38 Ik geloof dnt hiermee dit punt voldoende is opgehelderd. Nu wcnsch ik de aandacht der Vergadering nog op enkele andere punten te vestigen. Ik breng in herinnering, dat wij den aankoop van hel pakhuis van den lieer Van den Berg gemotiveerd hebben met de behoefte aan een gymnastieklokaal voor de school van den heer Brouwer. De heer Was, mecnende dat er in mijn toen gevoerd beloog een liiii.it was. beweerde dat de koop werd gesloten om te voor zien in de behoefte aan een speelplaats en een inrichting voor zang onderwijs. liij de toelichting tot ons voorstel is daarover echter met geen enkel woord gesproken. Wij wenschten slechts de voorschriften der Verordening te volgen, die de gymnastiek tot een der verplichte vakken gemaakt heelt en daarmede "te voldoen aan een herhaaldelijk; ook bij haar advies over dit onderwerp, door de Schoolcommissie uitgesproken wcnsch. I)e lieer Fockema Andrcac heeft in de vorige Vergadering gezegd, dat er veel meer dan ƒ1300 kon bezuinigd' worden als men zijne motie aannam, en dat uit ons voorstel en de mondelinge toelichting niet bleek hoeveel zou worden bezuinigd wanneer de conciërgewoning niet werd gebouwd. Ik heb, om 't den leden van den Baad duidelijk te maken, een aantal doortrekken van de teckening laten maken en ik hoop 'l den hoeren daarmede duidelijk te maken dat wanneer de concierge-woning niet gebouwd wordt, alleen de kosten met de som, voor die woning gevergd, zullen vervallen. Men vindt op die doortrekken den ouden en den nieuwen toestand, cene doorsnede en den platten grond van het oude en het nieuwe lokaal. De heer Fockema Andreae zeide o. a. in de vorige Vergadering: »In elk geval kan dan de verbouwing op veel bescheidener voet plaats hebben dan wanneer men een gebouw moet hebben voor de ecne helft bovenwoning en voor de andere helft gymnastieklokaal-' Een blik op de teekening zal, naar ik vertrouw, dadelijk in het oog doen springen dat er geene kwestie is van eene bovenwoning die de helft van het gebouw inneemt. Wij hebben het gebouw gekocht met het doel om te voorzien in de behoefte aan een gymnastieklokaal. In de eerste plaats hebben wij dus van het gebouw afgezonderd de ruimte speciaal voor gymnas tieklokaal bestemd en dat 12,40 meter breed en 9.40 meter diep zal worden, zeker niet te groot wanneer incn bedenkt dal klassen van 50 kinderen daarin onderwijs zullen moeten genieten of het lokaal bij slecht weder als speelplaats zullen moeten gebruiken. Nadat de, voor de gymnastiek benoodigdc ruimte was aangewezen, bleef nog een gedeelte beschikbaar, dat wij beneden voor bergplaats, boven voor concierge-woning wilden inrichten; er is dus geene sprake van de helft van het geheelc gebouw, maar alleen van de helft van dnt deel dat overschiet wanneer voldaan is aan de behoefte waarvoor het gebouw is gekocht. De heer Fockema Andrcac meende dal men eene besparing zou verkrijgen, wanneer de concierge-woning niet werd gebouwd, omdat, men dan den tusschenmuur niet zou behoeven af te breken, welke muur hem nog al vrjj soliedc toescheen. Waarop het oordeel van den heer Fockema Andreac berust dal die muur vrij solide zou zijn, weet ik niet; wel dat dit geenszins het geval is hij is integendeel zeer zwak; zooals de heeren uit de teekening kunnen zien heeft de muur twee doorbuigingen, eene in de hoogte van 14 centimeter en eene in de lengte van 9 centimeter. In alïc gevallen zou dus die muur moeten worden vernieuwd en de eenigc besparing zou deze zijn dat men misschien geene nieuwe fundeering behoefde te maken, hetgeen eene vermindering der uitgaaf met 20 a f 25 zoude zijn, zeker de moeite niet waard om er over te spreken en zeer zeker niet in verhouding tot het nadeel, dat incn, door den muur daar te plaatsen, een lokaal zou krijgen van ongeveer 30 Ms. minder grondvlak dan het door ons geprojecteerde en hetwelk niet vol doen zoude aan de behoefte. üok de besparing te verkrijgen doordat de put niet weggeruimd zou behoeven te worden, zou zeker niet noemenswaardig zijn; bij demping toch vult men eenvoudig de ruimte met zand aan. Uit een en ander blijkt dat wanneer de concierge-woning vervalt, f 750 minder uitgegeven zal worden, maar dan staan daartegenover dat de rente van die uitgaaf ruimschoots wordt bespaard, door de f 42 die minder aan vaste jaarlijksche uitgaaf wordt vereischt en de voordeelen die wij uit het bouwen van eene dergelijke woning zullen trekken; de aanwezigheid van een concierge zal zeker tot zekere hoogte het vernielen van glasruiten enz. waarover wij nu zoo veel te klagen hebben, voorkomen. En dat de daardoor veroorzaakte schade niet gering is, moge uit de volgende opgave blijken. Van 1 Januari tot Juni is betaald geworden aan herstelling en vernieuwing van glasruiten eene som van ƒ517.30; voor de lagere scholen 3e klasse alleen 269.92s. Kweek- en Leerschoolf 10.20 Bewaarscholen70,94s H. B. scholen voor Jongens en Meisjes72,76 Gymnasium2,60 Gebouwen75,30 Raadhuis15,43 Aan herstelling van daken, die het gevolg was van gepleegde baldadigheden is f 69 uitgegeven. Het zal dus zeker geen kwaad doen wanneer wij in dit nieuwe gebouw iemand hebben, die in het vervolg daar dergelijke straat schenderijen zal kunnen tegengaan. In de tweede plaats nog een enkel woord over de gymnastiek- werktuigen. In de vorige Vergadering is gezegd dat wij te veel werktuigen wilden aanschaffen en het onderwijs in de gymnastiek op te weclderigen voet wenschten in te richten. Maar hiertegen moet opmerken, dat ons voorstel voortvloeide uit het voorschrift der Ver ordening; en dat het daarenboven geheel in den geest is van de vroeger door den Raad genomen besluiten, blijkt daaruit dat hetgene wij nu voorstellen geheel overeenkomt met de inrichting der gymnastiek lokalen op de scholen van de heeren Van der Harst en VVuystcr. Voor deze school vragen wij niets meer dan voor de beide ndere is uitgegeven; immers voor de school van den heer VVuyster is, alleen voor aankoop van werktuigen 56O.S0, voor die van den lieer Van der Harst /92.G5 besteed. Ik heb evenwel nog eens nader doen opnemen, of er op de werk tuigen nog iets bezuinigd zou kunnen worden, en ben tot de ervaring gekomen, dat de werktuigen, voor zoover zij uit Chemnitz besteld moeten worden op f 270 zullen koincn, terwijl voor de werktuigen, die hier gemaakt worden, f 246 noodig is, zoodot het totaal cijfer zou worden f 516. Dan is echter zoowel op de kwantiteit als voor een deel op de kwaliteit bezuinigd. Berekent men alles echter wat ruimer, dan koint men tot het bedrag, dat vroeger al is opgegeven. Men zou dus met <lc f 200 noodig voor meubilecring, komen tot cene som van ruim ƒ700 in plaats van 650 zooals ik de vorige maal heb opgegeven. De Raad moet nu beslissen of hij wil dat eene bestaande verorde ning zal worden uitgevoerd of niet. Nog cene opmerking slechts. Ik geloof dat zoowel uit de teekening ais uit de toelichting blijkt dat inderdaad het bouwen van een concierge-woning en het aan stellen van een concierge geene meerdere kosten zullen veroorzaken. Al neemt men nu aan dat onze verwachtingen omtrent het nut dat de concierge zal te weeg brengen, door de ondervinding zullen worden gelogenstraft, dan vraag ik toch of cenig gemeentebelang wordt ge diend, wanneer de Raad weigert toe te slaan, wat Burg. en Wcth. in bet belang der gemeente en tol betere handhaving der orde mecncn noodig te hebben. Wanneer hetgene wij vragen geld kostte, 't zij dan veel of weinig, dan zou ik kunnen begrijpen dat de Raad van oordcel was dat de voordeelen zoo gering waren, dat zij de uitgaaf niet rechtvaardigden maar wanneer het niets kost niet alleen, maar zelfs nog een, zij het ook gering financieel voordeel geeft, welke reden kan er dan zijn voor de weigering. Laat onze verwachtingen, ik herhaal het, omtrent het nut van een concierge te hoog gespannen zijn het ergste geval is dan toch slechts dnt de aanstelling, ter voorkoming van baldadig heden niets geeft; erger zal het er dan toch zeker niet door worden! Nu heb ik in de vorige Vergadering een argument ter bestrijding van ons voorstel gehoord, de vrees voor een antecedent. Maar dit is geen antecedent! Men kan zich alleen op een antecedent beroepen wanneer de omstandigheden geheel of nagenoeg geheel gelijk zijn. Heeft iemand, toen de school van Mej. Jesse gebouwd werd gezegd: wij moeten de overigens ongebruikt blijvende bovenruimtc niet ge bruiken om er eene woning voor het hoofd der school te bouwen want dat zou een antecedent kunnen zijn. Neen! daar bood zich de gelegenheid aan en men heeft er gebruik van gemaakt. Is het ooit in iemand opgekomen om de woning van den heer Van Dijk niet voor het hoofd der daar gevestigde school te bestemmen, (eene woning welke huurwaarde verre de som van 350 destijds f 30Ü die als vergoeding voor huishuur wordt gegeven overtreft) uit vrees dat andere hoofden van scholen daarin een antecedent zouden vinden, waarop zij zich konden beroepen om hoogerc vergoeding, die hen in de gelegenheid zou stellen ecne even ruime woning te huren 1 Het geval dat ons thans bezig houdt, komt vrijwel overeen met den bouw der school voor Mej. Jesse. Het doel dat met den aankoop van het pakhuis van den heer Van den Berg werd beoogd, de inrichting van een gymnastieklokaal, bereikt zijnde, blijft er nog genoeg ruimte over om er ecne concierge-woning te maken. Een gedeelte van het geen jaarlijks voor liet schoonhouden der school wordt uitgegeven zal strekken tot belooning van den concierge: wat daarvan overschiet dekt ruimschoots de rente van hetgene voor den bouw der woning noodig is; hel kost dus inderdaad niets en welke reden kan er dan beslaan om ons te weigeren wat wij meencn dat ons dienstig kan zijn om de orde te helpen handhaven? Ik vertrouw dat de Raad met ons voorstel zal willen méégaan. De heer Was. M d. V.! Ik wensch nog een enkel woord over deze zaak te spreken. Om aan te tooncn, dat wij in den geest der Verordening zouden handelen met ook aan de school van Brouwer een lokaal voor volledig gymnastiekonderwijs te geven, heeft U een beroep gedaan op een toestaid, die bij andere scholen 3c klasse te vinden is. Nu geloof ik, dat dat argument niet opgaat, en alleen be wijst, dat men zich bij de inrichting der andere lokalen aan over drijving heeft schuldig gemaakt en den geest van de Verordening niet heeft opgevolgd. De geest dier Verordening is deze: dat in de scholen 3e en 4e klasse een zeer beperkt gymnastick-ondcrwijs zou worden gegeven, zich voornamelijk lot zoogen. vooroefeningen bepalende. En om te bewijzen, dat dit de juiste opvatting is, doe ik een beroep op twee leden van deze Vergadering, die met mij in de Schoolcommissie zitting hadden, toen de Verordening ontworpen werd de heeren De Goeje en Juta die zich wel zullen herinneren, dat het onze bedoeling niet was aan die scholen volledig onderwijs in de gymnastiek te doen geven. Hieruit blijkt dus ook, dat de Verordening niet naar den geest is uitgevoerd, en dat men zich aan overdrijving zou schuldig maken door aan de school van Brouwer een inrichting tot het geven van volledig gymnastiekonderwijs te maken. De heer Fockema Andreae. Ik geloof M. d. V.! dat wij ons op't oogenblik op een kwaden en ongeoorloofden weg bevinden. De be doeling van de wet brengt mee, dat wanneer de discussiën over een onderwerp zijn gesloten, de stemming volgen zal, en wanneer de stemmen staken, is de volgende stemming een voortzetting van de eerste. Ik meen daarom, dat het niet geoorloofd is de discussiën lusschen de eerste en de tweede stemming te heropenen. En ik durf dit met meer overtuiging vol te houden, daar ik mijn geaehten ambt genoot, de heer Buys, die in dergelijke zaken doorkneed is, bij her haling deze mecning heb hooren verdedigen. Met hem ben ik van mecning, dat, indien door discussiën de stemming is gebroken, de tweede stemming niet als een voortzetting van de eerste beschouwd kan worden. Ik wil echter thans door het zwijgen te bewaren niet doen ge- looven, dat uwe argumenten mij overtuigd hebben. U zegt o. a.p dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 2