coupure in den singel en liet maken van eene brug over die coupure.
lioe of hel spoel- en afvalwater uit de Albuminelabriek komende gecon
troleerd zal worden, of de sloot nog verder zal worden gedempt dal zijn
alles bijzaken, die later kunnen behandeld worden en waarover voor
stellen kunnen gedaan worden. Met de quaeslie der coupure heeft dit
niets te maken.
De heer Was. M. de V.! Voor mij persoonlijk zou ik uitstel van
behandeling niet noodig achten, want ik heb de stukken die gedu
rende drie dagen in de leeskamer hebben gelegen, ook gelezen. Ik
heb echter bemerkt, dat verscheidene leden van den Raad van die
stukken geen kennis hebben kunnen nemen, en nu komt het mij
verkeerd voor om over eene zoo gewichtige zaak eene beslissing te
nemen in eene hoogst onvoltallige vergadering, waarin zelfs niet één
lid van de Commissie van Financiën aanwezig is.
Is er nu zulk een groot bezwaar om de stukken te doen drukken
De leden kunnen ze dan te huis op hun gemak nalezen, want zij zijn wer
kelijk zeer interessant. Tegen uitstel van een 14 dagen behoeft thans
te minder bezwaar te bestaan, omdat op dit oogenblik de sloot wordt
gereinigd en de fabriek zich thans ook bezig houdt met bet zuiveren
van baar afvalwater.
De heer Zaaijer. M. d. V.Er is nog een ander argument waarom
het mij voorkomt, dat het van het grootste belang is in deze geen
overhaast besluit te nemen.
In het rapport van Burg. en Weth. (Ing. St. n°. 180) lees ik aan
het slot het volgende: »zoodat tegen het uitloozen van spoel- en
hemelwater in het riool, bij demping van de sloot, geen bezwaar
bestaat," waaraan voorafgaat: «terwijl de noodige maatregelen worden
genomen om de verontreiniging tengevolge van het uitloozen uit de
fabriek te voorkomen." Nu ben ik hedenmorgen in de gelegenheid
geweest om eene proeve van het gezuiverde z. g. spoelwater te zien;
het was een walgeljjk vocht, bijna even erg stinkend als het onge
zuiverde spoelwater. Alvorens dus een besluit te nemen, komt het
mij zeer wenschelijk voor, dat eerst blijke of de proef om het spoel
water behoorlijk te zuiveren, is geslaagd. Is het riool er eenmaal,
en heeft de fabriek de vergunning om wat zij spoelwater noemt,
maar wat niets anders is dan afval van de producten der fabriek,
daarin te laten loopen, dan vrees ik dat wij een toestand zullen
krjjgen stellig even erg of wellicht nog erger dan tegenwoordig, om
dat de verontreiniging dan niet zoo dadelijk in het oog zal vallen.
Het vocht, dat uit de fabriek komt, ook het gezuiverde, geeft dui
delijk blijken verontreinigd te zijn o. a. door ontledingsproducten van
eiwilachtige stoffen. Dit is mij gebleken toen ik hedenmorgen toe
vallig het Laboratorium bezocht der Hoogere Burgerschool, waar ür.
De Loos juist bezig was met het onderzoek van het ongezuiverde
en van het gezuiverde spoelwater; de resultaten van het onderzoek
van Dr. De Loos zullen U wellicht reeds medegedeeld zijn M. d. V.
Nu de toestand in de laatste dagen door de genomen maatregelen
zoo belangrijk is verbeterd, en er van stank niet veel te bespeuren
is, nu vraag ik of er dan zoo'n haast bij is te besluiten lot het uit
geven van eene som van f 1800, waarvan wellicht heel weinig nut
te verwachten is. Ben ik namelijk goed ingelicht, dan bestaat bij de
fabriek het voornemen om, wanneer zij de vergunning om haar spoel
water in het riool uit te loozen, niet krijgt, dan ook niet te dempen.
Zij zou daarbij, meen ik, in haar recht zijn, want zij heeft wel de
toestemming om te mogen dempen, maar daardoor is zij daartoe nog
niet verplicht. En indien de bedoelde vergunning haar geweigerd
wordt is het veel gemakkelijker de sloot niet te dempen, daar zij
hare afvalproducten alsdan per schuit kan wegvoeren. Ik kan derhalve
wel medegaan met het voorstel van den heer Kaiser om de zaak
voorloopig aan te houden, en geen beslissing te nemen, voordat ge
bleken is, dat de fabriek er werkelijk in geslaagd is om haar spoel
water behoorlijk te zuiveren, zoodanig dat de sloot of het riool niet
meer op zóó ernstige wijze door de ontbindingsproducten der door
haar afgevoerde eiwitstoffen kan verontreinigd worden.
Bij de onzekerheid nu of de fabriek werkelijk tot demping zal
overgaan en, doet zij dat niet dan zal er slechts een klein gedeelte
van de Aloëlaan tot aan de Albuminefabriek gedempt worden, zijn
wij, mijns inziens, niet verantwoord een voorstel aan te nemen, dat
betrekkelijk zóó groote onkosten na zich sleept.
De heer Kaiser. Naar aanleiding van hetgeen zoo even door den
heer De Sturler is gezegd, namelijk dit dat de Raad al heeft besloten
tot demping moet ik hem doen opmerken dat tijdens het nemen van
dat besluit volstrekt geen sprake was van het doorsnijden van den
Singel en het maken van eene brug. Dat zijn geheel nieuwe zaken,
en neemt de Raad daarmede geen genoegen dan vervalt van zelf het
reeds genomen besluit tot demping.
De Voorzitter. Dat het vroegere besluit tot demping door dit
voorstel zou zijn vervallen, ben ik volstrekt niet eens met den heer
Kaiser, al neem ik gaarne aanj, dat sommigen wellicht anders
gestemd zouden hebben, als zij alles vooruit hadden geweten.
De Raad heeft echter besloten vergunning te verleenen tot dem
ping tot aan het huis van de wed. De Bink. Of deze tot de demping
zal medewerken weten wij nog niet, maar tot die demping zal moeten
worden overgegaan. De vraag of het spoelwater der Albuminefabriek
al dan niet van zekere stoffen zal gereinigd worden, is ten eeneinale
afgescheiden van dit voorstel om eene coupure in den singel en eene
brug te maken.
Wij kunnen alle maatregelen nemen om de fabriek te dwingen
haar spoelwater te reinigen. Daartoe zijn ook reeds voorschriften
gegeven, en de fabriek heeft dan ook reeds 4 groote bakken laten
maken om het water te filtreeren. Wanneer het blijkt dat deze
wijze van zuiveren goed werkt, is zij bereid blijvende vaste bakken
van steen te maken. De heer De Loos, die is aangezocht het water
te onderzoeken, heeft zoo even zijn rapport omtrent dat onderzoek
ingediend; ik ben bereid dit rapport te laten voorlezen, ofschoon
het nog {liet als een eindrapport kan worden beschouwd.
De heer Was. M. d. V.! Zou het toch werkelijk niet veel beter
zijn, wanneer de zaak nu werd uitgesteld? In de vorige Vergadering
werd reeds gezegd, dat de leden van den Raad niet genoegzaam
waren ingelicht, en wat het rapport van den heer De Loos betreft,
ik acht mij niet in staat om met kennis van zaken daarover een
oordeel te vellen, wanneer ik het alleen maar hoor voorlezen. Toen
de Raad den 19en Jnni voldeed aan het verzoek om te mogen dempen,
was hij niet op de boogie van de zaak. En waarom zullen wij nu
wederom, nu de toestand toch veel verbeterd is, in eene zoo hoogst,
onvoltallige Vergadering een besluit nemen. Laat de leden eerst op
bun gemak de stukkeu gedrukt kunnen inzien.
De heer Alma. Nieuw licht kan ik natuurlijk over deze zaak niet
ontsteken, maar wel wensch ik te verklaren dat ik niet goed inzie
het verband lusschen bet loozen van min of meer schadelijke stoffen
door de Albuminefabriek en de quaestie waarover het nu eigenlijk
loopt. Er is indertijd door den Raad besloten vergunning te verleenen
om tol demping van de sloot over te gaan, mits in haar geheel tot
aan de Haarlemmervaart. Daarop is een verzoek van aanwonenden
gekomen om een gedeelte der sloot te mogen dempen, welke ver
gunning ook is verleend. Gedeputeerde Staten kunnen zich daarmede
wel vercenigen, mits er eene coupure in den Singel en eene brug
worde gemaakt.
Nu dacht ik dat de queslie alleen was of de eenmaal gegeven ver
gunning ook werkelijk mogelijk zal worden gemaakt door het voldoen
aan het verlangen van Gedeputeerde Staten, ja dan neen. Ik zie
niet in dat dit in eenig verband staat met de stinkende stoffen van
de Albuminefabriek, en heb derhalve ook niet het minste bezwaar
om de zaak beden af te doen.
De heer De Goeje. M. d. V.! Ik ben het geheel eens met den heer
Kaiser. Wij hebben indertijd wel verlof verleend tot demping, maar
konden toen niet weten dat daaraan verbonden was eene uitgaaf van
f 1800 voor het maken van eene coupure en eene brug. Willen
belanghebbenden dit voor hunne rekening nemen, dan zou het hard
zijn hun de vergunning daartoe te weigeren, daar dit gelijk zou staan
met intrekking van het eenmaal verleend verlof. Maar wordt de ge
meente geroepen om die kosten te dragen, dan krijgt de zaak een
geheel ander aanzien. Wij hebben vergunning verleend tot demping,
mits daaraan geene uitgaven voor de gemeente waren verbonden.
Nu van die voorwaarde is afgeweken, staan wij, mijns inziens, weder
geheel op een vrij standpunt.
De Voorzitter. Er wordt herhaaldelijk gezegd, dat indertijd bij
het geven van vergunning tot demping niet gesproken is van het
maken ecner coupure en brug. Dit is volkomen juist, doch men ver
geet dat deze eisch een voorwaarde is, die eerst later door Gedepu
teerde Staten voor de demping is gesteld. Waar nu de kosten daarvan
voor de aanwonenden de demping zeer bezwarend zouden maken,
en de algemeene gezondheid toch zoozeer bij die demping is betrokken,
daar achten Burg. en Weth. het billijk althans de kosten van die coupure
en brug voor rekening der gemeente te nemen. De vraag is dus nu alleen,
of de Raad de gelden voor dat doel wil toestaan, en deze vraag is
geheel af te scheiden van de uitloozing der Albuminefabriek, aan
welke inrichting, naar mijn oordeel, ten onrechte het grootste deel
van de verontreiniging der sloot wordt toegeschreven.
De beslissing over het voorstel van den heer Kafser laat ik even
wel geheel aan den Raad over.
De heer Zaaijer. M. d. V.Ik wil er nog even de aandacht op
vestigen dat de vraag of de gemeente de coupure en de brug zal
bekostigen toch inderdaad niet op zich zelve staat. Er is eene om
standigheid bij, die, naar het mij voorkomt, op het te nemen besluit van
overwegenden invloed is. De Albuminefabriek is voor een belangrijk
deel de oorzaak van den ongunstigen toestand, waarover in de laatste
weken zoo geklaagd is en te recht. De fabriek kan dat niet ont
kennen en dat doet zij ook niet. Zij heeft vergunning noodig om
haar spoelwater in het bjj demping aan te leggen riool te brengen.
Die vergunning kan haar dus geweigerd worden en dit zal, hoop ik,
ook geschieden wanneer zij er niet in mocht slagen haar spoelwater
voldoende te zuiveren.
In dat geval zal de fabriek waarschijnlijk niet tot demping over
gaan, waardoor slechts een klein gedeelte van de sloot zal verdwijnen
en het overige gedeelte in nog slechtere conditie zal komen. En
daarvoor zal de gemeente dan eene coupure en brug moeten maken,
welke eene uitgaaf van f 1800 vorderen. Het is dus, m. i., niet vol
te houden dat er geen verband zou bestaan tusschen het aanhangige
voorstel betreffende de coupure en de brug en den toestand der
Albuminefabriek.
De Voorzitter. Het spreekt van zelf dat wanneer de Raad ons
voorstel mocht aannemen, tot het maken van coupure en brug niet
zal worden overgegaan, tenzij de sloot minstens gedempt worde tot
aan het perceel van de wed. De Bink.
De heer Was. De Raad heeft den 19den Juni zijne toestemming
tot demping gegeven, omdat daartegen toen geen enkel bezwaar
scheen te bestaan. Maar als nu later de Raad door een aantal stuk
ken, welke vroeger niet bestonden of niet waren overgelegd, tot de
overtuiging komt, dal het veel beter is om niet te dempen, dan is
bij toch volkomen bevoegd om op dat vroegere besluit terug te
komen. En daartoe wordt ons door de voorwaarde van Gedepu
teerde Staten thans de gelegenheid geopend. Wij hebben onze toe
slemming tot het dempen gegeven mits dit geschiedde zonder eenige
kosten voor de gemeente, maar zoo langzamerhand komen wij thans
in eene andere phase, nu wordt ons eene uitgave van f 1800 ge
vraagd en wie weet wat daar later nog bij kan komen? En nu heeft
zich bij mij de overtuiging gevestigd, dat de demping niet alleen niet
volstrekt noodig is maar zelfs hoogst schadelijk kan zijn, want wat
door de zoogenaamde Albuminefabriek tot dusver in het openbaar is
gedaan, zal dan in het geheim kunnen geschieden, wanneer zij het
zoogenaamde spoelwater in het riool kan uitloozen zonder dat ccnigq