38 Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Mei 25 8.15—10.— 7 16.7 2 26 8.1510. 8 16.7 3 27 8.1510.15 7 17.0 4 28 8.15—10.15 8 17.0 5 29 8.15—10.15 7 17.2 6 30 8.15—10.— 8 17.0 7 31 8.15—10.15 8 17.0 hunne rekening te mogen dempen de sloot tusschen hunne perceelen en genoemden singel. De slechte toestand waarin die sloot verkeert is zoo algemeen be kend dat zij het overbodig achten hun verzoek nader toe te lichten en met vertrouwen Uwe gunstige beschikking te gemoet zien. 't Welk doende enz Namens de Leidsche Melkinrichting, J. Rinkes Borger. Volgen de namen van 4 adressanten. Leiden, 27 Mei 1890. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van de firma de Leidsche Melkinrichting en verdere eigenaren van perceelen langs den Rijnsburgersingel te berichten dat het dempen van het gedeelte der Singelsloot van de Aloëlaan tot de Mare even nood zakelijk is voor de openbare reinheid en gezondheid als die toegestaan is voor het gedeelte van den Stationsweg tot de dwarssloot aan het Schuttersveld, terwijl het overige gedeelte tusschen de Aloëlaan en de genoemde dwarssloot langs de breedte van het Schuttersveld in verhand staat tot de heide dwarsslooten die het Schuttersveld be grenzen en onder de gemeente Oegstgeest gelegen zijn. De Commissie stelt derhalve voor die demping toe te staan onder de volgende voorwaarden, als: 1°. dat zij moet geschieden geregeld zonder open vakken van de Aloëlaan tot de Mare, nadat de sloot eerst van den slappen bagger is ontdaan en daarna met zuiveren grond, puin of zand aangevuld wordt; 2". dat bij de Aloëlaan en hij de Mare de grond door behoorlijke schoeiingen wordt bevestigd; 3". dot in den gedemplen grond wordt gelegd een riool van behoor lijke afmeting en samenstelling met een voldoend verval aan de Mare, terwijl lot afvoer van het hemelwater van den Singelweg acht ijzeren kolken met voldoende loozingen worden geplaatst en in het riool geen warm water van fabrieken of andere inrichtingen mag worden af gevoerd 4°. dat de brug aan den Marendijk buiten kosten van de gemeente wordt gebracht naar de Gemeentewerf of eene andere aan te wijzen van ons bestuur buiten den Gemeenteraad, die den Isten Juli a. s. moeten aftreden, zijnde de heeren C. J baron Leembruggen, dr. D. De Loos en dr. J. G. Van der Sluys, welke weder op nieuw benoem baar zijn. 1'. de heeren C. J. baron Leembruggen. Dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom. 2°. Dr. D. De Loos. W. F. Verhey van Wijk. 3'. Dr. J. G. Van der Sluys. Dr. A. W. Kroon. Bestuurderen der Stedelijke Werkinrichting: L. Driessen, Voorzitter. H. C. Juta, Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden. 5°. dat alle werkzaamheden geschieden onder toezicht van den Ge meente-Architect; 6'. dat de door demping verkregen grond tot wederopzeggens toe aan de belendende eigenaars in gebruik wordt afgestaan en alleen als tuin mag worden aangelegd, op den afstand van een meter van de boomenrij door een ijzeren hek van den weg wordt afgescheiden en door ieder der gebruikers wordt betaald een jaarljjksche recog nitie van 3{ cent de centiare, voor ieders deel, nader op te meten. Aan IIII. Burg. en Welh. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N®. 120. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29—31 Mei 1890. N'. 123. Leiden, 2 Juni 1890. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan P. J. Hartevelt en G. D. J lieulink ver gunning te verleenen tot het leggen van twee bruggen over de Zoeter- woudsclie singelsloot en van een zinker in die sloot ten dienste van de duinwaterleiding voor hunne aldaar gebouwde huizen, onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden Aan EdelAchtb. HU. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Wij ondergeteckenden vragen met verschuldigdcn eerbied aan, het leggen van twee bruggen over de Singelsloot langs den Zoetcrwoudschen Singel en het leggen van een duiker voor de duinwaterleiding in het perceel bekend onder Kadastraal n®. A, 361b. Wachtende op UEdele Achtbaren gunstig advies noemen wjj ons UwEdclen dienstv. dienaren, P. J. Hartevelt, G. D. J. Beulink, Langegracht n°. 18, Leiden. Leiden, 27 Mei 1890. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van 1'. J. Hartevelt en G. D. J. Beulink te berichten, dat bij haar geen be zwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning tot hel leggen van twee bruggen over de Zoeterwoudsche Singelsloot en van een zinker in die sloot ten dienste der duinwaterleiding voor hunne aldaar gebouwde huizen, mits zulks geschiedt onder toezicht van den Gemeente-Architect, tegen vergoeding der kosten van herstelling van den berm en van het Singelpad. alsmede tegen betaling van het recht voor iedere brug bepaald bij art. 3 n®. 35 van het tarief vastgesteld den 5en Maart 1857. Aan HH. Burg. en Weth De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. N®. 9 9 9 9 N®. 121. Leiden, 3 Juni 1890. Ten aanzien van nevensgaand verzoek van P. Toutenhoofd, hebben wij de eer U mede te deelcn dat de leerlinge der floogere Burger school voor Meisjes E. C. A. Toutenhoofd wegens ernstige ongesteld heid na 18 Februari j.l. de school niet meer heeft bezocht en gedu rende dezen cursus geen lessen meer zal kunnen bijwonen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant vrijstelling of restitutie te verleenen van schoolgeld voor zijne dochter, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes over de laatste twee kwartalen van den cursus 1889/90. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigdcn eerbied te kennen; P. Toutenhoofd, Plantsoen n\ 101, dat zijn dochter Emma Cornelia Adriana, leerlinge der 5de klasse Hoogere Burgerschool, van af 18 Februari 1890 tot op heden de school niet heeft kunnen bezoeken wegens voortdurende ongesteldheid, dat hij derhalve den Gemeenteraad beleefd verzoekt, restitutie te mogen ontvangen van het betaalde schoolgeld gedurende de maanden Maart. April, Mei, en ontheffing van het te betalen schoolgeld, aan gezien zijn dochter de school niet meer kan bezoeken. Leiden, 2 Juni 1890. 't Welk doende: P. Toutenhoofd. N®. 122. Leiden, 2 Juni 1890 Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van beheer, hebben wy de eer U de volgende dubbeltalen voor te dragen van de leden N®. 124. Leiden, 5 Juni 1890. Wy hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een verzoek van W. en G Splinter ter bekoming in eigendom van grond achter de Oosthavenstraat voor de oprichting van arbeiders woningen met het daaromtrent door de Commissie van Fabricage uitgebracht advies en bijbehoorende stukken. Ons met den inhoud daarvan vereenigende, geven wij Uwe Ver gadering in overweging: 1°. aan de Nederd. Hervormde Diaconie op te zeggen het gebruik van een gedeelte groot 56 centiaren van den grond haar krachtens Raadsbesluit van 31 October 1861 met het recht van opstal in ge bruik gegeven, en de jaarlijksche recognitie te verminderen met ƒ1.96 en te bepalen op ƒ55.65. 2®. aan W. en G. Splinter in eigendom af te staan een gedeelte van het perceel kadastraal bekend Sectie C, n®. 1271, groot 56 cen tiaren, en hun te vergunnen het rooien van de hoornen die op het te bebouwen terrein in den weg staan, alsmede het te maken riool te doen uitloozcn in het stadsriool aldaar, een en ander onder <lc door de Commissie van Fabricage gestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan EdelAchtb. HH. Burg. en Weth. van Leiden. Ondergeteekenden overleggen andermaal een platten grond voor den bouw van zeven woningen op een terrein gelegen aan de Oost havenstraat alhier. Hoewel zij in een vorig verzoek aan UWelEd. gericht, verzocht hebben toestemming te ontvangen tot het rooien der hoornen op het terrein der arbeiderswoningen in de Ooshavenstraat en het in gebruik nemen en zoo noodig verhoogen van den gcmeenschap- pelyken muur, en het nieuw te maken riool in het stadsriool te mogen aansluiten, komen zij thans met het verzoek om, twee meters breedte van den grond welke achter den thans bestaanden gemeenschappelijken muur is gelegen in eigendom te bekomen en te bebouwen ter verkrijging van meerdere breedte voor hunne nieuw aan te leggen straat. Wenschende dat UEdAchtb. gunstig op deze verzoeken beschikken verbiyven wij met hoogachting, W. Splinter. Leiden, 6 Mei 1890. G. Splinter. Leiden, 27 Mei 1890. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van W. en G. Splinter te berichten, dat daarbij worden overgelegd plan en tcekening betreffende het bouwen van zeven woningen op een onbe- bouwden grond in de Oosthavenstraat en tevens verzocht, om de aldaar staande boomen te rooien en het nieuw te maken riool aan te sluiten aan het stadsriool aldaar, dat tegen het bouwen geen bezwaar bestaat, mits de straat of poort eene meerdere breedte van twee meters ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1890 | | pagina 2