't natuurlijk heel iets anders wezen; inaar in andere gevallen vind ik 't verplichtend oordeel van de Commissie van Financiën in 't geheel niet noodig. De slotalinea is wel eenigermate overbodig, daar de Gemeentewet aan Burg. en Weth. het recht toekent om stukken te stellen in handen van Comrnissien, wanneer zij een advies wenschelijk achten; maar zij houdt verband met de niet vermelding van de besproken onderwerpen en is daarom voorgesteld. Het zijn deze redenen welke mij zullen noodzaken tegen de voor gestelde amendementen te stemmen. De heer Fockema A.ndheae. 't Zij mij veroorloofd, M. d. V.enkele bedenkingen in 't midden te brengen naar aanleiding van hetgeen door den heer Bool is aangevoerd geworden. Wanneer ik hem wel heb verstaan, dan heeft deze spreker sleehls één bezwaar tegen onze amendementen opgenoemd, en dat eene bezwaar zou zijn, dat de zaken der gemeente somtijds vertraging zouden kunnen ondervinden, tengevolge van de noodzakelijkheid om het advies van de Commissie van Financiën in te winnen. Nu zal men toch al dadelijk moeten erkennen, dal wanneer het zaken geldt van weinig beteekenis, de mogelijke vertraging door 't inwinnen van een advies van de Com missie van Financiën wel van zeer korten duur en dus het bezwaar gering zal wezen; maar wanneer 't zaken van groot belang betreft, moeten wij niet vergeten, dat groote spoed niet de eerste eisch is, maar veeleer degelijke behandeling, 't Komt mij dus voor, dat dit bezwaar geen afdoend argument tegen onze amendementen mag ge- heeten worden. Tegen dit eene ra. i. onbeduidende bezwaar wegen nu wel op de voordeden van onze amendementenwelke in elk opzicht voor de hand liggen. Vooreerst een fcnkel woord over den staat van af- en overschrij ving op de Begrooting die de goedkeuring van den Raad behoeft. De Begrooting (en dit is reeds in de stukken opgemerkt) wordt be handeld in de afdeelingen van den Raad, en is dus voldoende voor bereid als zij in openbare behandeling komt; de Commissie van Fi nanciën behoeft er dus niet afzonderlijk nog eens over geraadpleegd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1891 | | pagina 2