GEMEENTERAAD VAN LEIDEN, 69 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 16®. Leiden, den 25 Augustus 1888. De Commissie van Financiën heeft de in hare handen gestelde ver antwoording van Burg. en Weth. van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over den dienst 1887 en de daarbij overgelegde rekening van den Gemeente-Ontvanger onderzocht. Het is haar tot haar genoegen gebleken, dat door Burg. en Weth. welwillend gevolg is gegeven aan den ten vorigen jare geuiten wensch dat de bijlagen der rekening derwijze mochten worden ingericht, dat kon worden nagegaan hoeveel was uitgegeven, niet slechts op eiken begrootingspost in zijn geheel, maar ook op de onderdeelen waarin deze bij de M. v. T. was gesplitst. Thans kon met betrekking tot de gewichtigste uitgaven worden geconstateerd dat ook de raming dier onderdeelen niet was over schreden. Slechts in één post der rekening is, voor zoover der Commissie van Financiën bleek, eene onnauwkeurigheid ingeslopen. Het is U bekend, dat de aannemer van de Verversburg niet ten volle aan zijne verbintenis heeft voldaan. Dientengevolge was de gemeente genoodzaakt, de herstelling van gebreken, waartoe hij ver plicht was, aan anderen op te dragen. De kosten hierdoor veroorzaakt ten bedrage van 944.16 zijn, door inhouding van een deel der aan nemingssom op hem verhaald. Bovendien zijn echter in den loop van het jaar 1888 aan I. Van der Kamp en aan de Kon. Ned. Grofsmederij andere werkzaamheden aan voormelde brug opgedragen, waarvoor hun is betaald aan I. Van der Kamp f 395.74 en aan de Kon. Ncd. Grofsmederij 444.34, te zamen 840.08. Dit bedrag is onder de uitgaven over 1887 (art. 93 der Begrooting) gebracht, ten onrechte, immers eene Detaling gedaan in 1888 inge volge eene verbintenis in dat jaar aangegaan kan nooit geacht worden te behooren tot den dienst van 1887. De vergissing is vermoedelijk hierdoor te verklaren, dat de rekeningen voor deze in 1888 opge dragen en verrichte werkzaamheden abusief zyn gedagteekend resp. op October en December 1887. Het betreft hier wel is waar slechts een administratieven vorm, maar welks inachtneming ons niet van belang ontbloot schijnt. Overigens geeft de overgelegde rekening ons tot geene bedenkingen aanleiding. Wij achten de onnauwkeurigheid waarop wij wezen niet van zoo danig gewicht om U op dien grond de goedkeuring van het U voor gelegde concept-besluit te ontraden en adviseeren U dit aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 170. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 Juli—4 Aug. 1888. N. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Juli. 29 7.45—9.45 7 16.8') 2 30 7.45—9.45 8 17.0 3 31 7.45—9.30 7 17.2 4 Aug. 1 7.45—9.30 8 16.5 5 2 7.45—9.30 7 16.4 6 3 7.45—9.45 8 16.7 7 4 7.45—9.45 8 16.4 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.8, 17.0 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van deb Horst. N°. 171. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 5—11 Aug. 1888. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn Datum Aug. 5 6 7 8 9 10 11 7.30-9.15 7.30—9.30 7.30—9.30 7.30—9.30 7.30—9.15 7.30—9.15 7.30—9.15 16.5*) 16.8 16.8 17.0 16.8 17.2 17.2 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 16.5, 16.8, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D. Van der Horst. N°. 17®. Leiden, 23 Augustus 1888. Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver gadering, naar aanleiding van nevensgaand verzoek van M. H. Fontein, in overweging aan adressant tot wederopzeggens te vergunnen een gedeelte der openbare straat in het Gefalijde Bagijnhof vóór zijn per ceel n°. 16, groot ongeveer 14 centiaren in gebruik te nemen, mits de grond behoorlijk met een hekje wordt afgescheiden en tegen be taling van een recht van ƒ0.50 'sjaars. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Meindcrt Huibert Fontein, wonende op de Hoogewocrd n°. 130 te Leiden, dat hij eigenaar is van een huisje in het Bagijnhof te dezer stede en geteekend met n°. 16; dat hy gaarne in gebruik wenschte te hebben een stukje grond vóór dat perceel gelegen en ter oppervlakte als een daarvoor gesteld hekje aanwijst. Reden waarom hij zich tot UEd. Achth. wendt met eerbiedig ver zoek, dat bedoeld stukje grond aan hem in gebruik worde gegeven. 't Welk doende, M. H. Fontein. N°, 173. Leiden, 20 Augustus 1888. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen een voorstel van Curatoren van het Gymnasium strekkende om aan den heer P. Fyn van Draat, leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium, de periodieke tractementsverhooging toe te kennen vóór dat de drie- of zesjarige diensttijd is volbracht. Krachtens art. 5 der Verordening van 5 Juni 1879, regelende het getal leeraren verbonden aan het Gymnasium en het bedrag hunner jaarwedden (Gemeenteblad n®. 6 van 1879) heeft de Gemeenteraad zich de bevoegdheid daartoe voorbehouden evenals om in buitenge wone gevallen de jaarwedde te verhoogen. Van deze bevoegdheid is mede gebruik gemaakt by raadsbesluit van 18 Maart 1886 waarbij de de jaarwedden van de leeraren in de Fransche en Hoogduitsche talen, in de Verordening bepaald op /1000, zijn vastgesteld op/1400, met de periodieke verhoogingen bedoeld in art. 3 der Verordening van drie- en zesjarigen diensttijd, welk besluit door den Minister van Bin- nenlandsehe Zaken bij beschikking van 26 Maart d. a. v. is goed gekeurd, Overtuigd van de billijkheid van de voorgestelde verhooging ver- cenigen wij ons gaarne met het voorstel van Curatoren en geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten dat aan den leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium met ingang van 1 Januari 1889 worden toegekend de beide periodieke traetementsverhoogingen bedoeld in art. 3 der aangehaalde Verordening tot een gezamenlyk bedrag van ƒ400. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 13 Augustus 1888. De Heer P. Fijn van Draat, leeraar in de Engelsche taal aan het Gymnasium, alhier, bij besluit van Uwen Raad dd. 9 December 1886 als zoodanig aangesteld met 1°. Januari 1887, op eene jaarwedde van ƒ1000.zou met 1890 in het genot komen eener jaarwedde van ƒ1200.welke met 1893 tot ƒ1400 zou worden verhoogd. Hü heeft evenwel sedert hij als leeraar optrad, getoond volkomen voor zijne taak berekend te zijn en voldeed in alle opzichten aan de goede verwachtingen, die wij aanvankelijk omtrent hem koesterden. Bij de in het vorige jaar en onlangs gehoudene examens bleek hij met uitstekenden uitslag als leeraar te zijn werkzaam geweest, en kwam dit reeds ten vorigen jare in het bijzonder uit, toen hij in het midden van den cursus moest aanvangen met onderwijs te geven aan leerlingen, wier vorderingen te wenschen overlieten. Hij mocht er toch volkomen in slagen hen het verlorene te doen inhalen. Wij hebben daarom besloten, als blyk van ingenomenheid met de wijze waarop hij zijne taak vervult, eene poging te doen om te be vorderen, dat zijne jaarwedde eenigszins meer in overeenstemming worde gebracht met de bezoldigingen der leeraars in het Fransch en het Hoogduitsch, die volgens art. ie der bovenaangehaalde Verorde ning, in gunstiger financiëele positie zyn terwijl laatstgenoemde volgens het goedgekeurde leerplan in den volgenden cursusevenals in den vorigen, ongeveer hetzelfde aantal uren onderwijs zal geven als de Heer Fijn van Draat. Wij meenen dat zulks op de beste wijze zou kunnen geschieden indien te zijnen behoeve werd toegepast het tweede gedeelte van i van art. 5 der meergenoemde Verordening door hem reeds nu de beide daar bedoelde periodieke verhoogingen toe te kennen. Mitsdien hebben wij de eerUwen Raad in overweging te geven dienovereenkomstig te besluiten. Curatoren van bet Gymnasium te Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. C. Cock, President. J. S. D. Van Doorn, Secretaris. Te Leiden ter Boekdrukkerij van GEBROEDERS MURE. I O 9 9 9 9 7 8 8 7 7 8 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 1