57 Xlttlng van Donderdag 30 Augustas 1000 geopend 's namiddags te drie uren. Voorzitter: de Heer H. J. BOOL, waarnemend Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1*. Staat van af- en overschrijving op dc gemeente-begrooting, dienst 1888, tot een bedrag van J 350. (158) 2*. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1888, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, (166) 3*. Voorstel betrekkelijk bet plan tot waterververscbing van een ge deelte der gemeente Leiderdorp. (164) 4°. Idem betrekkelijk bet verzoek van P. Van Dricl Bz., om een locomobiel te plaatsen in het bouten gebouw aan den Vcstwal. (168) 5°. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1887. (152, 163, 167 en 169) Tegenwoordig waren 18 leden, als de beeren: Kaiscr, De Sturler, Tieleman, Koetser. I)e Goeje, Was, Hasselbach, Driessen, Lc Poole, Van Reenen, Foekema Andreae, Van Hamel, Zillescn, Alma, Zaaijer, Verster van Wulverborst, Juta en als waarnemend Voorzitter de heer Bool. Afwezig waren met kennisgeving de beeren: De Laat de Kanter, Van Buttingha Wichers, Knappert, Zaalberg, Cock en Van der Hoeven. De Notulen van het verhandelde in dc vorige Vergadering van 16 Augustus worden gelezen en goedgekeurd. He Voorzitter deelt mede dat zyn ingekomen: 1". Dispositie van de Ged. Staten van Zuidbolland dd. 13/17 Augus tus jl., B, N°. 2184, (3e Afd), G. S., N°. 61/3, ten geleide van het goedgekeurd Raadsbesluit van 21 Juni jl. tot verhooging van de Gemeente-Begrooting, dienst 1888, in ontvangst en uitgaaf met /'4750. (Kosten van dc oprichting van een Gymnastieklokaal en Speelplaats in de Van der-Werfstraat). Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over. 1°. Adres van E. J. Schletlc, houdende verzoek om vergunning tot het leggen van eeru stoep voor perceel Haagweg n*. 15. 2°. Adressen van/Mej. C. C. Niemeijer, houdende verzoek om eervol ontslag uit de betrekkingen van onderwijzeres in de handwerken aan de scholen n°. 2 van de 3e en 4e klasse en aan de Openbare Her halingsschool (afd. meisjes). 3". Verzoek van de Wed. G. De Goede, om vergunning tot het leggen van een duiker door den Zijlsingel. 4°. Idem van J. Vogelezang e. a., tot het doen dempen van een ge deelte sloot langs den Haarlemmertrekweg. 5°. Idem van Mej. G. H. J. J. Vlaanderen, om ontslag uit hare be trekking van 3e onderwijzeres aan de school 3e kl. voor jongens en meisjes (Leerschool). Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. 6°. De Gemeente-Begrooting over den dienst 1889, sluitende in ontvangst en uitgaaf 770086; de Plaats. Dir. Belasting is geraamd op f 133000. Wordt gedrukt; zullende een exemplaar aan de leden worden toegezonden. Wordt besloten de begrooting te behandelen in de sectiën en te stellen in handen van de Commissie van Financiën. 7°. Begrooting van den Schuttersraad voor 1889. Tc behandelen bij de Gemeente-Begrooting. Aan de orde is alsnu: I. Staat van af' en overschrijving op de gemeenle-begrooling, dienst 1888, tot een bedrag van 350. (Zie Ing. St. n°. 158.) De Voorzitter. In het gedrukt voorstel, dat voorkomt onder n°. 158 der Ing. JSt., is een fout ingeslopen. Er staat Volgn. 135 te ver- hoogen met 7 150. Dit moet natuurlijk 350 zijn. Voorts kan ik mededeelen dat de Commissie van Financiën geene bezwaren tegen het voorstel heeft. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. II. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1888, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n°. 166.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. (üe heer Juta komt ter Vergadering.) III. Voorstel betrekkelijk het plan tot waterverversching van een gedeelte der gemeente Leiderdorp. (Zie Ing. St. n®. 164.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. IV. Idem betrekkelijk het verzoek van P. Van Driel Bz., om een locomobiel te plaatsen in het bouten gebouw aan den Vestwal. (Zie Ing. St. n®. 168.) De heer Was. M. d. V.! Ik heb tegen dit voorstel een bezwaar, dat evenwel alleen is van forraeelen aard. Burg. en Weth. stellen voor, om door den Raad gemachtigd te worden oin de gevraagde vergunning voor het gebruik van een locomobiel in het houten gebouw te verleenen. Nu is 't bekend, dat de vergunning overeenkomstig de fabriekswet door Burg. en Weth. moet gegeven worden, en de Raad zou dus zijn bevoegdheid te buiten gaan door daartoe de machtiging te geven. Het College van Dagelijksch Bestuur beeft die machtiging niet noodig. 't Is door den Burgemeester in een der vorige zittingen medege deeld, waarom deze zaak bij den Raad gebracht is; 'tis eenvoudig een beleefdheid van Burg. en Weth. tegenover den Raad, omdat in de zitting van 17 November 1887 aan Van Driel vergunning is gegeven op gemeentegrond een houten gebouw op te richten, om daarin een gaskrachtmachine te plaatsen. Nu wcnscht adressant in plaats van die machine een locomobiel te plaatsen, en dc Raad zou dus nu zijn oorspronkelijk verleende vergunning tot het oprichten van de loods kunnen intrekken. Ik meen, dat dat de reden is waarom Burg. en Weth. de zaak bij den Raad brengen. Maar dit mag er niet toe leiden, dat de Raad zijn bevoegdheid overschrijdt. Bovendien als de Raad deze vergunning verleent, dan neemt bij ook de verantwoor delijkheid op zich en die moet geheel blijven voor rekening van het Dagelijksch Bestuur. Aan mijn bezwaar kan tegemoet worden gekomen door het voorstel aldus te wijzigen: »Dc Raad besluit den gemeentegrond, welke aan den heer P. Van Driel bij Raadsbesluiten van 17 Nov. 1887 en 26 Juli 1888 in gebruik is afgestaan, tot wederopzegging aan Van Driel in gebruik te laten, ook dan, wanneer hij in het houten gebouw, door hem op dien grond opgericht, in plaats van een gaskrachtmachine, cene locomobiel plaatst, indien hem daartoe door Burg. en Weth. overeenkomstig de bepalingen van de fabriekswet vergunning mocht worden verleend." Ik geloof, dat de zaak, zoo geregeld, aangenomen zou kunnen worden, en dat Burg. cn Weth. dan moeten weten of zij de gevraagde vergunning knnnen verleenen. Wordt de vergunning verleend, dan zal Van Driel er tevens tegen gevrijwaard zijn, dat de Raad op het vroeger genomen besluit terugkomt. De Voorzitter. De beer Was heeft zeer juist de reden opgegeven, die er Burg. en Weth. toe geleid beeft dit voorstel bij den Raad te brengen; bet is nergens om te doen dan om te voorkomen, dat, wanneer Burg. en Weth. de vergunning tot het plaatsen van de locomobile gegeven hebben, de Raad de vergunning tot het plaatsen van een bouten loods op den gemeentegrond zou intrekken. Ik erken, dat het bezwaar door den heer Was aangevoerd niet onjuist is, en ik ben dan ook bereid zijne voorgestelde wijziging over te nemen; dan blijft de bevoegdheid van Burg. en Weth. onaangetast en de Raad op zijn eigen terrein. De beraadslaging wordt gesloten en het gewijzigde voorstel zonder hoofdelyke stemming aangenomen. V. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1887. (Zie Ing. St. n°. 152, 163, 167 en 169.) De Voorzitter. Aan het slot van het rapport der Commissie van Financiën wordt eene onjuistheid gereleveerd, die in de rekening zoude zijn ingeslopen. Ik stel op den voorgrond dat de redeneering van de Commissie juist is ten aanzien van de werkzaamheden ver richt door de Grofsmederijmaar niet betreffende die van I. Van der Kamp. üe werkzaamheden van laatstgenoemden zijn reeds vroeger verricht, daartoe was reeds in 1887 last gegeven. Maar al erken ik dat de redeneering der Commissie ten aanzien van het werk der Grofsmederij strikt genomen niet onjuist is, ik moet toch daartegen- overstellen hetgeen tot de gevolgde handelwijze geleid heeft. Had men gehandeld in den geest van de Commissie, er zou dan om eene geringe som over te brengen naar de begrooting van 1888 een niet geringe administratieve omslag noodig zijn geweest. Men heeft echter aldus geredeneerd. De herstelling aan de Verversbrug behoort tot de begrooting ïan 1887; de bedoelde werkzaamheden, aan die brug verricht, maken een deel uit van die herstellingen welke alleen later dan men dacht zijn afgeloopen, tengevolge van het niet voldoen door den aannemer aan zijne verplichtingen. Daarom heeft men ge meend die werkzaamheden te kunnen beschouwen als geheel tot dat werk te behooren en de verbindtenis, waarop gedoeld wordt, als een direct uitvloeisel der geheele aanneming. Ik erken evenwel dat, strict genomen, de opmerking van de Commissie niet onjuist is ten aanzien van de Grofsmederij. Anders komt zoo iets ook nooit voor. De administratieve vormen toch zijn wel degelijk van groot belang, want zjj zijn een waarborg voor een goed beheer. Het fatum, dat op de Verversbrug heeft gelegen, schijnt echter tot het laatste toe te hebben moeten werken. De heer Fockeha Andreae. M. d. V.Wat ik van U gehoord heb omtrent de beginselen waarop wij in ons rapport doelden, heeft mjj genoegen gedaan. Dit bewijst dat niet op grond van eene verschillende opvatting van beginselen van administratie de rekening was opge maakt zooals nu het geval is geweest, rnaar dat het Dagelyksch Bestuur zoo gehandeld heeft gedrongen door de verwarring ontstaan tengevolge van de deconfiture van den aannemer. Wat betreft de onjuistheid door ons begaan ten aanzien van de werkzaamheden door I. Van der Kamp verricht, als zoude de verbintenis daartoe ook in dit jaar zyn aangegaan, wij hebben dit gezegd naar aanleiding van ons verstrekte inlichtingen, die wij dus vermoedelijk hebben mis verstaan. De beraadslaging wordt gesloten en de punten 1, 2 en 3 van het concept-besluit alsmede de verschillende staten van af- en overschrijving achtereenvolgens met algemeene stemmen goedgekeurd, behalve die van den Voorzitter, die zich by de punten van het ontwerp-besluit buiten stemming beeft gehouden. De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord? De heer Van Hamel. M. d. V.! Op de agenda komt niet voor de behandeling van het verzoek van den pachter van den Burg tot het bouwen van een kegelbaan. Vermoedelijk is de oorzaak daarvan dat het rapport der Commissie van Financiën nog niet was ingekomen. Dit is evenwel gisteren geschied en wanneer er derhalve geen over wegende bezwaren bestaan tegen de behandeling in deze Vergadering, zou ik gaarne zien dat het alsnog aan de orde werd gesteld. Ik weet dat de pachter er veel belang bij heeft; hij meende dat de be handeling afhankelijk was van de terugkomst van den Burgemeester. De Voorzitter. De reden waarom deze zaak niet op de agenda is gebracht, is juist door opgegeven; zij is daarin gelegen, dat er nog geen rapport van de Commissie van Financiën was ingekomen. Nu heb ik wel geen bezwaar deze zaak thans te behandelen, maar ik moet toch doen opmerken, dat het uitstel al zeer kort zal zyn, daar er Dinsdag weer een raadszitting gehouden zal worden. Ik meen daarom, dat wij de behandeling van dit punt toch zoo lang kunnen aanhouden. üe heer Van Hamel. Dat zult U beter kunnen beoordcelen dan ik De Voorzitter. Ik geloof niet, dat er eenig bezwaar is deze zaak tot Dinsdag aan te houden en stel dus aan de Vergadering voor dit te doen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Niets meer aan de orde zjjnde, wordt de Vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 1