1
Zitting van Donderdag 10 Januari 188»,
geopend 's namiddags te twee uren.
Voorzitter: de Heer Burgemeester L. M. DE LAAT DE KANTER.
Te behandelen onderwerpen
1°. Verzoek van Mr. J. S. Van Doorn, om ontslag als Secrelaris
van Curatoren van het Gymnasium. (262)
2®. Benoeming van een Secretaris van Curatoren van het Gymnasium.
3®. Idem van drie derde onderwijzeressen aan de Leerschool. (2G6)
4®. Idem van een leeraar in de oude talen aan het Gymnasium. (268)
5®. Voorstel lot definitieve benoeming van den tijdelijken leeraar
in de Fransche taal aan het Gymnasium. (274)
6°. Suppleloire staat van begrooting, dienst 1888. (264 en 273)
7°. Verzoek van A. en A. H. Romer, om twee bruggen te leggen
over de Zoeterwoudsche Singelsloot. (265)
8®. Idem van G. Hylkema, om een brug te leggen over de sloot
langs den Haarlemmerweg. (265)
9®. Idem als voren van J. J. Muller. (265)
10®. Idem van W. J. Arriëns, om terugbetaling van schoolgeld, lager
onderwijs. (269)
11®. Idem van de Annoncen-Ulir-Actien Gesellschaft te Hamburg tot het
plaatsen van eenige daarbij bedoelde zuilen. (270)
12®. Voorstel strekkende om niet over te gaan tot de heffing van
schoolgeld op de Kweekschool voor onderwijzers. (263)
De Voorzitter. Mijne heeren! Alvorens onze werkzaamheden te
beginnen, wensch ik op deze eerste Vergadering in het nieuwe jaar
U allen de meest mogelijke heil en zegen zoowel in uw huisgezin
als in uwe maatschappelijke betrekkingen, en ik voeg daarbij den wensch
dat onze werkzaamheden in den Raad ook dit jaar mogen strekken
tot bevordering van de welvaart en de belangen der gemeente Leiden,
die ons allen dierbaar is.
(Applaus.)
Aanwezig waren 22 leden, als de heeren: Le Poole, Van Reenen,
Fockema Andreae, Alma, Du Rieu, Zillesen, Van Butlingha Wichcrs,
Knappert, Bool, Driessen, Was, Kaiser, De Goeje, Zaalberg, Tieleman,
Cock, De Sturler, Verster van Wulverhorst, Juta, Schneither, Van Hamel
en de Voorzitter.
Afwezig waren met kennisgeving de heeren: Zaaijer, Nijkamp en
Koetser, de beide eerste wegens ambtsbezigheden, de laatste wegens
ziekte.
De Notulen van het verhandelde in de vorige Vergadering van 20
December worden gelezen en goedgekeurd.
(De heeren Alma en Juta komen ter Vergadering.)
De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen:
1». Missive van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 13/21 December jl.
B, n®. 3842 (3c afd.) G. S., n°. 33, ten geleide van de goedgekeurde
gemeentebegrooting, dienst 1889.
2°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 13/21
December jl. B. n°. 3958 (3e afd.) G. S., n°. 33, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit van 10 November jl. tot voldoening vaneen
bedrag van f 10.37 polderlasten uit den post voor Onvoorziene Uit
gaven, begrooting, dienst 1888.
3®. Dispositie als voren dd. 13/22 December jl. B. n°. 3958 (3e afd.)
G. S., n®. 86/3, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 29
November jl. tot verbooging van de begrooting, dienst 1888, in ont
vang en uitgaaf met f500 (aanschaffing van Well's lampen.).
4®. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 31 December/
5 Januari jl. B. n®. 4082 (3e afd.) G. S., n°. 58, ten geleide van het
goedgekeurd Raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van een ge
deelte van het Raamland te Leiderdorp aan de firma Jan Zuurdeeg (6 Zn.
5®. Missive van Dr. H. G. Van de Sande Bakhuysen, houdende ken
nisgeving dat hy de benoeming tot lid der Plaats. Schoolcommissie
aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1. Verzoek van J. A. Frank, om de huur van den kelder onder het
Raadhuis weder voor den tijd van 5 jaren le verlengen.
2". Verzoek van Dr. W. P. Weebers, om continuatie in zijne be
trekking van Stads-geneeskundige.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
3®. Medegedeeld wordt dat/ 47000 in prolongatie belegd bij de Leidsche
Bank.
4®. Voorlezing wordt gedaan van de navolgende missive van de
Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs.
Leiden, 10 Januari 1889.
Eene ernstige ongesteldheid, waardoor Mejufvrouw J. H. Hoestra,
de leerares voor Wiskunde, Geschiedenis en Aardrijkskunde aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes, is aangetast, doet ons nogmaals
het verzoek tot Uw College richten, door een tijdelijken maatregel
in den goeden gang van het onderwijs te voorzien. Het aantal lesuren
van Mejufvrouw Hoestra bedraagt 24 per week en daar hiervan slechts
weinige door de andere leeraressen kunnen worden vervuld is tijde
lijke hulp inderdaad dringend noodig.
Het is ons gebleken, dat Mejufvrouw A. E. S. Michelsen, onder
wijzeres aan de school van den heer J. A. Van Dijk, bereid is, de
lessen op zich te nemen en daarmede reeds over eenige dagen zou
kunneo beginnen. Wel is waar bezit zij gcenc akte van bekwaam
heid voor Middelbaar Onderwijs en moet zij ook de hoofdakte nog
in den loop van dit jaar verkrijgen, maar zij heeft van de Wiskunde
eene zoo grondige studie gemaakt, dat men haar het onderwijs daarin
gerustelijk kan toevertrouwen. De heer Van Dijk heeft omtrent hare
geschiktheid als onderwijzeres eene gunstige verklaring afgelegd en
heeft er geen bezwaar tegen, dat zij tijdelijk naar de Hoogere Burger
school voor Meisjes wordt overgeplaatst.
Wij hebben derhalve de eer, U in overweging le geven, lot die
overplaatsing te besluiten, en daarbij aan Mejufvrouw Michelsen in de
plaats van hare gewone bezoldiging eene maandclijksche toelage te
verleenen, berekend naar de minimum jaarwedde der leerares in de
Wiskunde.
Aan 1IH. Burg. en Weth. De Plaatselijke Commissie van Toezicht op
van Leiden. de scholen voor Middelbaar Onderwijs.
H. Kern, Voorzitter
II. A. Lorentz, Secretaris.
De Voorzitter. Oin het spocdeischende van het geval, stel ik voor
Burg. en Weill, te machtigen gevolg te geven aan het verzoek der
Commissie van Toezicht en voor de bezoldiging te beschikken over
den post Bezoldigingen en Uilgaven voor het Middelbaar Onderwijs.
Wanneer het later noodig mocht blijken zullen wij een voorstel doen
om dien post aan te vullen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming dienovereenkomstig besloten.
Aan de orde is alsnu:
I. Verzoek van Mr. J. S. D. Van Doorn, om ontslag als Secretaris
van Curatoren van hel Gymnasium.
(Zie Ing. St. n°. 262.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming een eervol
ontslag verleend onder dankbetuiging voor de vele in deze betrekking
belangeloos bewezen diensten.
II. Benoeming van een Secretaris van Curatoren van het Gymnasium.
(Zie Ing. St. n°. 262.)
De Voorzitter. Mag ik de heeren Kaiser, Tieleman en De Sturler
verzoeken met mij hel slembureau uit te maken?
De uitslag der stemming is dat met algeraeene stemmen wordt be
noemd de heer Mr. O. W. Sipkcs,
(De heer Van Hamel komt ter Vergadering.)
III. Idem van drie derde onderwijzeressen aan de Leerschool.
(Zie Ing. St. n°. 266.)
Achtereenvolgens worden benoemd:
Mej. J. M. Dijkman,
Mej. M. P. Oudshoorn en
Mej. A. A. Prins, allen met 21 stemmen, terwijl telkens 1 briefje
in blanco werd ingeleverd.
IV. Idem van een leeraar in de oude talen aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. n°. 268.)
Wordt benoemd de heer Dr. P. H. Damsté met 15 stemmen. Op
den heer Dr. C. H. Kinderman werden 7 stemmen uitgebracht.
V. Voorstel tot definitieve benoeming van den lydelijken leeraar in
de Fransche taal aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. n°. 274.)
Wordt benoemd met 21 stemmen de heer E. Th. Borle, 1 briefje
was in blanco.
De Voorzitter, Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne wel
willende medewerking.
VI. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1888.
(Zie Ing. St n°. 264 en 273.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
VII. Verzoek van A. en A. H. Rómer, om twee bruggen te leggen
over de Zoeterwoudsche singelsloot.
(Zie Ing. St. n°. 265.)
VIII. Idem van G. Hylkema, om een brug te leggen over de sloot
langs den Haarlemmerweg.
(Zie Ing. St. n°. 265.)
IX. Idem als voren J. J. Muller.
(Zie Ing. St. n°. 265.)
Op al deze verzoeken wordt achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming gunstig beschikt.
X. Idem van W. J. Arriens, om terugbetaling van schoolgeld, lager
onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 269.)
De heer Verster. Ik heb met groot genoegen kennis genomen
van de voordracht van Burg. en Weth. om op dit verzoek gunstig te
beschikken; ik zeg »met genoegen," want ik wil niet ontveinzen dat,
toen ik van den inhoud van het adres van den heer Arriens kennis
nam, ik vreesde dat adressant bij Burg. en Weth. hetgeen men noemt
geen mooi weer zou hebben, dat door hen in afwijzenden zin zou
worden geadviseerd.
Het doet mij intusschen genoegen, dat onder de argumenten, die
Burg. en Weth. tot inwilliging van het verzoek bewogen hebben, ook
de billijkheid wordt genoemd, want toen ik onlangs, bij de behande
ling van een soortgelijk verzoek, ook gronden van billijkheid aan
voerde, heeft alléén ons geacht medelid de heer Zillesen zich bij mij
aangesloten.
Ik zal dus gaarne vóór deze voordracht stemmen.