73 Kitting van Donderdag 97 November 1890, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de Heer L. M. DE LAAT DE KANTER. Te behandelen onderwerpen Voorstel tot indiening van een adres van rouwbeklag aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes van het Koninkrijk. Tegenwoordig waren 21 leden, alsdeheeren: Van Hoeken, Zaalberg, Tieleman, Koetser, De Sturler, Le Poole, Van Reenen, Fockema Andreae, Schncither, Van Hamel, Alma, Zaaijer, Du Rieu, Zillesen, Knappert, Bool, Driessen, Was, Kaiser, De Goeje, Hasselbach en de Voorzitter. Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Van der Breggen, Cock, Juta en Verster van Wulverhorst. De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 20 November worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: Missive van het Bestuur der Chr. school voor meer uitgebreid lager onderwijs, aan den Stillen Rijn. houdende dankbetuiging voor het gebruik van een Siadslokaal aan de Haarlemmerstraat, gedurende den tijd der verbouwing van de school. De missive luidt aldus: Leiden, 20 November 1890. Het was voor het Bestuur der Chr. school voor M. U. L, 0. een vreugde, toen het vernam, dat bij u geen bezwaren bestonden in het tot gebruik afslaan van het lokaal Haarlemmerstraat gedurende de verbouwing. Die verbouwing is nu voltooid, zoodat bet onderwijs weer op den Stillen Rijn gegeven wordt. Het Bestuur betuigt u voor uwe welwillendheid zjjnen hartelijken dank. Aan Burg. en Weth. Namens het Bestuur voornoemd, der stad Leiden. S. II. J. De Wolff. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: Verzoek van A. De Vink, om restitutie van betaald schoolgeld voor zjjn zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens wegens verandering van woonplaats. Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is alsnu het voorstel tot indiening van een adres van rouwbeklag aan H. M. de Koningin-Regentes van het Koninkrijk. De Voorzitter. Mijne Heeren! De treurige tijding van het over lijden van Z. M. onzen geëerbiedigden Koning heeft ook u allen zeker diep getroffen. Met geheel Nederland betreuren wij het verlies van een vorst die gedurende een ruim 40 jarige regeering een zegen voor ons vaderland is geweest. Het is hier de plaats niet om in bijzonderheden te treden betreffende alles wat onder zjjn bestuur tot stand is gebracht. De algemeene rouw door het geheele Neder- landsche volk aan den dag gelegd hij den dood van dezen laatsten raannelijken telg uit het huis van Oranje spreekt duidelijker dan eene uiteenzetting van hetgeen hij voor zijn volk en land deed. Wij allen weten dat zijne langdurige regcering een doorgaand bewjjs was, hoezeer hjj doordrongen was van den regel dien hy zich zeiven als richtsnoer aan zijne regecringsdaden stelde, toen hij hij zijne inhul diging de gedenkwaardige woorden sprak: «Het huis van Oranje kan nooit genoeg doen voor het volk van Nederland" Het bewustzijn dat hij steeds aan dat koninklijk woord getrouw is ge bleven legt ons, waar het de zwaarte van het verlies dat wij leden ver meerdert, den plicht van dankbaarheid in dubbele mate op. Meer dan ooit is nu door het Nederlandsche volk de tijd daar om die dankbaarheid door daden te toonen. Niemand onzer kan het gewicht onderschatten van de zelfopoffering waarmede de Koninklijke gemalin van onzen over leden Vorst de zware taak heeft aanvaard om de teugels van het bewind le voeren ook gedurende de minderjarigheid van onze geliefde jeugdige Koningin. Zij heeft daarbij en zeker niet ten onrechte gerekend op den steun van het geheele Nederlandsche volk; immers wij allen weten welk eene ruime plaats zij heeft veroverd in aller harten ook en vooral om 't geen zij als echtgenoote van onzen Koning, als moeder en opvoedster van onze toekomstige Koningin was. Wij hebben gemeend dat Leiden niet achter zal willen blijven waar van alle zijden betuigingen van rouw en gehechtheid aan ons Koningshuis, der treurende Vorstinne worden aangeboden. Wjj hebben u daarom tot deze Vergadering bijeengeroepen om u, de vertegenwoordigers van Leiden voor te stellen aan Hare Majesteit een eerbiedig adres van rouwbeklag aan te bieden. (Toejuiching). De Voorzitter. Vervolgens herinner ik den Raad hoe ingevolge art. 22 van het Reglement van Orde, bij 't richten van een adres aan Z. M. den Koning, de met de redactie daarvan te belasten leden kunnen worden benoemd of door den Raad zeiven óf door den Voor zitter. Ik stel voor in laatstbedoelden zin te handelen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter. Mag ik de heeren Bool, Driessen en De Goeje ver zoeken zich met de samenstelling van het adres te willen belasten? Nadat de Vergadering eenigen tijd geschorst is geweest, wordt zij door den Voorzitter heropend en geeft hij vervolgens het woord aan den j heer De Goeje, die het volgend onlwerp-adres ter tafel brengt: Aan II. M. de Koningin-Weduwe Regentessc van het Koninkrijk. De Raad der gemeente Leitien heeft behoefte Uwe Majesteit de eerbiedige betuiging aan te bieden zijner diepgevoelde deelneming in het smartelijk verlies dat Uwe Majesteit en H. K. H thans onze be minde Koningin Wilhelmina, getroffen heeft en waardoor ook de gansche Nederlandsche natie in rouw is gedompeld Met het geheele Vader land deelt Leiden het gevoel van innige verknochtheid aan het Huis van Oranje Nassau en van hartelijke dankbaarheid aan den overleden Vorst, wiens wijs en gelukkig bestuur het volk tot grooten zegen is geweest. Maar de burgers dezer stad voelen zich nog met hizondere handen van liefde en erkentelijkheid aan het Vorstenhuis verbonden dat hun de roemrijke Universiteit schonk en het hooge voorrecht ver leende de opeenvolgende Prinsen van Oranje ter voltooiing hunner opvoeding in hunne veste te ontvangen. Het bericht dat onze geeer- hiedigde en veelbeminde Koning ontslapen was heeft daarom in deze stad diepen weemoed en algemeene verslagenheid te weeg gebracht. De Kaad voelt zich gedrongen dit uit le spreken, omdat het voor Uwe Majesteit en voor de jeugdige Koningin een vertroosting zal zijn te weten dal de nagedachtenis van wjjlen Z. M. Koning Willem III in dankbare herinnering zal blijven leven. Moge de Almachtige God de bede van den Raad verhooren voor het heil van Uwe Majesteit en dat der jeugdige Vorstin op welke thans de hoop van 't Vaderland gevestigd is! En moge Hij Uwe Majesteit zegen schenken bij de vervulling der schoonc maar moeilcvolle taak die Uwe Majesteit heeft aanvaard. Uwe Majesteit gelieve de verzekering aan te nemen van de onwan kelbare liefde en trouw waarmede de burgers van Leiden bezield zjjn voor Uwe Majesteit en voor Hare Majesteit Koningin Wilhelmina. De Gemeenteraad van Leiden, enz. Daar geen der leden over dit ontwerp-adres het woord verlangt, wordt het zonder beraadslaging of hoofdeljjke stemming met alge meene stemmen vastgesteld. De Voorzitter. Burg. en Weth. zullen zorg dragen dat dit adres van rouwbeklag zoo spoedig mogelijk in handen is van II. M. de Koningin- Regentes. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden verder het woord verlangende wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van Gebroeders Muré.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 1