GEMEENTERAAD VAN LEIDEN,
25
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 83. Leiden, den 31 Maart 1891.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat door P.
Peereboom, G. Mizee en P. J. Chrisliaanse verzoeken zijn ingebracht
om hunne namen alsnog op de verschillende kiezerslijsten te plaatsen,
de twee eersten wegens voldoenden aanslag in de personeele be
lasting wegens huurwaarde en de laatste wegens een aanslag in de
grondbelasting in hoofdsom en rijksopcentcn tot een bedrag van
12.36
Uit de door hen overgelegde aanslagbiljetten in de personeele be
lasting over den dienst 1889/90 en in de grondbelasting over den
dienst 1890 blijkt dat hunne namen ten onrechte van de lijsten zijn
weggelaten, zoodal wij U voorstellen die alsnog op de lijsten van
kiezers van leden voor de Tweede Kamer der Stalen-Gcneraal de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad te plaatsen.
Tevens stellen wij U voor ook de namen van P. Engelbrecht en
F. J. Van der Meer op de kiezerslijsten te hrengen op grond dat
uit een onderzoek is geblekeu dat die abusievelijk daarop niet waren
geplaatst.
Aan den Gemeenteraad. Burg en Weill, van Leiden
N°. 84. Leiden, 19 Maart 1891.
Wij bebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
het door ons ingewonnen advies van de Commissie voor de Huis
houdelijke Verordeningen omtrent ons voorstel tot wijziging van de
Verordening regelende den werkkring der Commissie van Financiën,
Ing. Stukken n°. 36 van dit jaar.
Met belangstelling hebben wij van dat advies kennis genomen en
het komt ons voor dat van de door de Commissie gemaakte opmer
kingen een dankbaar gebruik kan worden gemaakt bij de tot sland-
brenging van eene regeling in deze, die het meest bevorderlijk kan
zijn voor een richtigcn gang van zaken.
Het deed ons overigens genoegen dat de Commissie, hoezeer zij
als haar oordeel uitspreekt dat ons voorstel «volstrekt onaannemelijk''
is, toch blijkens den inhoud van het advies met ons in beginsel een
stemmig is, althans de meerderheid, en dat de Commissie slechts enkele
meerdere onderwerpen in de Verordening wenschl vernield te zien,
als de zoodanige waaromtrent de Commissie van Financiën geroepen
zal worden haar advies uit te brengen.
Wij hadden gemeend te kunnen volstaan met in de Verordening
op te nemen de rekeningen en begroolingen en verder de algemeene
bepaling aan het slot, «alle onderwerpen, waaromtrent de Gemeente
raad een speciaal financieel onderzoek noodig acht." De bedoeling van
deze redactie is duidelijk. Eene Commissie van Financiën toch behoort,
onzes inziens, de in hare handen gestelde zaken alleen te bcoordeelcn
uit een financieel oogpunt en alleen gehoord te worden in zaken van
meer of minder aanbelang, terwijl hel geheel overbodig is en bovendien
tol noodeloos tijdverlies en omslag aanleiding geeft wanneer de Commissie
van Financiën steeds advies moet uitbrengen ook over de onbeduidendste
zaken die eenigszins met de financiën der gemeente in betrekking
staan, alvorens daaromtrent door den Gemeenteraad kan worden
beslist.
De redactie van de tegenwoordige Verordening, die tal van rubrieken
van financieele onderwerpen opnoemt, zonder onderscheid te maken
tusschen zaken van aanbelang en hoogst eenvoudige onderwerpen,
vordert eene zoodanig omslachtige behandeling.
Tot op zekere hoogte gaat de thans door de Commissie voor de
Huishoudelijke Verordening voorgestelde redactie aan hetzelfde euvel
mank, al erkennen wij volgaarne dat deze redactie verre te verkiezen
is boven de bestaande.
Ook thans toch worden daarin geheele rubrieken van onderwerpen
vermeld, als voorstellen tot af- en overschrijving, het koopen, ruilen,
vervreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goed, inschrij
vingen in een der grootboeken van de Nederlandsche schuld, van
schuldbrieven of vorderingen, het aanvaarden der aan de gemeente
gemaakte legaten of gedane schenkingen, waaronder tal van voor
stellen kunnen worden begrepen die van te weinig gewicht moeten
worden geacht om een voorafgaand speciaal financieel onderzoek door
eene Raadscommissie van voorbereiding noodig te maken.
Van dusdanige bepaling is het onvermijdelijk gevolg eene be
langrijke vertraging in de afdoening van zaken of wel de schijnbaar
zeer gegronde klacht dat de stukken te laat worden gezonden naai
de Commissie van Financiën, welke klacht juister zoude zijn
geformuleerd wanneer zij luidde dat de betrekkelijke onderwerpen
te vroeg in den Raad aan de orde worden gesteld.
Immers herhaaldelijk komt het voor dat onderwerpen van weinig
aanbelang, die krachtens de betrekkelijke bepalingen der Verordening
in handen zouden moeten worden gesteld van de Commissie van
Financiën, in onze Vergadering van Maandag worden behandeld, ter
wijl den daarop volgenden Donderdag eene Raadsvergadering wordt
gehouden. Men heeft dan de keus om óf die zaken tot eene volgende
Raadsvergadering van eenige weken later uit te stellen óf wel aan
leiding te geven tot de bovenbedoelde klacht van te late toezending
der stukken, terwijl van de Commissie van Financiën uit den aard
der zaak niet kan worden gevergd dat zij tol de onmiddellijke be
handeling der zaak overgaat.
Al deze moeielijkheden worden voorkomen door den werkkring
der Commissie van Financiën te beperken tot de zaken die uit een
financieel oogpunt van belang kunnen worden geacht, die echter
niet wel voor eene bepaalde omschrijving in de Verordening vat
baar zijn, doch onder de slotbepaling van ons voorstel kunnen worden
begrepen.
Dezerzijds bestaat ongetwijfeld het voornemen om wanneer b. v.
voorstellen aan de orde komen tot het aangaan van eene geldleening,
tol het aankoopen of verkoopen van Inschrijving op het Grootboek,
waarbij het kan gelden de belangrijke vraag of beschikbare fondsen
zullen worden aangewend tot aflossing van schuld of belegging, tot
belangrijke aankoopen van grond of verkoopen van gemeente-eigen
dommen enz. in overweging te geven die voorstellen in banden te
stellen van de Commissie van Financiën, alvorens zij in den Gemeente
raad aan de orde worden gesteld, ook al bevatte de betrekkelijke
Verordening geene bepaling, waarin dusdanige voorstellen afzonderlijk
worden vermeld
Uit dien hoofde geiooven wij dal eene bepaling als door ons aan
het slot van hel thans aanhangig voorstel is opgenomen, tot geene
moeielijkheden in de praktijk aanleiding zal geven, terwijl elk raadslid
bovendien de vrijheid bezit om, wanneer eene zaak uil een finan
cieel oogpunt nog niet voldoende schijnt toegelicht, een voorstel te
doen alsnog een speciaal financieel advies van de daarvoor bestemde
Commissie in te winnen.
(Jnzes inziens zullen alzoo bij onveranderde aanneming van de
door de Commissie voorgestelde redactie, hoezeer daardoor eene niet
onbelangrijke verbetering wordt aangebracht, toch vele van de
tegenwoordige bezwaren blijven bestaan. Door de bepaling toch dat
in handen der Commissie van Financiën worden gesteld o. a. alle
voorstellen tol af- en overschrijving, het koopen, ruilen, ver
vreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goedinschrij
vingen in een der Grootboeken van de Ncderlandsche schuld,
van schuldbrieven of vorderingen, het aanvaarden der aan de
gemeente gemaakte legaten of gedane schenkingen, zullen telken
male onderwerpen die uit een financieel oogpunt van hel allerminst
helang zijn, niet aan de orde mogen worden gesteld in den Gemeente
raad alvorens daaromtrent een advies door de Commissie van Financiën
zal zijn uitgebracht.
Zooals boven reeds werd opgemerkt wordt hierdoor de behandeling
der zaken telkenmale geheel onnoodig vertraagd of wordt aanleiding
gegeven tot de mede bovenvermelde klacht dat de stukken te laat
worden gezonden naar de Commissie van Financiën Zoo wijzen wij
op de telkens voorkomende voorstellen tot afstand van stukjes grond
b. v. het voorstel, aangenomen in de Raadszitting van HO November
jlstrekkende om een strook van de openbare straat in de Watersteeg
groot 0.73 centiaren in eigendom af te staan aan A. Somerwil Az,
voor de som van f 3 65, de voorstellen tot geringe verhooging van
enkele artikelen der bcgrooling, voor het meerendeel ingediend na
ingewonnen advies van de Commissie van Fabricage enz., alle Welke
onderwerpen o. i. zonder cenig bezwaar in den Raad kunnen worden
behandeld zonder speciaal financieele voorlichting van- en voorbe
reiding door de financieele Commissie.
Verder vestigen wij de aandacht op de vele schenkingen welke
aan de gemeente worden gedaan b. v. van kunstvoorwerpen, zoodat
ook de in de Verordening voorkomende uitdrukking, het aanvaarden
der aan de gemeente gemaakte legaten of gedane schenkingen, als
behoorende lot de onderwerpen die steeds aan een voorafgaand onder
zoek van de financieele Commissie moeten worden onderworpen, te
algemeen is Mochten aan de gemeente legaten worden gemaakt of
schenkingen gedaan, waaraan voorwaarden verbonden zijn, zoo
dal het twijfelachtig is of de gemeente daarvan voor- of nadeel zal
ondervinden, dan zal ook zonder de bindende bepaling in de Ver
ordening, daaromtrent wel het gevoelen der Commissie van Financiën
worden ingewonnen.
Intusschcn zijn wij volgaarne bereid ons oorspronkelijk voorstel te
wijzigen ter tegemoetkoming aan de opmerkingen van de Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen en aan te vullen door de op
neming van enkele onderwerpen, als het aangaan van geldleeningcn,
het invoeren of wijzigen van belastingen enz, welke in den regel
een voorafgaand speciaal financieel onderzoek zullen vorderen.
Wat nu betreft de vrees van de Commissie voor de Huishoudelijke
Verordeningen dat hij aanneming van ons voorstel, de laak der
Commissie van Financiën zqo onbeduidend zal worden dal nog meer
moeiclijkheid dan thans zal ontstaan om leden te vinden die bereid
zijn in de Commissie zitting te nemen, die vrees wordt door ons
niet gedeeld
Vooreerst zal de laak der Commissie niet onbeduidend worden;
wel zal hare taak beperkt worden tot bet financieel gebied, maar
het ligt in den aard der zaak dat elke Commissie hare werkzaamheid
behoort te beperken tot de onderwerpen tot haar gebied behoorende
en op dat gebied zullen, behalve de rekeningen, herhaaldelijk zaken
voorkomen van financieel belang waaromtrent de Commissie geroepen
zal worden een zelfstandig onderzoek in te stellen en haar advies
uit te brengen
Doch bovendien, al mochten zoodanige belangrijke financieele onder
werpen niet voorkomen of in behandeling komen zonder voorafgaand
onderzoek der Commissie van Financiën en de taak dier Commissie
alzoo beperkt worden tot het onderzoek van de rekeningen, waar
onder de Gemeenterekening en die der Gasfabriek de eerste plaats
innemen, dan toch ontkennen wij dal hare taak onbeduidend zoude
mogen worden genoemd. Het onderzoek dier rekeningen, als bevattende
het financieel beheer van het üagelijksch Bestuur over een geheel
jaar, moet uit den aard der zaak bij -elke gemeentelijke administratie
de hoofdschotel uitmaken van hetgeen jaarlijks aan eene Financieele
Commissie wordt voorgezet, en wij kunnen ons niet wel voorstellen
dat Raadsleden, wanneer hun de eervolle taak wordt opgedragen
om die rekeningen lot een punt van onderzoek te maken, zullen
weigeren die laak te aanvaarden op grond dat de hun opgedragen
arbeid te onbeduidend zoude wezen.
Het bezwaar, dat het onderzoek der Gemeenterekening steeds moet
geschieden gedurende een tijd dat vele leden de stad hebben ver
laten, is zeker niet van gewicht ontbloot, doch hieraan kan worden
tegemoet gekomen door de lijdelijke benoeming van een of meer
Raadsleden, wanneer het vooraf bekend is dat een of meer leden