9
T
Kitting Tan Donderdag 5 Februari 1891,
geopend 's namiddags le twee uren.
Voorzitter: de Heer L. M. i)E LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen
1°. Benoeming van eene Stadsvroedvrouw. (9)
2°. Idem van eene Adjunct-Stadsvroedvrouw. (9)
3°. Verzoek van mej. C. J. Looman, oni ontslag als tweede onder
wijzeres aan de Meisjesschool 2de klasse. (20)
4°. Benoeming van eene tweede onderwijzeres aan de Meisjesschool
2de klasse. (22)
5°. Verzoek van dr. A. Van Rhijn, om vrijstelling) of terugbetaling
van schoolgeld, Gymnasium. (10)
6". Idem van het hoofdbestuur van de Vereeniging tot bevordering
van de Nederlandsche visscherij, omtrent den afslag van visch. (13)
7°. Idem van P. G. Neeb, om vrijstelling of terugbetaling van school
geld, Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (14)
8°. Idem van J. en 1). Dirkse, omtrent de verplaatsing der ooftmark.
(15)
9°. Voorstel tot het verminderen van huur van het huis Aalmarkt
n°. 6. (16)
10'. Idem tot het verleenen van eene toelage aan de beambten van
de Bank van Leening. (17)
llo. Idem betrekkelijk de benoeming van eene commissie voor het
onderzoek naar den oorsprong van den Burg. (18)
12'. Idem betrekkelijk de overdracht van de Ruine aan het Rijk en
het onderhoud van het Park (21)
13°, Staat van af- en overschrijving op de begrooting van 1891.
(Instandhouding van schoollokalen en aanschaffing en onderhoud
van schoolmeubelen). (23)
14'. Idem alsvoren (onderhoud van straten en pleinen). (25)
15°. Verzoek van het bestuur der Zondagsschool om gebruik te mogen
maken van schoollokalen. (26)
16°. Idem alsvoren van W. J. Lampe, van het lokaal aan de Haarlem
merstraat. (27)
17°. Idem van mej. R. II. C. Diest Lorgion, om ontslag als^ leerares
in de handwerken aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes. (24)
Tegenwoordig waren 23 leden, alsdeheeren: Knappert, Schneither,
Driessen, Was, Zillesen, Juta, Uu Rieu, Zaaijer, Alma, Van Hamel,
Fockema Andreae, Van Lidth de Jeude, Van der Breggen, Van Reenen,
Le Poole, Kaiser, De Goeje, Hasselbach, Zaalberg, Koetser, Tieleman,
Van Hoeken, Verster van Wulverhorst en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heerenBool, Cock, Nijkamp
en De Sturler.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 15
Januari worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1". Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 20/24
Januari jl, B, n°. 148, (3e afd.} G. S., n'. 64/3, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit van 22 December jl. tot verhooging der be
grooting, dienst 1891. met f 100 (verhooging jaarwedde Amanuensis
voor Natuur- en Scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens
en Gymnasium.)
2". Dispositie als voren dd. 20/24 Januari jl. B, n'. 148 (3e afd G. S n°.
64/2 ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot af- en over
schrijving op de begrooting, dienst 1891, ad f 100 (verhooging als
voren.)
3'. Dispositie als voren dd. 27/28 Januari jl. B, n». 222 (3e afd.) G. S.
n°. 30, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit tot ondcrhandsche
verhuring van het Schuttersveld aan het Rijk,
4°. Missive van de Ged. Staten dd. 19/26 Januari jl. B, n'. 159
(le afd) G. S.), n°. 25, ten geleide van het Koninkl. Besluit van 10
Januari jl. houdende goedkeuring van de verlenging van de heffing
van bruggeld aan de Spanjaardshrug voor den tijd van 3 jaren.
5". Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 27/28 Januari jl.
B, n°. 191, (3e afd.) G. S., n°. 8, ten geleide van het Koninkl. Besluit
van 15 Januari jl. n°. houdende goedkeuring van het Raadsbesluit
tot wijziging van de verordening op de heffing van Plaatselijke Dir.
Belasting.
6'. Missive van de Ged. Staten dd. 27/31 Januari jl. B, n 227
(3e afd.) G. S., n'. 87, ten geleide van het goedgekeurd 2e Supplet.
kohier wegens de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1890.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Missive van Commissarissen van de Bank van Leening dd. 19
Januari jl., n'. 93, houdende mededeeling van eene wijziging der
instructie voor de ambtenaren in de Bank wat betreft eene wekelijksche
uitbetaling van tractement.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
2". Rekening, dienst 1890, van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3'. Verzoek van J. Roem, om den eigendom van gemeentegrond van
de Boisotkade voor den houw van burgerwoonhuizen.
4°. Verzoek van de firma Peek Cloppenburg, om vergunning tot
het maken van keldergaten vóór den gevel van het perceel Breeslraat 76.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
5'. Voorstel tot het aangaan van eene 31) percent geldleening ad
f 250.000.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een Stadsvroedvrouw.
(Zie Ing. St. n°. 9.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Verster van Wulverhorst, Driessen
en Hasselbach uitnoodigen met mij het stembureau le willen uit
maken
Benoemd wordt mej. M. Van der Hoeven—Fraai, met algemeene
(23) stemmen.
II. Idem van eene adjunct-Stadsvroedvrouw.
(Zie Ing. St. n". 9.)
Benoemd wordt mej. B. VV. C. J. Both, wed. N. W. Belterraan, met
algemeene stemmen.
III. Verzoek van mej. C. J. Looman, om ontslag als tweede onder
wijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse.
(Zie Ing. St. n». 20.)
De heer Zillf.sen. M. d. V.! Ik heb niets tegen de inwilliging
van het verzoek om eervol ontslag, ik wenschte slechts een opmer
king te maken over het korte tijdsverloop tusschen de indiening er
van en den datum, waarop het ontslag zal ingaan. Het verzoek is
gedateerd van 22 Januari jl., en het ontslag zal ingaan met 5 Februari.
Mej. Looman zal, naar 't mij voorkomt, toch wel eerder geweten
hebben, dat ze zou gaan trouwen. En daarom wenschte ik u te
vragen of er in de Verordening geen termijn gesteld is voor derge
lijke ontslag-aanvragen
De Voorzitter Ja, er is een termijn bepaald, om het ontslag te
kunnen weigeren, wanneer de belangen van het onderwijs in gevaar
zouden komen.
De heer Zillesen. Ik heb, zooals ik gezegd heb, geen bezwaar
tegen de inwilliging van het verzoek, omdat wij in dit geval een
plaatsvervangster voor Mej. Looman bij de hand hebben, maar t ge
val zou zich toch kunnen voor doen, dat 't zoo gemakkelijk niet ging.
'tls dan ook om tegen dit gevaar te waarschuwen, dat ik het woord
gevraagd had.
Dë Voorzitter. Wanneer er een dergelijk gevaar bestond, zouden
wjj het verzoek kunnen weigeren. De voorgeschreven termijn is
daarom ook op zes weken gesteld, opdat er ten allen tijde gele
genheid zij, om in de vacature te kunnen voorzien.
Nu zou 't echter een plagerij tegenover de requestrante zijn, indien
wij haar zonder noodzakelijkheid en tegen haar verlangen in dienst
hielden.
De beraadslaging wordt gesloten, en zonder hoofdelijke stemming,
met ingang van 5 Februari een eervol ontslag verleend.
IV. Benoeming van een tweede onderwijzeres aan de Meisjesschool
2e klasse.
(Zie Ing. St. n°. 22.)
Benoemd wordt mej. J. B. Weijers met 22 stemmen; één stem
was uitgebracht op mej. J. J. De Haas.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne
welwillende medewerking.
V. Verzoek van Dr. A. Van Rhijn, om vrijstelling of terugbetaling
van schoolgeld, Gymnasium.
(Zie Ing. St. n®. 10.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op
beschikt.
VI. Idem van het Hoofdbestuur van de Vereeniging tot bevordering
van de Nederlandsche Visscherij, omtrent den afslag van visch.
(Zie Ing. St. n®. 13.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Van Lidtii de Jeude. M. d. V.! Ik geloof dat wij, wan
neer wij den adressant te kennen geven, dat de in zijn adres be
handelde aangelegenheid in deze gemeente voldoende geregeld is,
dat wij dan, zeg ik, de zaak wel een beetje al le rooskleurig voor
stellen, en dat wij, wanneer wij dit argumenleeren met de verzeke
ring dat sedert onheuchelijke jaren de vischafslag, wanneer deze
door belanghebbenden wordt verlangd, geschiedt door de stadsboden,
dat wij dan blijk geven niet geheel te begrijpen wat of er wel door
adressant wordt verlangd. Ik hoop M. d. V. dat u mij, die als lid
van het hoofdbestuur van de Vereeniging tot Bevordering der Ned.
Visscherij natuurlijk eenigszins meer op de hoogte ben van de
wenschen in dit adres uitgedrukt, wel zult willen veroorloven
met een paar woorden de redenen uiteen te zetten, welke de vis-
schers er toe brachten, aan vele gemeenten van ons land een adres
in te dienen, tot benoeming van een' gemeente-afslager. Deze redenen
zijn tweeledig:
in de eerste plaats is he, voor de reeders zeer veel waard, dat,
wanneer hunne vaartuigen door een of andere reden gedwongen
worden eene vreemde haven binnen te loopen, zij daar eene gelegen
heid vinden om onder voldoende controle hun visch dadelijk te ver-
koopen. Dit geldt dus alleen voor de kustplaatsen;
in de tweede plaats zoekt de reeder, wanneer zjjn vaartuigen met
veel visch geladen thuis komen, een debouchée voor zijn verschen
visch. Daar de visch op de plaats zelve niet voldoende kan worden
van de hand gedaan, is het noodig die te verzenden, en nu zoekt de
reeder eene of meerdere plaatsen uit waar de afslag voldoende is
geregeld en stuurt zijn visch weg, overtuigd dat, moge de te be-