ÜEMNTEIU/U) VAX LEIDEN. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen 1 Sept. 15 7.9— 7 16.8 2 16' 7.9. 8 17. 3 17 7.9.15 8 17.2 4 18 7.9.15 7 16.7 5 19 7.9.15 8 16.5 6 20 7.9.15 7 16.7 7 21 7.9.— 8 16.4 .V. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Sept. 22 6.45-8.15 7 16.7 2 23 6.45—8.15 8 16.7 3 24 6.45—8.30 8 16.7 4 25 6.45—8.30 7 16.0 5 26 6.45-8.15 8 16.7 6 27 6.30—8.30 7 16.0 7 28 6.30—8.45 8 16.4 1NUEKOMEN STEKKEN. N". 195. Leiden, den 27 September 1889. Gevolg gevende aan het verzoek in liet hierbij gaand schrijven van HH. Curatoren van het Gymnasium gedaan, hebben wij de eer U voor te stellen ons te machtigen ont met ingang van 1 November a. s. een tijdelijken leeraar in de oude talen aan te stellen op eene bezoldiging van f 1300.'s jaars, welke aanstelling noodig is geworden door de splitsing van de tweede klasse in twee parallelklassen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden. Aan HH. Burgemeester en Wethouders van Leiden. Wij hebben de eer U te berichten dat het aantal leerlingen der 2e klasse van het Gymnasium in dezen cursus 2G bedraagt en dat dus deze klasse ter voldoening aan art. 2 van het Koninklijk Besluit van 21 Juni 1887, in twee parallelklassen zal moeten gesplitst worden. Naar aanleiding daarvan nemen wij de vrijheid U te verzoeken aan den Gemeenteraad voor te stellen voor den loopenden cursus, met ingang van 1 November, een tijdelijken leeraar in de oude talen aan te stellen op cene bezoldiging van f 1300.'s jaars. De lessen in de overige vakken kunnen, zonder stoornis van den geregelden gang van het onderwijs, in de heide afdeelingen der te splitsen klasse door de tegenwoordige leeraren gegeven worden. Daardoor zal evenwel het aantal lesuren per week van den heer Gleuns tot 26 stijgen, zoodat hem, ingevolge art. 4 der Verordening, eene toelage van f 200.zal behooren te worden toegekend. Curatoren van het Gymnasium, Leiden, den 25 September 1889. P. L. Rijke, 1. Voorzitter. T. Zaaijer, waarn. Secretaris. N°. 196. Leiden, 30 September 1889. Ter voldoening aan het Raadsbesluit van 26 September jl. hebben wij de eer hiernevens over te leggen het door ons ingewonnen rapport van de Commissie voor de Bewaarscholen omtrent het aan de Ver- eeniging tot opleiding van Bewaarschoolhouderessen te verleenen sub sidie, waarmede wij ons geheel kunnen vereenigen. Wij geven üwe Vergadering mitsdien in overweging overeenkomstig ons voorstel van 4 Juli jl. (Ing. Stukken n°. 139) aan de Vereeniging voornoemd tot wederopzeggens een subsidie van f 1000.per jaar aan te vangen met het jaar 1890 toe te kennen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 28en September 1889. Ter voldoening aan uwe uitnoodiging om ons oordeel D mede te deelen aangaande de aanvraag van het Bestuur der Vereeniging tot opleiding van Bewaarschoolhouderessen te Leiden, welke aanvraag ten doel heeft het cijfer van 1200, thans als schoolgeld voor de kwee- kelingen van de openbare en bijzondere bewaarscholen binnen deze gemeente genoten, met f 1000, te verhoogen, hebben wij de eer U het volgende te melden. Van liet oogenblik af, dat ons door den Gemeenteraad opgedragen werd voor de belangen der bewaarscholen te waken en haren bloei naar ons vermogen te bevorderen, heeft het bij ons vastgestaan, dat de waarde van eene bewaarschool grootendeels afhangt van de ge schiktheid van het personeel, dat met den opvoedenden arbeid belast wordt. Daarom hebben wij steeds bijzondere belangstelling aan de opleiding van de kweekelingen en de voortgezette vorming van de hulponderwijzeressen gewijd. Wij waren te goed bekend met de moei lijkheden, aan deze taak verbondenwij waren te zeer van nabij ge tuige geweest van de teleurstellingen en mislukkingen op dit gebied, zelfs daar, waar men op de beste uitkomsten meende te mogen hopen, dan dat wij niet met ingenomenheid de stichting van de Kweekschool voor Bewaarschoolhouderessen, in wier levensvatbaarheid wij vastelijk geloofden, begroet zouden hebben. Zoodra de hervorming der bestaande openbare bewaarscholen in het jaar 1869 door ons werd ter hand genomen, ondersteunden wij het door de Commissie van voorbereiding, bestaande uit de heeren prof. P. J. Veth, G. Wilhelmy Damsté en J. A. Van Dijk, geopperde denk- om kweekelingen en hulponderwijzeressen der beide openbare be waarscholen aan de goede leiding dier Kweekschool toe te vertrouwen. Sedert zijn twintig jaren verloopen. Gedurende dien tijd hebben wij den invloed van de Kweekschool op onze kweekelingen en hulp onderwijzeressen en den invloed van dezen op onze bewaarscholen van nabij gade geslagen en wij mogen naar waarheid verzekeren, dat wij daarvan het gunstigst getuigenis kunnen geven. Wie de moeite wil doen om onze jaarlijksche verslagen op dit punt te raad plegen, zal in elk verslag eene loffelijke vermelding van de Kweek school vinden. Hieruit volgt, dat de uitgaaf, die de gemeente zich voor dit onder deel van het onderwijs getroost heeft, uitermate goed besteed is. Wij hebben nooit aanleiding gehad om aan het Bestuur der Ver eeniging de vraag te doen, of de bijdrage van de gemeente f i200, 's jaars als eene billijke belooning voor bewezen diensten aange merkt mocht worden. Thans echter, nu het Bestuur om eene ver hooging van f 1000 verzoekt, hebben wij getracht het antwoord te vinden. Nemen wij in aanmerking dat eiken dag onderwijs gegeven wordt van des voormiddags half negen tot 12, des namiddags van half twee tot 4 en des avonds van 6 tot 8 urendat des voor- en des namid dags het personeel gedeeltelijk en des avonds geheel aanwezig is; dat dit personeel in vier klassen verdeeld is en dat elke klasse ge middeld 25 uren per week onderwijs ontvangt, dan staat het vast, dat, tegen eene zeer matige belooning van f 50, per uur en per jaar, ongeveer 5000, voor onderwijzend personeel noodig is. Daarbij komen nog de kosten van de lokalen, de meubelen, een deel van de schoolbehoeften (leer- en schrijfboeken worden door de gemeente ver strekt) vuur, licht en schoonhouden, zoodat wij veilig mogen aan nemen, dat de Kwecdschool, afgescheiden van de daaraan verbonden kostschool, jaarlijks een uitgaaf van ongeveer f 7000, vordert. De schoolbevolking bestaat uit 20 kostmeisjes, 10 kweekelingen van bijzondere bewaarscholen en 35 onderwijzeressen en kweekelingen van de bewaarscholen der gemeente, waaruit volgt, dat de uitgaven der Kweekschool voor ongeveer de helft de gemeente Leiden ten goede komen. Dit aandeel wordt in de werkelijkheid grooter, want het is niet het Bestuur der Vereeniging, maar de Gemeenteraad van Leiden, die aan de hulponderwijzeressen en kweekelingen van bijzon dere bewaarscholen den toegang tot de Kweekschool verschaft. Met het aangevoerde is, riaar wij ons vleien, overtuigend bewezen, dat het verzoek van het Bestuur der Vereeniging alleszins billijk en voor eene gunstige beschikking vatbaar is. Wij voor ons achten het rechtvaardig en plichtmatig het met warmte te ondersteunen in de ovet tuiging, dat liet belang der gemeente bij de instandhouding der school van nabij betrokken is. Het is ons vergund dit ten slotte aan te toonen. Wij gaan met stilzwijgen voorbij, dat het geene onverschillige zaak voor eene gemeente is of eene kostschool met 20 interne leerlingen in haar midden of elders gevestigd is, wij bepalen ons tot de hoofd zaak, de Kweekschool, met of zonder internaat. Indien zij door het opdrogen harer hulpbronnen te niet moest gaan, zou de gemeente de keuze hebben uit deze drie: óf bewaarscholen te onderhouden met een niet of slecht ontwikkeld personeel; of een goed opgeleid per soneel uit andere gemeenten indien dit al te krijgen ware te benoemen; of zelf de opleiding ter hand te nemen. Geen van de drie gevallen is aan te bevelen. Het eerste is in alle opzichten af te keuren: beter geene dan slechte bewaarscholen. De beide andere zouden tot veel hoogere uitgaven voeren. Ook op deze gronden meenen wij U te mógen raden den Gemeenteraad in ernstige over weging te geven aan het verzoek van het Bestuur der Vereeniging tot opleiding van Bewaarschoolhouderessen te voldoen. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie der Bewaarscholen te Leiden, der gemeente Leiden. Bool, Voorzitter. J. A. Van Dijk, Secretaris. N°. 197. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1521 September 1889. 9 0 0 9 9 9 N°. 198. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 2228 September 1889. 9 9 9 9 9 9 N°. 199. Leiden, 30 September 1889. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J. F. Fraikin vergunning te verleenen om een stoep te leggen op openbaren gemeentegrond vóór zijn huis aan den Stationsweg n°. 3, mits volgens de aan te wijzen rooiing. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeleekende J. F. Fraikin, Koffiehuishouder wonende aan den Stationsweg n°. 3 alhier; dat hij de bestraatte stoep voor de verande voor zijn koffiehuis ge legen wenscht op te nemen en die te doen vervangen door een cementsteenen stoep met vergrooting tot tegen de straatgoot aan het trottoir. Redenen waarom hij Uw College beleefdelijk verzoekt hem daartoe de vereischte vergunning wel te willen verleenen. 't Welk is doende enz. Leiden, 23 September 1889. J. F. Fraikin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1889 | | pagina 1