(iEHEiNTEIlAAD VAN LEIDEN.
45
1880 138,966
1881 69,777
1882 137,492
1883 170,511
1884 65,544
1886 132,982
1887 176 063
1888 208,067
1886 132982
1887 176063
1888 208067
1889 211833
INGEKOMEN STUKKEN.
N". 134.
Leiden, dl Juni 1890.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be
richten, dat het onderzoek der in hare handen gestelde rekening en
verantwoording van de Stadsbank van Leening over 1889, tot geene
bedenkingen heeft geleid.
Zij stelt U daarom voor die rekening goed te keuren in ontvangst
ad 288296.76, in uitgaaf ad 280902.91, alzoo opleverende een
saldo van f 7363.85, waarvan in de eerstvolgende rekening door HH.
Commissarissen verantwoording zal behooren te worden gedaan.
Verder geeft zij U in overweging het dividend ad 906.10 in de
gemeentekas te doen storten.
Aan den Gemeenteraad
van Leiden.
De Commissie van Financiën.
N°. 135.
Leiden, 10 Juni 1890.
De Commissie van Financiën heeft inzage genomen van de reke
ningen der Stedelijke Gasfabriek.
Het batig saldo bedraagt volgens die rekeningen 61954.63s tegen
f 71444.04 over 1888, dus 9489.405 minder dan over het vorige
jaar.
Dit resultaat mag, met het oog op de vermindering van den gas-
prijs met I April 1889 van 6 op 5 pCt. per Ms. niet onbevredigend
worden genoemd. Immers, in 1888 bedroeg bij een verbruik door
particulieren van 3004487 M3.
de ontvangst hiervoorf 180269.22
in 1889 bij een verbruik van 3216320 M3 de ontvangst
hiervoor170653.93
dus minder9615.29
Gaat men nu na, dat bij meerdere productie een aantal uitgaven
stijgen, dan wij herhalen het is de uitkomst niet onbe
vredigend.
In 1884, vóór de verlaging van den gasprijs op 6 pCt. bedroeg de
winst 68751,22 het verbruik bedroeg in dat jaar 2422050 M3. en
de ontvangst hiervoor tegen 8 et. f 193764.dus
170653 93
23110.07 meer dan in het nu
afgeloopen jaar.
Tegenover eene mindere ontvangst van particulieren voor gasver
bruik van23110.07
staat dus eene verminderde winst van slechts 6796.58s.
Ook dit mag niet onbevredigend heeten wanneer men bedenkt,
dal het verbruik bij de vorige prijsverlaging eerst na het eerste jaar
sterk vermeerderde, zooals blijkt uit het volgende lijstje:
liet verbruik vermeerderde in 1879 met 191,443 M3
1 April de prijs op 6 et. 1885 65,325
1 April de prijs op 5 ct. 1889 211,833
Tot bedenkingen, beeft het onderzoek der rekeningen haar niet
geleid. Zij stelt U daarom voor die rekeningen goed te keuren,
de exploitatie-rekening in ontvangst lot eene som van f 333753.21
in uitgaaf tol een bedrag van f 321965.78s en alzoo sluitende met
een saldo van 11787.42s en de rekening van het uitbreidings- en
vernieuwingsfonds in ontvangst tot een bedrag van ƒ50046.39 en in
uilgaaf tot een bedrag van 49609.04s en alzoo sluitende met een
saldo van f 437.34s, onder bepaling dat heeren Commissarissen ge
houden zijn die beide saldo's in hunne respectieve eerstvolgende
rekeningen te verantwoorden. Wat het batig saldo betreft dat volgens
de rekening 61954.63s bedraagt, stelt zij U voor dat bedrag te doen
storten in de gemeentekas.
Aan den Gemeenteraad
van Leiden.
De Commissie van Financiën.
N#. 136.
LICHTSTERKTE.
mingen aan de G:
8—14 Juni 1890.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
derwijzers) ontstaan door het verleend eervol ontslag aan de juffrouwen
J. M. Dijkman en A. J. Crcmer, hebben wij de eer Uwe Vergadering
hierbij de voordrachten aan te bieden, opgemaakt in overleg met den
Arrondissements-Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd
der school, ter benoeming van twee derde onderwijzeressen, op eene
jaarwedde van ƒ550 als:
a. 1°. Mejuffr. L. M. Kievit;
2'. Mejuffr. A. Lcm
en 3°. Mejuffr. L. E. Ter Meer;
b. 1°. Mejuffr. E. Van Leeuwen;
2°. Mejuffr. W. Klinkert;
en 3°. Mejuffr. F. Weber.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke rapporten in de Leeskamer
ter inzage zijn nedergelegd, nemen wij de vrijheid U te verzoeken
tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 138.
LICHTSTERKTE.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
15—21 Juni 1890.
N°.
Datum.
Uur.
Nc
Datum.
Uur.
Aantal.
Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Juni
8
9
10
11
12
13
14
8.30—9.30
8.30—9.30
8.30—9.30
8.30—9.30
8.30—9.30
8.30—9.30
8.30—9.45
7
8
7
8
7
8
8
17.4
17.2
174
17.4
17.2
17.2
17.0
N'. 13?. Leiden, den 21 Juni 1890.
Ter vervulling van twee vacatures aan de school der 2e klasse
voor Jongens en Meisjes (Leerschool bij de Kweekschool voor Onder-
Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen.
Juni
N°. 139.
15
16
17
18
19
20
21
8.30—10.—
8.30—10.—
8.30— 9.45
8.30— 9.45
8.30—10.—
8.30—10.—
8.30—10.—
7
8
7
8
7
8
8
17.0
16.8
16.8
16.7
16.5
16 5
16.7
Leiden, 24 Juni 1890.
Krachtens Raadsbesluit van 10 April 1890 is door ons College op
16 Juli jl. eene openbare verhuring gehouden van het recht voor
de jacht op waterwild op de Stadsvroonwateren voor den tijd van
drie jaren ingaande met de opening van de jacht in dit jaar.
De eenige inschrijver was W. P. Mulié alhier voor f 210 per jaar.
Wij hebben besloten de huur niet te gunnen op grond dat de ge
boden som ons niet hoog genoeg voorkwam. In de bovenbedoelde
Raadszitting toch werd medegedeeld een verzoek van eenige lief
hebbers voor de jacht op waterwild onderteekend door de heeren
W. P. Mulié, H. P. A. Hopman, J. D. Dingemans, L. Warmenhoven,
N. J. Stallinga, C. Mulié, Van Diepenbrugge en P. II. Cockuyt, om
het jachtrecht niet zooals destijds was voorgesteld, onder de hand
te verhuren voor f 200 'sjaars, aangezien dat bedrag veel te laag
was, terwijl de voorkeur werd gegeven aan eene openbare verhuring
en de verzoekers borg stonden voor eene veel hoogere som.
Inmiddels is die veel hoogere som blijkens de openbare inschrijving
niet verkregen, daar slechts voor 210 is ingeschreven en achten
wij het in de gegeven omstandigheden niet geraden het jachtrecht
voor drie jaren aan één persoon te verleenen, maar geven er de
voorkeur aan wederom evenals vroeger permissiën uit te reiken ge
durende den jachttijd en wel telkens voor een saizoen. Het vroeger
geldend bedrag van 6 per permissie is evenwel te laag en kan.
volgens ontvangen inlichtingen, zonder bezwaar worden verdubbeld
welk bedrag dan ook onlangs door een zich noemend broodjager
op waterwild uit de Kaag werd aanbevolen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten
dat voor het jachtseizoen 1890/91 pennissiën zullen worden uitgereikt
voor het jagen op waterwild op de Vroonwateren tegen betaling van
f 12 voor elke vergunning.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 140. Leiden, Juni 1890.
Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te Leiden, hebben de eer
het volgende onder Uwe aandacht te brengen.
Wanneer men de toename van het gasverbruik over de laatste jaren
nagaat, dan springt dadelijk in het oog, dat deze zeer belangrijk is.
Zoo was de toename in het jaar 1885 65325 kub. meters
Terwijl, besluitende uit de toename over de eerste helft deze zal
zijn in het jaar 1890, 316601 kub. meters.
Op 1 April 1885 werd de gasprijs gebracht van 8 op 6 cents per
kub. meter, terwijl op 1 April 1889 deze 5 cent werd.
Nu uw College besloten Jieeft, geen voorstellen aan den Raad te
doen tot verhooging van den gasprijs en het verschil tusschen de
dure steenkolen en het kook- en verwarniingsgas kleiner geworden
is, zullen zeer zeker de verbruikers van dit gas sterk toenemen, e»
deze toename gelijk gesteld kunnen worden bij die, na eene vroegere
prijsverlaging van het gas.
Het exploitatie verslag van 1889 leert ons, dat de maximaalproductie
bedroeg 19323 kub. meters per etmaal, de aflevering was 14 pCt.
meer dan het vorig jaar, zoodat veilig over 1890 kan worden aan
genomen, dat ook de etmaalproductie 14 pCt. hooger zal worden,
bedragende dus 22028 kub. meters.
Stokerij.
Gaat men nu de capaciteit der fabriek in al hare onderdeelen na,
te beginnen b(j de stokerjj dan vindt men, dat deze met 104 retorten,