GEMEENTERAAD VAN LE 19 INGEKOMEN STUKKEN. N#. 38. Leiden, den 4 Maart 1889. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat zij de rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie, dieDSt 1888, heeft onderzocht. Vermits dat onderzoek tot geene bedenkingen heeft geleid, stelt zij U voor die rekening goed te keuren in ontvangst en uitgaaf ad 172.60, alzoo sluitende quite. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N*. 3». Leiden, 28 Februari 1889. Onder overlegging van nevensgaand adres van den heer P. Zillesen, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over de laatste twee kwartalen van den cursus 1888/89 voor zijn zoon Frits, leerling van het Gymnasium, die om gezondheidsredenen de school heeft verlaten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad dezer gemeente. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, ondergeteekende, Industrieel alhier, dat zijn zoon Frits, leerling aan de Hoogere Burger school om gezondheidsredenen en op advies van zijn geneesheer met 1 Maart e. k. de stad gaat verlaten en dus geen langer gebruik maken zal van het onderwijs aan genoemde inrichting gegeven. Reden waarom adressant beleefd verzoekt vrijgesteld te worden van betaling van schoolgeld over de beide laatste kwartalen van den cursus 1888/89. 't Welk doende, P. Zillesen. N°. 40. Leiden, 25 Februari 1889. Na ingesteld onderzoek is ons gebleken dat geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek van het Bestuur van het Departement Leiden der Nederlandsche Maatschappij ter bevor dering van Nijverheid, om van 1 tot 20 Juli a. s. het Gymnastiek lokaal op de Pielerskerkgracht te gebruiken ten behoeve van de Tentoonstelling van producten der Leidsche nijverheid. Wy geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant de gevraagde vergunning te verleenen onder bepaling dat alle schade die eventueel aan gebouw of meubilair mocht worden toegebracht door adressant aan de gemeente worde vergoed. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burg. en Weth. van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen het bestuur van het departement Leiden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, dat in de maand Juli van dit jaar van wege het departement, ter gelegenheid van de algemeene vergadering en het congres der Maat schappij te dezer stede eene tentoonstelling of collectief overzicht zal gehouden worden van producten der Leidsche Nijverheid, dat bij het omzien naar een lokaal voor deze tentoonstelling het Gymnastiekgebouw aan de Pieterskerkgracht het meest geschikt schijnt zoo wat ligging als beschikbare plaatsruimte betreft, dat het bestuur zich daarom tot Uw achtbaar College wendt met het verzoek bedoeld gymnastieklokaal van 1 tot 20 Juli a. s. ter zijner beschikking te stellen om de ingezonden voorwerpen aldaar te kunnen exposeeren, terwijl het bestuur dan bereid is eene billijke vergoeding voor het gebruik van het lokaal te betalen en verder de aansprakelijk heid op zich neemt voor onverhoopte doch mogelijke beschadiging. 't Welk doende enz. Leiden, 18 Februari 1889. A. L. De Stürler, Voorzitter. Verhey van Wijk, Secretarts. N°. 41. Leiden, 28 Februari 1889. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan Dr. W. G. C. Bijvanck eervol ontslag te verleenen als leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde aan het Gymnasium en als lector in de geschiedenis van Ned. Indië aan de gemeentelijke instelling voor de opleiding van Oost-Indische ambtenaren, en zulks met het einde van den cursus 1888/89. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Willem Geertrudus Cornelis Bijvanck, lector aan de gemeente instelling tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren, leeraar aan het Gymnasium dat hij ontheven wenscht te worden van zijne betrekking aan beide genoemde inrichtingen en daartoe bij deze zijn ontslag aanvraagt met het einde van het loopende schooljaar 1888/8'J. 't Welk doende enz. Leiden, 1 Februari 1889. W. G. C. Bijvanck. Leiden, den 22 Februari 1889. In antwoord op Uw schrijven dd. 5 Februari 1889 n°. 108 en met terugzending van het daarbij gevoegde request, hebben wij de eer, U in overweging te geven, aan den Gemeenteraad voor te stellen, den heer Dr. W. G. C. Bijvanck eervol ontslag te verleenen als leeraar aan het Gymnasium met het einde van het loopende schooljaar 1888/89. Tevens hebben wij de eer hierbij over te leggen afschrift van het advies van den heer Inspecteur der Gymnasia, door ons, naar aan leiding van art. 17 4 der Wet op het Hooger Onderwijs inge wonnen. Aan HH. Burg. en Weth. Curatoren van het Gymnasium te Leiden, van Leiden. C. Cock, President. O. W. Sipkes, Secretaris. Den Haag, 18 Februari 1889. Onder terugzending van het adres van Dr. W. G. C. Bijvanck dd. 1 Februari jl. waarbij deze o. a. ontslag verzoekt als leeraar aan het Gymnasium met het einde van den loopenden cursus 1888/89, heb ik de eer in overweging te geven, dit verzoek in te willigen en het ontslag eervol te verleenen. De Inspecteur der Gymnasia, w. g. J. G. Van Eyken. Voor gelijkluidend afschrift. Namens Curatoren v. h. Gymnasium te Leiden, O. W. Sipkes, Secretaris. Leiden, 26 Februari 1889. In antwoord op Uw schrijven, dd. 22 Februari jl. n°. 159, en met terugzending van het daarbij gevoegd request, hebben wij de eer U in overweging te geven aan den Gemeenteraad voor te stellen den heer Dr. W. G. C. Bijvanck, overeenkomstig diens verzoek, eervol ontslag te verleenen als Lector aan de Gemeente-instelling tot op leiding van Oost-Indische ambtenaren, met het einde van den loopenden cursus 1888/89. Aan HH. Burg. en Weth. Curatoren der Gemeente-instelling tot van Leiden. opleiding van O.-I ambtenaren. De Kanter, Vvorzitter. J. A. Van Hamel, Secretaris. N°. 42. Leiden, 25 Februari 1889. Bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1889 werd naar aanleiding van de discussiën over den post Opbrengt van schoolgeld (lager onderwijs) in de zitting van 25 October jl. aan ons College opgedragen om vóór de oprichting van de nieuwe school cee rapport uit te brengen over de o. a. door den heer Juta besproken kwestie nl. het bezoeken der scholen 2e klasse door kinderen die met het oog op den flnancieelen toestand hunner ouders behooren op de scholen Ie klasse en in verband daarmede over de invoering van een evenredig schoolgeld, en tevens na te gaan in hoeverre het wenscbelijk is een andere classificatie der scholen en een gewijzigde scboolgeldheflfing in het leven te roepen. Inmiddels had die aangelegenheid reeds meermalen een punt van overweging zoowel bij de Plaatselijke Schoolcommissie als bij ons College uitgemaakt en hadden wij onder dagteekening van 15 October jl. eene hierop betrekkelijke circulaire verzonden aan de hoofden der scholen van de 2e en 3e klasse. Wij hebben hun daarbij medegedeeld dat in de eerste plaats in aanmerking kwam de oprichting van eene school, die, wat het bedrag van het schoolgeld betreft, geplaatst wordt tusschen de scholen van de 2e klasse en die van de 3e klasse alwaar het schoolgeld zoude moeten bedragen f 8, f 10 of /"12. Bovendien zoude, zooveel zulks doenlijk is, moeten worden nage gaan hoeveel kinderen van de scholen 2e en 3e klasse naar die nieuwe school zouden overgaan, aangezien vermoedelijk op de scholen 2e klasse kinderen zullen zijn voor wier ouders het hoogst bezwaarlijk valt een schoolgeld van f 16 te voldoen, maar daarentegen op de scholen 3c klasse leerlingen zullen worden aangetroffen, wier ouders in slaat zijn een schoolgeld van f 8, 10 of J 12 op te brengen. Tevens wezen wij er op dal herhaaldelijk was opgemerkt dat kinderen de scholen 2e klassê bezoeken die eigenlijk in verband met de finan- ciecle gesteldheid hunner ouders op de scholen le klasse te huis be hooren, terwijl het noodig is, alvorens maatregelen konden worden in overweging genomen ten einde dit misbruik te voorkomen, te welen welke kinderen in deze categorie vallen. Wij verzochten de hoofden van genoemde scholen op dien grond, nevens hunne beschouwingen bovenbedoeld, ons eene opgave te willen doen toekomen van de kinderen die naar hunne meening in verband met de gegoedheid der ouders te huis zouden behooren op de even tueel op te richten school met een schoolgeld van f 8, f 10 of 12 en wat de tegenwoordige leerlingen van de seholen 2e klasse betreft op de scholen der le klasse. De in antwoord op de gestelde vragen van de hoofden der scholen ingekomen adviezen, die hierbij worden overgelegd, hebben wij daarop met alle gemaakte berekeningen omtrent de gegoedheid der ouders en verdere betrekkelijke stukken gesteld in handen van de School commissie, met verzoek haar advies omtrent de verschillende in den Gemeenteraad te dezer zake besproken punten le willen mededeelen. Ten aanzien van het rapport van de hoofden der scholen 3e klasse, waarin werd medegedeeld dat het aantal kinderen die eene school met hoogstens f 9 schoolgeld zouden kunnen bezoeken, geraamd kan worden op ongeveer 400, zij nog opgemerkt dat die raming blijkens een nader gevraagd advies; zoude kunnen worden gesplitst als volgt; op school n°. 1 zouden zich naar gissing ongeveer 120 leerlingen be vinden, wier ouders een schoolgeld van f 9 per jaar of J 0.75 per maand wel zouden kunnen betalen, onder welke kinderen er enkele zijn van 2, zeer enkele van 3 uit hetzelfde gezin. Op de school n°. 2 zoude dit aantal bedragen ongeveer 130 en op school n°. 3 ongeveer 150. Door de Schoolcommissie is daarop de zaak op de meest volledige wijze onderzocht en een hoogst belangrijk rapport uitgebracht, dat hierbij wordt overgelegd. Vermits daarin in de derde plaats werd voorgesteld om, by wijze vati proef, de vier scholen 3e klasse te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1889 | | pagina 1