22
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
1
Maart
8
6.8.—
7
16.2
2
9
6.8.—
8
16.0
3
10
6.8.15
7
16.0
4
11
6.8.15
8
160
5
12
6.8.15
7
16.2
6
13
6.8.—
8
16.0
7
14
6.8.15
8
16.0
3°. tot het leggen van een waterleidingsbuis door het Singelpad
naar de Singelgracht;
mits zulks geschiedt onder toezicht van den Gemeente-Architect,
voorts tegen vergoeding der kosten van het opbreken en herstellen
van den berm en het Singelpad en legen betaling van de rechten
bepaald bij art. 3 n°. 10 en 35 van het Tarief vastgesteld den 5
Maart 1857.
Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage,
der gemeente Leiden.
N®. 74.
LICHTSTERKTE,
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
814 Maart 1891.
N®. 75.
Leiden, 23 Maart 1891.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat er be
zwaar bestaat tegen de plaatsing van een gebouwtje op de Aalmarkt,
als waarvoor door adressant P. J. Verkoren vergunning wordt ver
zocht overeenkomstig overgelegde teekening.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging afwijzend op
het verzoek, zooals het thans is ingediend, te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, P. J. Verkoren, Beurt
schipper van Leiden op den Haag v. v. wonende alhier aan de Bloem-
markt W. 4 n°. 22.
Dal ondergeteekende voor zijn vaartuig ligplaats heeft aan de Aal
markt, ongeveer bij het Riviervischhuisje.
Dat het dikwijls gebeurt, dat ik met mijn vaartuig goederen bij
mijn clienteelen moet bezorgen, zoodat de aangebrachte goederen
alsdan op de publieke straat moeten nedergelegd worden, tot groot
ongerief voor ondergeteekende, aangezien het zeer dikwijls gebeurt,
dat de goederen door nat worden bedorven niet alleen, maar ook
goederen worden ontvreemd.
Redenen waarom ik aan Uwe Vergadering beleefdelijk verzoek,
op eigen kosten een hout huisje op den walkant te mogen plaatsen,
ongeveer drie meter van af het Riviervischhuisje, groot 2.50 meter
front en 2.25 meter diepte.
De inliggende teekening doet zien hoe het huisje zijn zal.
't Welk doende,
Leiden, 4 Maart 1891. P. J- Verkoren.
Leiden, 17 Maart 1891.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. J.
Verkoren, schipper op 's Gravenhage, te berichten, dat het plaatsen
van een houten huisje op de Aalmarkt tot berging van goederen,
geen bezwaar kan hebben, wanneer kleine gebouwtjes als kiosken
en dergelijke de openbare straat niet ontsieren Aangezien het
huisje blijkens de overgelegde teekening aan die voorwaarde niet
voldoet, kan de Commissie van Fabricage niet gunstig adviscercn.
Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der gemeente Leiden.
pj®. ï6. Leiden, 25 Maart 1891.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het
onderzoek van den staat van af- en overschrijving en den suppletoiren
slaat van begrooting, dienst 1890, van de Stedelijke Werkinrichting,
tot geene bedenkingen heeft geleid. Zij geeft U derhalve in over
weging beide staten goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
5 y. Leiden, 25 Maart 1891.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen
gestelde rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier,
over den dienst 1890, en daarop geene aanmerkingen hebbende,
heeft zij de eer U voor te stellen die goed te keuren, in ontvangst
tot eene som van f 475, in uitgaaf tot eene som van ƒ442.80, zoodat
van de toegestane gelden uit de gemeentekas niet is gebruikt 32.20
hetgeen den rendanten in mindering zal strekken van de toelage
over 1891.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
Leiden, 23 Maart 1891.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens ter vaststelling
over te leggen een staat van af- en overschrijving op dc begrooting
voor 1891, strekkende tot verhooging van Volgn. 92, Onderhoud van
pompen en riolen, met f 170 en van Volgn. 140, Kosten der Kweek
N®.
school voor onderwijzers, met ƒ180, te vinden door afschrijving van
den post voor Onvoorziene Uitgaven.
De verhooging van den post Onderhoud van riolen is noodig voor
de verlenging van het gemecnteriool in dc Kolfinakersstceg van dc
Kaiserstraal lot de Doelengracht in bet belang van de huizen aldaar,
vermits die steeg slechts voor een deel van een riool is voorzien. De
voorgestelde verlenging van het riool bedraagt ongeveer 32 meiers.
Wat de verhooging van Volgn. 140 betreft, zij medegedeeld dat
door den strengen vorst in den afgeloopen winter twee schoorstcenen
van dc Kweekschool zijn stuk gevroren, terwijl twee andere, nagenoeg
geheel uit zinken pijp bestaande, door het stoken zijn beschadigd en
niet houdbaar zijn. De kosten dezer vernieuwing bedragen ƒ180.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 70. Leiden, 23 Maart 1891.
Onder overlegging van de hierbij gaande verzoeken met de daar
omtrent uitgebrachte rapporten der Commissie van Fabricage, met
den inhoud waarvan wij ons vereenigen, geven wij Uwe Vergadering
in overweging:
1°. afwijzend te beschikken op het verzoek van J. A. Kohschulte,
ter bekoming in eigendom van een driekant stuk grond van de
speelplaats der school 4e klasse n°. 2 aan de Brandewijnsteeg, maar
aan adressant vergunning te verleenen tot het plaatsen van twee
liehtkozijnen in den achtermuur van zijn huis Haarlemmerstraat n°. 72,
onder bepaling dat zij twee meters boven den binnenvloer van de be
nedenverdieping en anderhalven meter boven den zolder (in den dag
te meten) worden geplaatst en daarvoor gemaakt worden draairamen,
vaste storren of zonneblinden waarvan de borden zoodanig gesteld
moeten worden dat daardoor niet naar beneden kan worden gezien.
2'. aan de Gemeente-Commissie van het Nederd. Hervormd Kerk
genootschap vergunning te verleenen om een gedeelte van de openbare
straat langs de vóór- achter- en zijgevels van de Waard-of üosterkerk
af te sluiten met een ijzeren hek, waarvan de vorm aan de goed
keuring van Burg. en Weth. moet worden onderworpen, onder de
door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden.
3°. aan E. J. Schlette, vergunning te verleenen om een gedeelte
der sloot langs het voetpad van den Haagweg onder Zoeterwoude
grenzende aan zijne perceelen Sectie A, n°. 2333 en 2334 voor zijne
rekening te dempen en hem den gedempten grond tot wederopzeggens
in gebruik te geven, onder de door de Commissie van Fabricage
voorgestelde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen: Johan August Kohschulte, winkelier,
wonende te Leiden:
dat hij gaarne het achtergedeelte van zijn perceel aan de Haarlem
merstraat n°. 72 eenigermale zou willen uitbreiden,
dat de tuin van de school in de Brandewijnsteeg alhier, zooals op
bijgaande teekening aangegeven, in een hoek uitloopt, welke hoek,
naar zijne bescheiden meening, zonder schade of ontsiering van den
tuin zou kunnen worden weggenomen,
dat het voor hem van groot belang zou zijn indien hij dien hoek,
beslaande een oppervlakte van ongeveer 2 M!, aan het achtergedeelte
van zijn genoemd perceel moeht trekken, waardoor zijn huiskamer
zou kunnen worden vergroot en de tuin van genoemde school meer
vierkant zou worden,
dat hij daarom Uwen Raad eerbiedig verzoekt hem bovengenoemd
stuk grond, ter grootte van ongeveer 2 M*, wel in eigendom te willen
afstaan, op de door U te bepalen voorwaarden,
dat hij tevens zou willen plaatsen twee liehtkozijnen, uitgevende
in bovengenoemden tuin, waarvoor hij mede eerbiedig de goedkeuring
van Uwen Raad verzoekt.
Leiden, 26 Maart 1891.
't Welk doende,
J. A. Kohscholte.
Leiden, 17 Maart. 1891.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. A.
Kohschulte te berichten, dat daarbij in eigendom gevraagd wordt,
een driekant stuk grond van de speelplaats der openbare school in
de Brandewijnsteeg, grenzende aan requestrants huis op de Haarlem
merstraat Wijk 6, (straatn®. 72), dat echter uit de bijgevoegde
teekening blijkt dat daardoor de speelplaats zou verkrijgen een on-
regelmatigen vorm, die aanleiding zou geven tot het verzamelen van
vuilnis en onreinheden, maar bovendien bij uitbreiding of verbouwing
der privaten een geerende gedaante zou vinden in plaats van wat nu
vierkant is.
De Commissie vindt daarin een afdoend bezwaar om op het ver
zoek gunstig te beschikken, maar indien, aan het slot van het request,
bedoeld wordt, het plaatsen van twee liehtkozijnen in den achtermuur
van zijn bovengenoemd huis, om licht of lucht of uitzicht te ver
krijgen op de speelplaats, zou dit verzoek kunnen worden toegestaan
onder dezelfde voorwaarden, waarop bij de dispositien van 23 November
1837, 18 October 1838 en 20 November 1839 daartoe vergunning is
verleend, namelijk: »dat zij twee meters boven den binnenvloer van
de benedenverdieping en anderhalven meter boven den zolder (in den
dag te meten) worden geplaatst en daarvoor gemaakt draairamen,
vaste storren of zonneblinden, waarvan de borden zoodanig gesteld
moeten worden, dat daardoor niet naar beneden kan worden gezien."
Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage.
der gemeente Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Heeft de Gemeente-Commissie van het Ncd. Herv. Kerkgenootschap
I te Leiden, de eer ter kennis te brengen