58
Wordt zonder discussie of hoofdeljjke stemming goedgekeurd.
VII. Idem als voren van de Stedeljjke Werkinrichting.
(Zie Ing. St. n®. 214.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IX. Verzoek van J. Stoeke en E. H. Haarlem, om een gedeelte
van de Barneveldspoort aan de Haarlemmerstraat te mogen over-
bouwen.
(Zie Ing. St. n°. 218.)
Daar de adressanten hebben doen weten, dat zij hun verzoek in
trekken, komt het niet in behandeling.
Dit adres luidt aldus:
Aan den Baad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen J. Stoeke en E. H.
Haarlem; dat zij een verzoek hebben ingediend tot overbouwing van
een gedeelte van de Barneveldspoort aan de Haarlemmerstraat, welk
verzoek hedenmiddag in de Vergadering van Uwen Raad zal worden
behandeld;
dat zij evenwel om de groote onkosten van het voorgenomen plan
hebben afgezien.
Reden waarom zij Uwe Vergadering beleefd verzoeken het betrek
kelijk adres als niet ingekomen te willen beschouwen.
't Welk doende,
Leiden, den 30 October 1890. J. Stoeke.
E. H. Haarlem.
X. Idem van de Leidsche Melkinrichting betrekkelijk bet ver
leggen van een buis naar de Singelgracht.
(Zie Ing. St. n®. 222.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming overeenkomstig
het advies toegestaan.
XI. Voorstel betrekkelijk de herstelling van de Aschschuur.
(Zie Ing. St. n®. 223.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
XII. Idem betrekkelijk de verlichting van de Gehoorzaal.
(Zie Ing. St. n®. 224.)
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Dit voorstel is ook in handen
van de Commissie van Financiën gesteld, die echter nog geen tijd
heeft kunnen vinden een schriftelijk rapport uit te brengen; ik ben
evenwel door mijne medeleden gemachtigd mondeling de meening
van de Commissie mede te deelen.
Dit voorstel heeft onze Commissie teleurgesteld, omdat de kosten
voor gasverlichting hooger zullen zijn, dan aanvankelijk was geraamd
zjj zullen thans ƒ10100 in plaats van 7900 (niet van 8000 zooals
abusief is gedrukt) bedragen.
Nu is 't zeker moeilijk in bijzonderheden een Begrooting te be-
oordeelen, als degene, die hier voor ons ligt; maar 't komt ons toch
voor, dat er verschillende posten op zijn gebracht, die twijfel wekken
hieraan: of men wel de meest mogelijke zuinigheid (of laat ik liever
zeggen) of men wel «zuinigheid" heeft betracht.
Ik wensch o. a. te wyzen op de gasverlichting in de Rook- en
Koffiekamer van de kleine zaal. Deze zal, zooals de Bcgrooting thans
luidt, een gaskroon krjjgen, die een som van 398 moet kosten. En
nu geloof ik, dat men met een goedkooper gasornament zou kunnen
volstaan.
Wij vinden een dergelijk bedrag, en dientengevolge de uitge
trokken sommen voor andere onderdeelen ook, wel wat kras. En wij
wenschen daarom een amendement voor te stellen, om voor de ver
lichting van de Gehoorzaal een bedrag van f 8000 uit te trekken.
Ik zeg een amendement voor te stellen, ofschoon hel formuleeren
van dat amendement en U moet mij dit ten goede houden
een zeer moeilijke zaak is, want niettegenstaande reeds herhaaldelijk
de wensch is te kennen gegeven dat de voorstellen van Burg. en
Weth. behoorlijk zouden worden geformuleerd, hebben Burg. en Weth.
weder in strjjd met dien wensch gehandeld. Want, wat lezen wij
in hun rapport: »Wjj hebben de eer aan Uwe Vergadering hier
nevens over te leggen een rapport van de Commissie van Fabricage
en bijlage omtrent de verliehting van de Gehoorzaal, met voorstel
om dienovereenkomstig te besluiten tot het doen aanbrengen van gas
verlichting." enz.
En het voorstel van de Commissie van Fabricage luidt: «De Com
missie van Fabricage heeft dadelyk in hare Vergadering van heden
in behandeling genomen de in hare handen gestelde voorstellen met
berekening der kosten van de verlichting der nieuwgebouwde Stads-
Gehoorzaal, door den Directeur der Stedelijke Gasfabriek en den
Gemeente-Architect opgemaakt, enheeft besloten zich daarmee
geheel te vereenigen.'
Dus nu komt eigenlijk het voorstel van den Directeur van de
Gasfabriek en van den Gemeente-Architect in behandeling, en 't is
niet gemakkelijk op een dergelijk geformuleerd voorstel van het
Dagelyksch Bestuur een amendement in te dienen. Wy gelooven
het best te doen met voor te stellen, in plaats van het voorstel van
Burg. en Weth. te lezen: «De Raad besluit, voor het aanbrengen en
inrichten der gasverlichting in het gebouw der Stadsgehoorzaal be
schikbaar te stellen de som van J 8000."
De Voorzitter. Daar dit amendement van de Commissie van Finan
ciën afkomstig is, behoeft het geen verdere ondersteuning en kan
alzoo een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
In de eerste plaats een enkel woord over de onvolledigheid van de
voordracht.
De heer Fockema Andreae heeft gezegd, dat het voorstel van Burg.
en Weth. eigenlijk het oorspronkelijke voorstel van den Directeur
van de Gasfabriek en van den Gemeente-Architect is. Nu zal ik de
laatste zjjn om dit te ontkennen, in zooverre als Burg. en Weth. b(j
dit voorstel de argumenten van deze twee deskundigen tot de hunne
hebben gemaakt. Maar ik zal bovendien ook wel niet behoeven te
zeggen, dat de gegevens voor alle voorstellen die dooi' het Dagelyksch
Bestuur bij -den Raad worden ingediend, verstrekt worden door de
daarvoor aangewezen specialiteiten.
Nu stelt de Commissie van Financiën voor het bedrag voor de
verlichting met 2150 te verminderen!
Wanneer men een gebouw sticht zooals de tegenwoordige nieuwe
Gehoorzaal, dan zal het natuurlijk behoorlijk moeten verlicht worden.
En nu heb ik, met 't oog op mogelijke bezuinigingen, geen andere
aanmerking hooren maken dan die op de gaskroon van de koffiekamer
van de kleine zaa'. 't Spreekt toch wel vanzelf, dat op dat gasorna
ment alléén geen 2000 kan bezuinigd wordenZij, die de kleine
zaal huren, hebben toch evengoed aanspraak op een behoorlijk ver
lichte koffiekamer, als de huurders van de groote zaal, ter wier be
schikking de foyer zal zijn. Nu zou men 't wel met een kleinere
lamp af kunnen, maar 't is toch duidelijk, dat er een behoorlijke
overeenstemming tusschen de inrichting van de verschillende onder
deelen van het gebouw dient te heerschen.
Bovendien is 't volstrekt niet vreemd, dat er eenig verschil bestaat
tusschen een voorloopige raming en een latere begrooting; dat ziet
men dagelijks; latere opgaven kunnen natuurlijk invloed uitoefenen
op de vaststelling der definitieve cijiers.
Ik zou 't dus betreuren als het amendement van de Commissie van
Financiën werd aangenomen.
De heer Fockema Andreae. Ten eerste wat den vorm van het
voorstel betreft!
Ik juich het zeer toe, dat in deze te rade gegaan wordt met de
deskundigen van de gemeente; maar dat in het voorstel van Burg.
en Weth. verwezen wordt naar het voorstel van de Commissie van
Fabricage, en dat deze wederom verwyst naar het voorstel van de
beide heeren, is een wijze van handelen, welke my zeer bedenkelijk
voorkomt en het formuleeren van een amendement zeer moeielyk
maakt.
Gij zegt, dat de cyfers van de Begrooting globaal waren genomen.
Met voordacht heb ik er op gewezen, dat er niet geraamd was:
8000, maar f 7900! Dit is toch niet een globaal cijfer, en bewyst,
dat de personen, die de raming maken moesten nauwkeurig hebben
begroot en gemeend voor dien prys een goede verlichting te kunnen
verkrijgen. En nu komt gij ons zeggen, M. d. V.! dat als dat voor
stel wordt aangenomen, wij slechts een onvolledige verlichting zullen
kunnen verkrijgen!
Nu heb ik voor u en uwe opinies groot respect, maar kan toch
in deze bewering geen bewijs zien. Gij zegt wel, dat men in de
koffiekamer met een lampje zou kunnen volstaan, maar gij zult my
veroorlooven aan te nemen, dat er tusschen een gasornament van
400 en een lampje nog wel een middenweg zal te vinden zijn.
Bovendien weetj ik wel, dat op dezen post alléén geen 2000 te be
zuinigen valt; maar als men een dergelijke post op zijn begrooting
brengt, dan bewijst men daardoor, dat men van de bedoeling uitgaat
om de zalen «mooi" en «schitterend" te verlichten.
Wij hebben echter ook nog andere plichten waar te nemen, dan
voor de verfraaiing der publieke zalen te zorgen; wy hebben ook
te waken over de financiën van de gemeente.
En daarom hebben wij dit amendement ingediend.
De Voorzitter. Ik zou in herhalingen moeten vervallen, als ik
trachtte de laatste woorden van den heer Fockema Andreae te weer
leggen.
Maar ik moet er toch nog eens op wyzen, dat de eerste raming
natuurlijk zeer globaal is geweest; naderhand heeft men zich o. a.
met de fabrikanten van de gaskronen in verbinding gesteld, en toen
eerst heeft men den juisten prijs der verschillende onderdeelen
kunnen bepalen. Alleen waren met eenige zekerheid de kosten van
aanleg der buizen op te geven, en deze zijn zelfs naderhand ook nog
tegen gevallen.
Neemt men het amendement aan, dan is 't zeker dat de verlichting
niet behoorlijk in orde kan gebracht worden; men zou dan één
vijfde van de aangevraagde som afnemen, en dat is te veel om naar
behooren aan de eischen te kunnen voldoen. Wanneer de Commissie
van Financiën in staat ware post voor post aan te toonen dat er te
veel is geraamd, dan zou 't misschien nog aangaan een zekere
vermindering voor te stellenmaar ik geloofdat wanneer
men het amendement aannam op de losse onderstellingen van de
Commissie, men een zeer onverstandige wijze van handelen zou
volgen.
Ik blijf de aanneming dus ten sterkste ontraden.
De discussiën worden alsnu gesloten.
Het amendement van den heer Fockema Andreae in stemming ge
bracht wordt verworpen met 16 tegen 7 stemmen.
Voor stemden de heerenFockema Andreae, Schneither, Zaaijer,
Cock, Van Hoeken. Van Hamel en Verster van Wulverhorst.
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt daarna zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
XIII. Verzoek van mevrouw S. Crommelin, om vrijstelling van de
betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n®. 227.)
Wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming toegestaan.
XIV. Voorstel tot wijziging van art. 1 van het Raadsbesluit
regelende de heffing van eene Plaatselijke Directe Belasting.
(Zie Ing. St. n®. 209 en 225.)
De heer Fockema Andreae. M. d. V.! Ik stel voor dit punt van de
agenda te behandelen tegelijk met de Begrooting, bij den post der
Plaatselijke Directe Belastingen.
