GBMlE^TfeRAAU ÏAS LESIM
87
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 231. Leiden, den 5 November 1889.
Ter vervuiling van twee vacatures aan de openbare school der 4e
klasse n°. 1 ontstaan tengevolge van de overplaatsing van den onder
wijzer W. Rank en de onderwijzeres mejuffr. Bakx naar de school
3e klasse n°. 4, hebben wij de eer Uwe Vergadering hierbij een
tweetal voordrachten aan te bieden, opgemaakt in overleg met den
Arrondissements-Schoolopziener, na ingewonnen bericht van het hoofd
der eerstgenoemde school, ter benoeming van een derden onderwijzer
en een derde onderwijzeres, op eene jaarwedde van f 550 voor
ieder, als:
a. 1°. A. Dirks, tijdelijk met de waarneming der betrekking belast.
2°. W, A. Kriest, aspirant-onderwijzer aan de betrokken school en
3°. S. Broekhuizen, tijdelijk aangesteld als onderwijzer aan de
school der 3e klasse nu. 3.
b. 1°. Mejuffr. H. M. Poelman, tijdelijk met de waarneming der be
trekking belast.
2°. Mej. H. J. H. Ridderhof, aspirant onderwijzeres.
3°. Mej. M. H. Oostveen, aspirant onderwijzeres aan de Leerschool,
Onder mededeeling dat de beide laatsten op elke voordracht zijn ge
plaatst om aan het voorschrift der wet te voldoen en dat de betrekkelijke
stukken in de Leeskamer ter inzage zijn nedergelegd, nemen wij de
vrijheid U te verzoeken tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en VVeth. van Leiden.
N°. 232.
LICHTSTERKTE,
iningcn aan de Ga
27 October2 November 1889.
Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van
Nc.
Datum.
Uur.
Aantal.
1
Gemiddelde Eng. Standkaarsen
1
Oct.
27
5.7.45
7
16.8
2
28
5.7.45
8
16.7
3
29
5. 7.45
7
16.8
4
30
5.7.30
8
16.7
5
31
5. 7.30
7
16.5
6
Nov.
1
5.7.45
8
17.0
7
2
5.7.45
8
16.8
N". 233. Leiden, 9 November 1889.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen een
schrijven van Curatoren van bet Gymnasium dd. 8 November jl., en
bijlage, blijkens welk voor eene benoeming tot tijdelijk leeraar in de
O",ide Ud^n -aan hct.Uynaaasiu.m voor den cursus 1889/90 wordt voor
gedragen de heer P. Bolderman, candidaat in de klassieke letteren
wonende te 's Gravenhage.
In de Raadszitting van 4 October jl., werd tot de aanstelling be
sloten van een tijdelijken leeraar in de oude talen voor den cursus
1889/90 besloten, welk besluit blijkens mededeeling in de zitting van
24 October jl. door den Minister van Uinnenlandsche Zaken den 22
October d. a. v. werd goedgekeurd.
Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer
ter inzage van de leden zijn nedergelegd, geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging tot eene benoeming over te gaan onder bepaling
dat de benoeming wordt geacht te zijn ingegaan op 1 November jl.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 234.
Leiden, 9 November 1889.
In de Raadszitting van 24 October jl. werd naar aanleiding van
eene opmerking van den heer Bu Rieu de behandeling aangehouden
van ons voorstel strekkende om aan de twee zijden van de Haven
de namen te geven van Haven Noordzijde en van Haven Zuidzijde.
Thans heeft de heer Du Rieu voornoemd in bedenking gegeven de
straat aan de Zuidzijde van de Haven te noemen Havenkade, op grond
dat deze naam door de mannen van de taal is goedgekeurd en de
straat uitdrukt langs de Haven evenals b. v. de Rijnkade. De naam
is bovendien kort, hier ter stede nieuw en zal geen verwarring geven
met den naam Haven waarop de huizen aan de overzijde worden ge
vonden.
De heer Du Rieu is verder van oordeel dat de bewoners van die
straat er wel geen bezwaar tegen zullen hebben, daar dusdanige be
naming als b. v. Stadhouderskade te Amsterdam zeer deftig klinkt.
Wij vereenigen ons met het door genoemd raadslid aange
geven denkbeeld, hoezeer wij niet bevreesd zijn dat de oorspronkelijk
voorgestelde benaming van Haven Noord- en Haven Zuidzijde tot
verwarring zoude aanleiding geven, terwijl de naam Havenkade, ove
rigens onze volle goedkeuring wegdragende, ons niet veel korter voor
komt dan de eerstgenoemde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 233. Leiden, 8 November 1889.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
een rapport van de Commissie van Fabricage met bijbehoorende tee-
keningen, betrekking hebbende tot eene herbouwing van de Gehoor
zaal met gebruikmaking van eenige aan de gemeente behoorendc
aangrenzende perceelen.
Zooals uit de stukken blijkt zijn drie voorloopige plannen opge
maakt, die alle uit den aard der zaak voor talrijke wijzigingen vatbaar
zijn, hoezeer voldoende om de beoordeeling van het noodige terrein
en van de financieele gevolgen mogelijk te inaken.
Uit de toelichting behoorende bij de ontwerpen wordt het volgende
ontleend.
Bij het ontwerpen is in hoofdzaak de aandacht gewijd aan eenige
hoofdonderdeelen als: groote zaal, uitgangen, garderobes, koffiekamers,
vertrekken voor executanten en kleine concertzaal. In de onderschei
dene plannen zijn die dan ook eenigszins op dezelfde wijze behandeld,
sommige geheel gelijk.
Ruime toegangen voeren na een voorvestibule te zijn doorgegaan
tot de binnenvestibule, waar de garderobes gelegen zijn en welke
toegang geeft tot de groote zaal en de corridors.
Voor de gaanderij of het balkon heeft men een afzonderlijken toegang.
De groote zaal is ongeveer 1b x 30 M. Wanneer er een zeer
uitgebreid orkest moet wezen voor kooruitvoeringen is de lengte
voor bezoekers beschikbaar nog 28 M., terwijl de oude zaal groot
was 12 x 28 M. en bij koor 12 x 22 M. Er kunnen dus aanmer
kelijk meer menschen geplaatst worden.
De vorm van het orkest is zoodanig gekozen, dat: 1°, bij gewoon
orkest dit niet behoeft geplaatst te worden op een te groote orkest
ruimte, wat zoowel voor de executanten als voor het auditorium
eenigszins hinderlijk is, en
2Ü. bij uitgebreid orkest niet een deel in de zoal plaats moet nemen
r wal minder gunstig werkt voor den klank.
Thans is een middenweg gekozen en aan het orkest een vorm ge
geven die beide gebreken zooveel mogelijk verhelpt; dezelfde vorm
is ook met goeden uitslag toegepast bij de Saalbau te Frankfurt a/M.
Nabij het orkest liggen de stemkamers en de receptiekamers voor
solisten en koristen, met de noodige annexen als garderobe, toilet
kamer, retirade enz.
De gaander(j is in de zaal uitgebouwd, waardoor het voordeel wordt
verkregen dat men ten eerste minder hinder in de zaal heeft van
komende en gaande bezoekers en men ten tweede bij paniek of an
dere omstandigheden gemakkelijk de verschillende deelen kan be
reiken.
Aan de straatzijde, welke de ondervinding geleerd heeft niet ge
schikt te zijn voor concerten of vergaderingen, ligt op de verdieping
de groote foyer, bestemd voor dames en heeren; de behoefte hieraan
werd vroeger zeer gevoeld en de voorziening er in zal ongetwijfeld
ten bate zijn van den pachter, hetgeen weer de pachtsom ten goede
moet komen. Deze foyer is mede zeer geschikt voor partijen, bals enz.
Meer achterwaarts ligt een afzonderlijke rookkamer, welke tevens bij
uitvoeringen in de na te noemen kleine zaal als koffiekamer daarvoor
dienst kan doen.
Daar nu de koffiekamers boven liggen, schijnt het zeer gewenscht
voor de bediening in de groote zaal en in de executantenkamers een
buffet- of aanrechtkamer beneden te hebben. Door diensttrappen en
lifts slaan de koffiekamers boven en de aanrechtkamer in verbinding
met het sousterrein, dat zich onder een groot deel van het gebouw
uitstrekt en waar zich behalve kelders, keuken en bergplaatsen voor
1 den pachter, ook bevinden de stoelenbergplaati on do stookplaats voor
de centrale verwarming, welke laatste bij een nieuw gebouw zeker
niet mag achterwege blijven. Het sousterrein heeft een afzonderlijken
ingang aan de Aalmarkt.
Op de verdieping is voorts een zaal ontworpen voor kamermuziek,
lezingen, vergaderingen enz.; deze is van orkest met kamertjes voor
executanten voorzien en kan, zoo noodig, met de groote zaal gebuikt
worden; in dit geval hebben de bezoekers der kleine zaal ingang
aan de Aalmarkt, terwijl aldaar afzonderlijke garderobes, opgang- en
koffiekamer zijn, alles gescheiden van de groote zaal.
Verder is getracht op voldoende wijze voor toiletkamers en pri
vaten te zorgeneen uitgang gemaakt naar de poort van het
Ukkantoor en een zooveel doenlijk geisoleerde woning voor den
pachter aan de zijde van de Aalmarkt geprojecteerd.
Deze opmerkingen gelden voor de verschillende plannen gezamenlijk;
ten aanzien van elk plan afzonderlijk zij het volgende medegedeeld:
Plan I. Hierbij is alleen gebruikt het terrein van de oude Ge
hoorzaal met bijvoeging van het perceel breestraat n°. 60 en van
het Telegraafkantoor. De koster van de VVaalsche kerk welke uit
gang had door de poort van het Telegraafkantoor, heeft daarvoor in
de plaats de poort van het IJkkantoor verkregen, waartegen geen
bezwaar bestaat nu de stoelenbergplaats kan vervallen.
Daar de kosterswoning achter den voorbouw van de Gehoorzaal
uitspringt, is in dit plan geen symetrisehe gevel te verkrijgen en is
ook de toegang tot den galerij-corridor niet zoo flink en ruim als
wel wenschelijk ware. Ook moet nu om gelegenheid te geven de
linkergalerij spoedig te kunnen verlaten een trap binnen in het ge
bouw worden aangebracht als bij de oude zaal.
De kleine zaal is in dit plan niet zoo groot als wel gewenscht was;
hoewel ruim voldoende om het gewone aantal bezoekers bij kamer
muziekuitvoeringen op.te nemen, zou deze zaal voor eenigszins talijke
vergaderingen niet geschikt wezen. Aan een flinke vergaderzaal be
staat echter wel behoefte.
De receptiekamer voor de executanten grenst onmiddellijk aan het
orkest, terwijl aan de rechterzijde men open terrein behoudt wat in
gevallen van brand enz. zeer wenschelijk is.
Plan Ila. Hierbij is behalve het bovengenoemde terrein, ook nog
de kosterswoning getrokken en op een aangehechte variant (Plan 116)
bovendien het IJkkantoor.
In dit plan heeft men behalve den afzonderlijken toegang voor galerij
bezoekers, ook een afzonderlijken uitgang voor bezoekers met rijtuigen.
De rijtuigen waren bij den vorigen toestand niet alleen lastig
voor de voetgangers, maar de wachtenden op de rijtuigen en de
voetgangers hinderden elkander.
Nu is bij den uitgang een door tochtdeuren afgesloten wachtvertrek
ontworpen. Deze beide extra-toegangen maken de garderobes echter