56
van 188b) aan adressant vergunning hebben verleend voor het dem
pen van een gedeelte der Rijnsburgersingelsloot onder voorwaarde
dat, alvorens tot demping over te gaan, in den Singelweg ecne brug
worde gelegd ongeveer in het verlengde van de sloot langs de Aloë-
laan, eene doorvaartwijdte aanbiedende van 2.50 meter met eene
hoogte onderkant ligger van 35 centimeters boven A. P., eene diepte
van 1.50 meter beneden A. P. en eene breedte tusschen de leuningen
van ten minste 4 meters. De kosten van de demping worden ten
gevolge van deze bepaling ongetwijfeld belangrijk verhoogd en het
komt ons billijk voor, ook op grond dat de demping in het belang
is van de algeraeene gezondheid, dat de kosten van de doorgraving
van den Singel en van het maken van eene brug ten laste van de
gemeente worden gebracht. Die kosten zijn geraamd op f 1800, nu
de demping zich vermoedelijk niet zal uitstrekken tot den Marendijk,
aangezien de eigenaresse van de aan die zijde gelegen perceelen,
Sectie A, n°. 648 en 258 de weduwe N. De Bink, tot dusverre niet
tot de demping van het langs hare perceelen gelegen gedeelte sin-
gelsloot wenseht mede te werken. Dientengevolge is eene nieuwe
brug noodig, terwijl anders daarvan gebruik zoude kunnen worden
gemaakt van de bestaande brug aan den Maredijk, in welk geval de
kosten slechts f 1000 zouden bedragen.
Wij geven Uwe Vergadering thans in overweging te besluiten dat
voor rekening der gemeente zal worden overgegaan tot het doorgraven
van den Singel en bet maken van eene brug, overeenkomstig de
door de Gedeputeerde Staten gestelde voorwaarde, zullende te zijner
tijd een voorstel tot verhooging van het betrekkelijk begrootings-
artikel worden ingediend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Edel-Achtbaren Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen de ondergeteekende
»De Leidscbe Melkinrichting", gevestigd te Leiden;
dat haar bij Uw besluit van 19 Juni jl., verlof werd gegeven tot
het dempen van de sloot tusschen haar terrein en de Rijnsburger
singelsloot;
dat zij den 21sten Juni jl. datzelfde verlof ontving van Dijkgraaf
en Hoogheemraden van Rijnland;
dat zij vervolgens de vereischte toestemming heeft gevraagd van
Hecren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland welke toestemming
haar is verleend onder voorwaarde dat, ten behoeve van hen die de
te dempen sloot met schuitjes bevaren, gemaakt wordt een door
vaart met brugje, in den Rijnsburgersingelweg ter hoogte van de
Aloëlaan.
Door deze voorwaarde worden de kosten der demping voor adres
sante te bezwarend en overtuigd dat die demping, vooral met het
oog op de volksgezondheid, is een algemeen belang, neemt zij de
vrijheid U dringend te verzoeken de bedoelde doorvaart met brugje
te doen maken voor rekening der gemeente Leiden.
't Welk doende enz.,
Namens De Leidsche Melkinrichting
Leiden, Juli 1890. J. Rinkes Borger, Directeur.
N°. lïl. Leiden, den 16 Augustus 1890.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de voor
stellen van Burg. en Weth.
1°. tot tijdelijke voorziening in het onderwijs in de handwerken
en in het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes ten
gevolge van het verlengd verlof verleend aan Mejuffr. Diest Lorgion
en van splitsing van klassen;
2°. tot het doen van herstellingen aan het schoolgebouw in de
Gortestraat waarvan de kosten zijn geraamd op f 320 meer dan ter
zake op de begrooting beschikbaar is;
en 3°. tot aanschaffing van een paardenschouw, waarvan de kosten
zullen bedragen f 450.
Zij geeft 0 daarom in overweging dienovereenkomstig te besluiten.
Uit een financieel oogpunt bestaat er bij haar evenmin bezwaar
tegen het voorstel om voor rekening der gemeente eene coupure te
maken in den Rynsburgersingelweg in verband met de demping van
de sloot langs dien weg, waarvan de kosten vermoedelijk f 1800
zullen bedragen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.