H. G. Hagen Jr.
Kitting van Donderdag 14 Februari 1889
geopend 's namiddags te drie uren.
Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van ecne leerares in de Geschiedenis en Aardrijkskunde
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (17)
2'. Voorstel tot het instellen van eene rechtsvordering tegen den pachter
van grasgewas langs de Haarlemincrtrekvaart. (16)
3°. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting, dienst
1881). (19)
4°. Verzoek van de afdeeling Leiden en Omstreken van de Schippers-
vereeniging Schuttevaer, omtrent de bediening van de bruggen
hij nacht. (20)
5°. Voorstel betrekkelijk de verhuring van de lokalen hij de Hoog-
landsche kerk. (21)
Aanwezig waren 25 leden, als de heeren: Le Poole, Van Reenen,
Fockema Andreae, Schneither, Van Hamel, Alma, Zaaijer, Du Rieu,
Juta, Zillesen, Knappert, Van Butlingha Wichers, Bool, Was, Kaiser,
De Goeje, Hasselbach, Zaalberg, Nijkamp, Tieleman, Van der Hoeven,
De Sturler, Verster van Wulverhorst, Cock en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Driessen en Koelser,
de laatste wegens ziekte.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 31
Januari worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1*. Missive van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd. 4/8 Februari jl.
B. N\ 229, (3e afd.) G. S., n°. 64, ten geleide van het goedgekeurd
2e Suppletoir kohier der Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1888.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van Dr. W. G. C. Bijvanck, om eervol ontslag als lector
aan de Gemeente-instelling tot opleiding van O. I. ambtenaren en als
leeraar aan het Gymnasium.
2°. Idem van mej. C. E. G. Van Dobben, om eervol ontslag als
onderwijzeres aan de openbare Meisjesschool le klasse.
3°. Idem van P. J. Van der Waals, om vergunning tot het doen
dempen van een gedeelte Zijlsingelsloot.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
4°. Suppletoire staat, dienst 1888, van het Gereformeerd Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
5°. Adressen van het Bestuur der Maatschappij voor Toonkunst en
van de Bestuurders der afd. Leiden der Maatschappij tot Bevordering
van Toonkunst, in zake de vergrooting van de Gehoorzaal bij eventueel
ontruimen van het Telegraafkantoor.
Deze adressen luiden aldus:
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: het Bestuur der Maat
schappij voor Toonkunst alhier,
dat in eene algemeene ledenvergadering, gehouden dato 14
December jl., besloten en aan genoemd bestuur opgedragen is zich tot
UEd. Achtb. te wenden met het beleefd en dringend verzoek, nu
bljjkens officieuse mededeeling het gebouw ten gebruike afgestaan aan
het Rijk voor Telegraafkantoor, binnenkort weder ter beschikking
der Gemeente zal komen, de vrijkomende ruimte te benuttigen, en,
indien zulks niet afstuit op technische bezwaren, te voldoen aan een
sedert lang gebleken behoefte, met name het vergrooten der Stads-
of Gehoorzaal.
De reden, die tot dit verzoek aanleiding geeft, is in hoofdzaak de
volgende
Het groot aantal leden der Maatschappij in verhouding tot de ruimte
die de zaal, zooals zij thans is, aanbiedt, is voor geene vermeerdering
vatbaar en zou het te betreuren zijn, indien eene uitbreiding, zoozeer
in het belang van de Maatschappij en hare toekomst, door gebrek
aan voldoende ruimte, achterwege blijven moest.
Mocht tot eene vergrooting besloten worden, dan zou tevens in
overweging kunnen worden genomen het inrichten van een ander
lokaal als het tegenwoordige voor het geven van kleinere uitvoeringen,
het houden van lezingen, enz., daar de thans daarvoor gebezigde zaal
hiervoor minder geschikt gebleken is, zoowel door het aanhoudend
rumoer op de straat als door den tocht die er heerscht, welke beide
verschijnselen zeer hinderlijk zijn.
Op grond van 't bovenstaande en om meer andere redenen is ons
Bestuur er toe geleid UEd. Achtb. het verzoek te doen Uwe goed
keuring te hechten aan het maken van een ontwerp ten doel hebbende
eene vergrooting der Stadszaal en in aansluiting daarmede eene betere
inrichting der voor verschillende doeleinden in gebruik zijnde bijzalen.
Wel ontveinzen wij ons niet, dat de kosten aan eene gewenschte
verbouwing verbonden belangrijk zijn zullen, doch merken wij met be
scheidenheid op, dat door het vermoedelijk toetreden van een vr(j
belangrijk aantal leden voor een deel althans aan de te maken kosten
zou kunnen tegemoet worden gekomen door het vaststellen van een
hooger bedrag bij het verhuren der zalen, ook aan verschillende
vereenigen.
Wij voegen er bij, dat zoowel de Maatschappij tot Bevordering der
Toonkunst alhier als de Commissie voor Volksbijeenkomsten en vele
andere lichamen een zelfde belang hebben bij het tot stand komen
van de verlangde verbetering, opdat, evenals zulks in steden van
gelijke grootte en omvang het geval is, men in het bezit kome eener
zaal, de stad onzer inwoning waardig, die aan hare bestemming ten
allen tijde zal kunnen beantwoorden.
Namens het Bestuur voornoemd,
Leiden, 1 Februari 1889. M. W. Jaeger, Voorzitter.
P. Zillesen, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden
Dr. W. F. R. Suringar. J. H. Wilterdink, A. J. Van Gemert, W. F.
Verhey van Wijk, G. Blokhuis, Dr. A. Nijkamp, en H. G. Hagen Jr.,
allen bestuurderen van de Afdeeling Leiden der Maatschappij tot Be
vordering der Toonkunst;
dat zij vernomen hebben dat bestuurderen der Maatschappij voor
Toonkunst, alhier, zich tot Uwe Vergadering gewend hebben met een
adres inhoudende het verzoek eene vergrooting der Stads-Gehoorzaal
wel in overweging te willen nemen;
dat ook zij, in hoofdzaak om dezelfde redenen als in dat adres
ontvouwd, behoefte hebben aan eene uitbreiding en verbetering van
dat gebouw, en dat zij daarom gemeend hebben hunne adhaesie aan
dat adres te moeten schenken;
dat zij verder vertrouwen dat, mocht Uwe Vergadering in principe
kunnen besluiten over te gaan tot ecne gedeeltelijke verbouwing dier
zaal, zij nader in de gelegenheid zullen worden gesteld hunne bizondere
wenschen in deze zaak kenbaar te maken.
W. F. R. Suringar.
J. H. Wilterdink.
G. Blokhuis.
Leiden, 13 Februari IS89. Nijkamp.
W. F. Verhey van Wijk.
A. J. Van Gemert.
6°. Verzoeken van D. J. Dobbe, om eervol ontslag uit zijne betrekking
van derden onderwijzer aan de school 3e klasse n°. 3.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
7°. Staat van af- en overschrijving, dienst 1888, van de Stadsbank
van Leening.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
8". Adres van de directie der Koninkl. Ned. Grofsmederij, houdende
verzoek om vergunning tot inneming van een gedeelte Zijlsingelwater
voor de oprichting van een gieterjj.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Nog wordt medegedeeld:
Dat thans een bedrag van f 99000 bij de Leidsche Bank in prolon
gatie, isjbelegd.
(De heer Cock komt ter Vergadering.)
Aan de orde is alsnu:
I. Benoemg van eene leerares in de Geschiedenis en Aardrijkskunde
aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(Zie Ing. St. n°. 17.)
De Voorzitter. Alvorens tot deze benoeming over te gaan, ver
ander ik de openbare Vergadering in eene met gesloten deuren.
De openbare Vergadering wordt hervat.
De heer Zaaijer. M. d. V.! Alvorens tot de stemming over te gaan
wensch ik aan de Vergadering mede te deelen dat de Commissie van
Toezicht thans ter benoeming van eene Leerares in de Geschiedenis
en Aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes in de
eerste plaats aanbeveelt Mej. C. A. Brunne, leerares aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes te Leeuwarden.
De Voorzitter. Mag ik de heeren Schneither, Fockema Andreae
en Van Hamel verzoeken met mij het stembureau te willen uitmaken.
De uitslag der stemming is, dat wordt benoemd mej. E. A. M. J.
Soer met 13 stemmen, terwijl op mej. C. A. Brunne werden uitgebracht
12 stemmen.
De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
II. Voorstel tot het instellen van eene rechtsvordering tegen den
pachter van grasgewas langs de Haarlemmertrekvaart.
(Zie Ing. St. n°. 16.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
III. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting,
dienst 1889.
(Zie Ing. St. n°. 19.)
De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen
in het midden gebracht.
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
IV. Verzoek van de Afdeeling Leiden en Omstreken van de Schippers-
vereeniging «Schuttevaer", omtrent de bediening van de bruggen
bij nacht.
(Zie Ing. St. n". 20.)
De heer Juta. Ik kan mij niet vereenigen met het afwijzend ad
vies van Burg. en Wethdoch wegens het vergevorderde uur zal ik
mij bepalen mijne stem tegen het voorstel van Burg. en Weth. te
raotiveeren
Ik vind dat men juist in de tegenwoordige tijden en omstandig
heden de schipperij wel zooveel mogeljjk raag steunen. Zij heeft
toch al genoeg met allerlei moeieljjkheden te kampen; en heeft meer