27
En in het rapport van de Commissie van Fabricage lees ik, dat:
uithoofde door het dempen der stadssloot langs de fabriek, de gele
genheid lot den afvoer van fabrieksvloeisto f/en vervallen is.
Nu hen ik te weinig technicus om te kunnen uitmaken of de spui-
buis der stoomketels en de gelegenheid tot afvoer van de fabrieks-
vloeisloffen precies hetzelfde is. Wanneer het wel hetzcllde is, zou
ik werkelijk groot bezwaar hebben om deze vergunning te verleenen,
en wel, omdat men met het toeslaan van vergunningen aan de Al-
bumincfabriek eenigszins voorzichtig moet zijn. Ik wensch hiervoor
twee bewijzen aan te voeren.
In de eerste plaats heeft de Albuminefabriek niet gewerkt volgens
de voorwaarden, die haar waren opgelegd, zoo zelfs, dat door U,
M d. V.!, hier in den Raad gezegd is, dat de Albuminefabriek eigen
lijk geen Albuminefabriek was, want er wordt geen albumine ge
maakt. Zij is met het doel opgericht om twee producten te maken,
nml. albumine en melksuiker; en nu wordt er alléén melksuiker ge
fabriceerd, en bet andere product niet. Dus met andere woorden:
deze fabriek werkt niet overeenkomstig de haar gestelde voor
waarden.
Deze conclusie, indertijd door mij getrokken, werd toen door den
heer Bool, als waarnemend voorzitter, tegengesproken, want hij zeide,
dat de fabriek toch ééne van de twee producten maakte! Nu zou de
heer Bool daar volkomen gelijk in hebben, wanneer de fabriek lot
twee doeleinden vergunning hebbende, uit bescheidenheid slechts voor
de helft van die vergunning gebruik maakte Maar de heer Bool
had ongelijk, omdat de fabriek de stoffen, waaruit albumine moest
bereid worden, niet zelf behield, doch er een ander op tracteerde.
En zoo kom ik tot mijn tweede bewijs. Van gemeentewege is aan
de Albuminefabriek verlof gegeven om haar afvalwater in de sloot
uit te loozen. En nu weet men, dat, zoo bescheiden als zij geweest
is met de gebruikmaking van de vergunning 0111 albumine en melk
suiker te maken, zoo onbescheiden is zij te werk gegaan met de
vergunning om haar afvalwater in de sloot te loozen, want zij maakte
van deze gelegenheid tevens gebruik om er de vaste stoffen, nml. de
eiwitstoffen in te laten loopen, welke de bekende verrotting in die
sloot hebben doen ontstaan.
Wij moeten er dus nu meer van weten! Ik breng in herinnering,
dat de Commissie voor de Volksgezondheid gewezen heeft op het
groote gevaar, dat deze eiwitstoffen opleveren, wanneer zij in onze
grachten komen, en daar tot verrotting overgaan. En nu vrees ik,
dat wij, door de inwilliging van dit verzoek, dit gevaar juist in de
hand zouden werken, want wanneer het de bedoeling was, dat de
Albuminefabriek alleen haar afvalwater wilde loozen, waarom maakt
z(j dan geen gebruik van het riool, dat langs de fabriek onder de
gedempte sloot loopt?
Dit riool zou voor dat doel volkomen berekend zijn; maar nu
vrees ik, dat men voorziet daaraan niet genoeg te hebben, en men
nog meer gelegenheid verlangt, om iets anders dan afvalwater in de
sloot te brengen.
En dat wensch ik te voorkomen.
De Voorzitter. Ik zal de vroegere geschiedenis van de Albumine
fabriek laten rusten; zij behoort tot een afgesloten tijdperk.
Burg. en Welh. zijn 't volkomen met den heer Was eens, dat er
alleen spuiwater door deze buis zal mogen afgevoerd worden; maar
dat water is warm, en raag dus niet in het riool loopen.
Dat water kan dus in de Singels niet het minste kwaad, het is
afkomstig uit de ketels en is niet in directe aanraking geweest met
eiwit of andere fabrieksstoffen. In verschillende grachten wordt het
spuiwater van fabrieken afgevoerd. Ik hoop dat de heer Was met
deze inlichting genoegen zal kunnen nemen.
De heer Was. M. d. V.! Ik dank u voor uwe inlichtingen, en zal
thans gaarne mijne stem aan het voorstel geven. Mijne bedenking
had haar grond hierin, dat de Commissie van Fabricage sprak van
fabrieks-vloeistojfen. En wanneer men te doen heeft met fabrieksvloei-
stoffen van de albuminefabriek, dan is zeker wel eenige voorzichtig
heid geraden.
De Voorzitter. De Commissie van Fabricage heeft die uitdruk
king gebezigd, omdat vroeger toen de sloot nog open was, alles ook
het spuiwater daarin wegliep; maar spuiwater mag men niet in een
riool laten loopen.
De heer Zaalberg. M. d. V.! Ik was voornemens hetzelfde te
vragen als de heer Was, doch dit punt hebt gij thans opgehelderd.
Toch wensch ik nog eene enkele inlichting te ontvangen. Bij de be
raadslaging over de demping van de sloot is namelijk gezegd, dat er
naast de albuminefabriek eene inrichting zou komen die het spoel
water zoude reinigen van de albuminestoüen. Verder werd toen ge
zegd dat vóórdat het spoelwater uit de fabriek in het riool zou
komen, dit op ongeregelde tijden zoude gecontroleerd worden, om
te zien of daarin nog albuminestoffen voorkwamen die nadeelig konden
werken op het water van de trekvaart. Daarom zoude ik thans wel
willen vragen is; die controle geschied, en beantwoordt de inrichting
naast de fabriek aan het doel dat men zich daarvan heeft voorgesteld,
om namelijk het spoelwater van eiwitstoffen te zuiveren.
De Voorzitter. Op de vraag van den heer Zaalberg kan ik op dit
oogenblik geen antwoord geven. Tot nogtoe zijn geene klachten bij
mij ingekomen; ik onderstel dus dat aan de vroegere toezeggingen
gevolg is gegeven, doch ik zal de zaak nog nader doen onderzoeken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Op het verzoek wordt daarna zonder hoofdelijke stemming gunstig
beschikt.
X. Idem van Wed. J. J. Abspoel, om continuatie van de huur van
het perceel aan de Nieuwstraat n°. 24.
(Zie Ing. St. n°. 51.)
XI. Idem van F. L. Cadenau, om vrijstelling of terugbetaling van
schoolgeld. Gymnasium.
(Zie lng. St. n°. 54.)
Op deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
XII. Voorstel tot verhooging van den post voor de levering van
het Verslag der Handelingen van den Gemeenteraad met f 100.
(Zie lng. St. n°. 56.)
De heer Du Rieu. M. d. V.! Ik wensch van deze gelegenheid ge
bruik temaken om te verklaren, dat het papier waarop zoowel de
Ingekomen Stukken als de Handelingen van den Raad worden gedrukt
mij in elk opzicht onvoldoende voorkomt. Er is bij vorige gelegen
heden in de sectiën al over geklaagd, en na dien lijd hebben de
leden van den Raad wat beter papier gekregen, maar hel papier dat
de abonné's krijgen is allertreurigst, liet zijn wel geen stukken die
voor eene lange reeks van jaren behoeven bewaard te blijven, maar
toch het papier wat nu gebezigd wordt, is wat al te slecht van
qualiteit. Kan daarin door de 100 hoogere toelage verbetering
worden gebracht, dan heb ik er vrede mede.
De Voorzitter. Laat ik den heer Du Rieu doen opmerken, dat
deze quaestie de gemeente niet aangaat. Volgens contract moet
de drukker voor de gemeente een bepaald aantal exemplaren
leveren. Deze zijn op goed papier gedrukt, en wanneer hij voor de
andere abonné's nu zulk slecht papier wil gebruiken, dan zal hij er
zich zelf schade mee doen, doch wij kunnen ons daarin niet mengen.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik zou uw aandacht wel
willen vestigen op iets waarop zij trouwens wellicht reeds gevestigd is,
op de langzame aflevering van het verslag. In den regel ontvangen
wij de copie reeds Zaterdagavond, maar dan duurt 't nog wel veertien
dagen, nadat wij ze teruggezonden hebben, aleer wij ze gedrukt in
huis hebben.
Wanneer 't nu mogelijk ware de oorzaken van deze langzame af
levering uit den weg te ruimen, dan zou ik 't u, M. d. V., wel in
ernstige overweging wenschen te geven.
De Voorzitter. Dit is slechts een quaestie van geld!
Wij kunnen niet als de Kamers er een corps stenografen op na
houden, die elkander om de vijf minuten afwisselen, en dan het door
hen aangeteekende dadelijk gaan uitwerken; dat gaat niet. Toch
wordt de copie ons bijna zonder uitzondering op Zaterdagavond toe
gezonden; de vorige Zitting maakte daar een uitzondering op, maar
als wij van een zoo langdurige Zitting, waarbij door toevallige om
standigheden slechts één stenograaf tegenwoordig kon zijn, de copie
reeds Zaterdagavond hadden thuis gehad, dan zou ik er mij over
verbaasd hebben; toch hebben wij gisterenavond het eerste afge
drukte vel reeds ontvangen; 't geheel zal ruim twee vel groot worden
en het laatste gedeelte volgt spoedig, de proef is reeds ontvangen.
Maar de schuld ligt niet alleen aan den uitgever. Als de heeren
de hand op het hart leggen, dan zullen zij moeten erkennen, dat zij
niet altijd dadelijk de copie nazien en aan den drukker terugzenden.
Ten minste, de uitgever heeft mij meermalen geklaagd, dat het soms
zoo lang duurde eer hij de copie van de leden terugontving.
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Op uwe opmerking dat wij
geen groot .getal stenographen konden hebben heb ik slechts te ant
woorden, dat ik juist uitdrukkelijk heb gezegd dat wij meestal 's Za
terdagsavonds de copy in buis hadden, om daarmede aan te toonen
dat de schuld niet lag aan de stenographen. Ik begrijp zeer goed
dat wij de proef niet even als bij de Tweede Kamer 's avonds van
de zitting kunnen ontvangen. Maar niettegenstaande wij 's Zaterdags
avonds de copy hebben, duurt het zoo lang voor dat het gedrukt
verslag in ons bezit is. Gij hebt ons als een der redenen daarvoor
opgenoemd, dat dc leden van den Raad zullen moeten erkennen niet
altijd spoedig genoeg hun copy te corrigeeren.
Nu zoude "ik wel willen vragen of wij ons zelf met betrekking tot
dit punt geen band zouden kunnen aanleggen, zoodat wanneer niet
binnen een bepaalden tijd de copy gecorrigeerd was teruggezonden,
de redevoering ongecorrigeerd werd gezet. Dit stelsel geldt nok bij
de Tweede Kamer, en wanneer men hier iets dergelijks deed, dan zou
men kunnen beoordeelen of de bewering van den drukker juist was.
De Voorzitter Wanneer dc heer Fockema Andreae een daartoe
strekkend voorstel wil doen, zal ik mij er niet tegen verzetten nóch
het ondersteunen. Hel is iets dat de leden geheel zelf moeten weten.
De vergelijking met de Tweede Kamer gaat evenwel, mijns inziens,
niet op. Het is van oneindig veel grooler en algemeener belang dat
de Handelingen van de Tweede Kamer spoedig verspreid worden,
dan de Handelingen van den Gemeenteraad.
Wanneer de heer Fockema Andreae een voorstel doet en de Raad
vereenigt er zich mede mij is het wel, ik durf gerust verklaren
dat ik nooit lang op de copy laat wachten; ik weet niet dat het
ooit gebeurd is dat wanneer ik 's Zaterdagsavonds mijne redevoering
kreeg, de copy niet 's Maandagsmorgens op de drukkerij was. De
maatregel zou wellicht goed zijn om te doen blijken of het bezwaar
van den uitgever gewettigd is, en of wij veel ongecorrigeerde rede
voeringen zouden krijgen.
De beraadslaging wordt gesloten en het voorstel zonder hoofdelijke
stemming, aangenomen.
XIII. Rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie over 1890.
(Zie Ing. St. n°. 42.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
(De heeren De Goeje, Was en Van Hamel hebben gedurende de be
handeling van dit punt de zaal verlaten.)
De Voorzitter. Hiermede zijn de aan de orde gestelde onder
werpen afgehandeld. Verlangt nog iemand het woord?