GEMEENTERAAD VA\ LEIDEN. 27 N°. S3. INGEKOMEN STUKKEN. Leiden, den 26 Maart 1889. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelcn dat door de heeren P. Toutenhoofd en H. L. l)e Haas is bericht dat hunne namen niet voorkomen op de voorloopig vastgestelde kiezerslijsten voor leden van de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, niet tegenstaande wat laatstgeraelden betreft de aangifte als kamerbewoner voor den bij den wet gestelden lijd is ingeleverd en de uitkomst van de schatting eene voldoende huurwaarde (f80) aanwijst. Wat den heer Toutenhoofd betreft stellen wij U voor dien naam alsnog op de vermelde lijsten te plaatsen op grond dat die voorkomt op den ingezonden staat van den rijks-ontvanger en dus abusievelijk niet op de kiezerslijsten is gebracht; doch wat laatstgemelden aangaat afwijzend op het verzoek tot plaatsing op die lijsten te beschikken; wij hebben nl. de inwonende zoons niet op die lijsten gebracht naar aanleiding van een arrest van den Iloogen Raad van 8 Maart 1888 dat als alleen wonend persoon in den zin van art. 1 Iitt. c der kies wet niet is te beschouwen hij die ten huize van zijn vader een deel van diens woning met kost en bediening heeft gehuurd, wanneer hij bij zijn vader aan tafel dineert en zich beweegt in den kring der personen welke tot diens gezin behooren en familieleden van den zoon zijn. Voorts wordt door de heeren J. C. Grtindeman, C. H. G. Van den Bergh, N. Stikkelornm, J. A. S. Sciaroni en J. A. Van Schaik rectificatie gevraagd van namen voornamen of datums van geboorte, aan welk ver zoek wij meenen te moeten voldoen en stellen wij U dus voor die namen enz. overeenkomstig de opgaven van de belanghebbenden te wijzigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden. N°. 54. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 17—23 Maart 1889. N°. 55. Leiden, 23 Maart 1889. Wij hebben geene bedenkingen tegen het voorstel van Burg. en Weth. betrekkelijk den aankoop van het huis Breestraat n°. 60, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven om dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 56. Leiden, 23 Maart 1889. Na kennisneming van het in onze handen gesteld voorstel van Burg. en Weth. tot verlaging van de meterhuur en van den prijs van het gas, overeenkomstig de overgelegde rapporten van Commissarissen der Gasfabriek, hebben wij de eer U mede te deelen dat wij in geenerlei opzicht bezwaar hebben U aan te raden U met beide voorstellen te vereenigen. De daarvoor in de rapporten van Commissarissen en Burg, en Weth. aangevoerde gronden komen ons afdoende voor. Met genoegen ontwaarden wij dat sedert de prijs van het gas met April 1885 van 8 tot 6 cents werd verlaagd, het gasverbruik be langrijk is toegenomen, als in 1884, 242750 en in 1888 3004487 kubieke meters, terwijl ook het aantal gasverbruikers aanzienlijk is vermeerderd. Blijkens de verslagen nl. bedroeg het aantal geplaatste meters in gebruik bij particulieren op uit. December 1884, 2376 stuks, 1885 2537 stuks, 1886 2645 stuks, 1887 2748 stuks en op uit. De cember 1888 bedroeg dat aantal 2838 stuks. Ook heeft de winst thans reeds een cijfer bereikt dat hooger is dan vóór de prijsver laging werd verkregen, wanneer men namelijk in aanmerking neemt dat, zooals door Burg. en Weth. wordt aangevoerd, een belangrijk bedrag, besteed voor de uitbreiding van het buizennet en vernièuwing van lantaarns, onder de gewone kosten van exploitatie is gerangschikt. De gunstige verwachtingen door de voorstanders van de prijsverlaging in 1885 uitgesproken, hebben zich alzoo verwezenlijkt en er bestaat, onzes inziens, groote waarschijnlijkheid dat, wanneer wederom tot prijsverlaging wordt overgegaan, ook thans daarvoor eene belangrijke uitbreiding van het gasverbruik het gevolg zal wezen. Het winst cijfer zal wel uit den aard der zaak in de eerste jaren eenigszins verminderen, doch zal, blijkens de gedane ondervinding bij vorige prijsverlagingen, het vorig bedrag al spoedig wederom bereiken. Voor de finantiën der gemeente zien wij alzoo geen bezwaar in de aanneming van het voorstel, waartoe wij de vrijheid nemen te adviseeren. N». 58". Leiden, 28 Maart 1889. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van P. M. Van Ser- mondt geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant, wegens vestiging in de gemeente met 1 Februari jl. restitutie te ver- leenen van betaald schoolgeld voor zijne twee zoons, leerlingen der Jongensschool 2e klasse over de maand Januari 1889, tot een bedrag van twee gulden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeleekende, cipier in het Huis van Bewaring's Gravenstein, geeft met verschuldigden eerbied te kennen: dat hij, met 1 Februari van Amersfoort naar Leiden overgeplaatst zijnde, zijne beide zoontjes als leerlingen op de Openbare Jongensschool 2c klasse heeft doen aannemen: dat hij het volle bedrag van het schoolgeld over het eerste kwar taal van 1889 bij den Gemeente-Ontvanger heeft gestort, dat hij dus nederig verzoekt, dat het over de maand Januari voor uitbetaalde schoolgeld hem worde gerestitueerd. 'tWelk doende, Leiden, den 21 Maart 1889. P. M. Van Sermondt. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Maart 17 6.7.45 7 16.8 2 18 6.7.45 8 16.7 3 19 6.8.— 7 16.5 4 20 6.8.— 8 16.4 5 21 6.8.15 7 16.4 6 22 6.8.15 8 16 5 7 23 (5.8.— 8 16.7 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 58. Leiden, 28 Maart 1889. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een rapport van de Commissie van Fabricage omtrent de noodige herstellingen aan gemeentegebouwen wegens stormschade, ter kennis neming, alsmede omtrent het verzoek van C. Kolderman om een plankijs te maken in de Zijlsingelgracht voor zijne woning onder Leiderdorp n°. 232, en betrekkelijk het maken van eenige herstellingen in een der lokalen van de Leerschool. Wij geven U dienovereenkomstig in overweging: 1°. aan C. Kolderman de gevraagde vergunning onder de voorge stelde voorwaarden te verlecnen en 2°. ons te machtigen tot de bovenbedoelde herstellingen aan de Leerschool, zullende later een voorstel worden ingediend tot ver hooging van den betrekkelijken post der begrooting. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 26 Maart 1889. De stormen van 9 en 11 Februari dezes jaars hebben aan de ge meentewerken schade veroorzaakt, waarvan de herstellingskosten worden geraamd op f 525 en niet als gewoon onderhoud maar als onvoorziene uitgaven beschouwd, ook uit de toegestane sommen op de begrooting van het loopende jaar kunnen worden gevonden. Zij worden aanvankelijk begroot voor: het Raadhuis, opf 25. huizen, torens, poorten, op200. Gymnasium, op25. de Hoogere Burgerscholen, op60. de Indische school, op20. de Lagere scholen, op170. de Bewaarscholen, op25. f 525.— Die herstellingen kunnen geen uitstel lijden, zoodat later^ de rege ling tot af- en overschrijving zal worden voorgesteld en de Commissie van Fabricage zich tot de kennisgeving bepaalt. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Cornelis Kolderman, wonende Zijlsingel 232; dat bij voor genoemde woning een plankijs wenschte te maken en daarvoor van UwEdel Achtb. de vereischte vergunning verzoekt. 't Welk doende, Leiderdorp, 23 Maart 1889. C. Kolderman. Leiden, 26 Maart 1889. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van C. Kolderinan te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning, om een plankijs te maken in de Zijlsingelgracht voor zijne woning, onder de gemeente Leiderdorp gelegen, geteekend n°, 232, mits zulks geschiedt, onder toezicht van den Gemeente-Architect tot wederopzeggens toe en na verkregen ver gunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland, alsmede tegen be taling van het recht bepaald bij art. 3 n°. 20 van het tarief, vastge steld den 5 Maart 1857. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Leiden, 26 Maart 1889. De toestand van verschillende plafonds in de benedenlokalen van de Leerschool aan de Oude Vest, is van dien aard, dat geheele ver nieuwing wordt vereischt, waartoe op de begrooting voor 1890 de noodige sommen zullen worden gebracht, lntusschen is dezer dagen in een der lokalen een vak losgeraakt, dat dadelijk voorziening eischt, waardoor een nieuw plafond noodig is, dat op 150 wordt geraamd, die uit de toegestane som voor onderhoud niet kan worden bestreden en derhalve de gewone machtiging moet worden gevraagd. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1889 | | pagina 1