64 recognitiën vervallen, waardoor de ontvangst beneden de raming is gebleven. Volgn. 35. Boeten wegens overtredingen in zake van Plaatselijke Belastingen50. Volgn. 36. Teruggaven van bet Rijk. o. Wegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan militicplichtigcn42.75 Volgn. 37. Teruggave van vcrplegings- en transport kosten van krankzinnigen en kinderen van gevangenen, bedoeld bij art. 26 der wet van 28 Juni 1854 (Staats blad n°. 100), zooals het is gewijzigd bij de wet van 1 Juni 1870 (Staatsblad n°. 85)10. Volgn. 40. Vergoeding van het Rijk, overeenkomstig art. 45 der wet van 17 Aug. 1878 (Staatsblad n°. 127) van dertig ten honderd der bij art. 44 dier wet be doelde kosten van het lager onderwijs19I0.083 Het verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordien bij de vaststelling van de vergoeding voor 1887, door het Rijk is afgetrokken hetgeen reeds ter zake te veel was ontvangen over 1885, ad/ 1056.255. Bovendien moet alsnog ontvangen worden het bedrag der Rijksvergoeding van den laatsten termijn van betaling, betreffende de verbouwing der Meisjesschool 2e klasse, vermits die termijn eerst in September 1888 vervalt, terwijl de gelden in de begrooting voor 1887 zijn begrepen. Volgn. 42. Teruggave van zegelgelden voor quitantiën der Plaatselijke Belastingen6 07' Volgn. 43. Opbrengst van faecale stoffen, stelsel Liernur235.89 Tengevolge van de lagere som bedongen b(j de ver pachting, voor 1886/87 0.05 en voor 1887/88 /0.03 J, is te dezer zake minder ontvangen dan geraamd was. bovendien hebben dit jaar geen afleveringen aan parti culiere plaats gehad, vermits die stoffen ten dienste van het onderhoud der plantsoenen zijn aangewend, hetgeen mede tot de mindere opbrengst heeft bijgedragen. Volgn. 45. Bijdrage van bet Rijk in de kosten van het hooger onderwijs (Gymnasium)644. Op de begrooting is het subsidie bij raming uitge trokken op f 8230, terwijl daarvoor slechts van wegc het Rijk een bedrag van 8205 is vastgesteld. Boven dien is bij liet vaststellen van het subsidie door het Rijk afgetrokken hetgeen reeds ter zake te veel was ontvangen ad 618.375, tengevolge waarvan een minder ontvar gst op dit artikel heeft plaats gehad. Volgn. 50. Gcldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld75000. Vermits dit jaar geen gelden ter zake zijn behoeven te worden opgenomen, hebben op dit artikel geen ont vangsten plaaats gehad. Volgn. 51. Gcldleening in de kosten van buitengewone werken20653. Op de hegrooting is uitgetrokken 4455 voor de over dracht van het üelftsche trekpad c.a. aan de provincie Zuid-Holland, terwijl sedert de vaststelling van de be grooting het artikel bij suppletoire staten is verhoogd met 14700 voor gedeeltelijke bestrijding der kosten van de verbouwing der Meisjesschool 2e klasse, met 1498 ter gedeeltelijke voorziening in de kosten van aankoop van een perceel in de Van-der-Werfstraat, tot inrichting van een Gymnastieklokaal ten behoeve van de school 3c klasse n°. 2, zamen 20653. Tot dekking dezer uitgaven zijn bij Raadsbesluit van den 9 Februari 1888 aangewezen de over 1887 ontvangen gelden, bestemd tot kapitaalbelegging ten bedrage van 19208 en 11445 van het op den post van Onvoorziene uitgaven beschik baar overschot van de aangegane 4 pCt. geldleening ad 500000, op grond waarvan geen gelden zijn behoeven te worden opgenomen en geen ontvangsten op dit artikel hebben plaats gehad Volgn. 52. Aflossing op hypotheken en obligatiën. 0.70 Volgn. 53. Afkoop van grondrenten, tienden enz. 10. Volgn, 57. Ontvangsten voortvloeiende uit het beheer der voormalige administratie der Gasthuizen 618.11 Oc mindere opbrengst is hoofdzakelijk ontstaan ten gevolge van de bepaling vervat in art. 11 van het huur contract betreffende het Raamland, gelegen buiten de Utrechtsche brug onder Zoeterwoude, waarbjj de huur ders in het eerste en zesde jaar van den huurtijd, slechts de helft van de jaarlijksche huursom behoeven te voldoen. Vermits de perceelen te zamen zijn ver huurd voor f 860 's jaars, is in 1887, zijnde het le huurjaar, daarvoor ontvangen 430, terwijl op de be- grooting f 1000 was geraamd. Ook andere onderdeelen van dezen post hebben een mindere ontvangst te weeg gebracht. Zamen f 101578.56' Daarentegen hebben de navolgende posten meer dan dan de raming opgebracht als: Volgn. 3. Opcenten op de hoofdsom der grond lasten f 591.42 Volgn. 4. 50 Opcenten op de ^hoofdsom der belasting op het personeel1364.21 De ontvangsten op deze artikelen hebben de raming overschreden. Volgn. 5. I gedeelten van de opbrengst der Rijksbelasting op bet personeel in hoofdsom18.26 Volgn. 6. Plaatselijke Directe Belasting f 1480.41 De voor deze belasting bij de betrekke lijke Verordening toegestane som bedraagt 150000, vermeerderd met 5 pCt. voor kwade posten ad 7600, zoodat geheven inocst worden 157500. Er is evenwel ge heven 157,341.01, dus minder 158.99 Op de begrooting is geraamd 150,000, terwijl werkelijk is ontvangen 151,480.41, zoodat de ontvangst racer bedraagt dan de raming f 1480.41. Als oninbaar is af geschreven f 4744.36, terwijl nog nader te verhalen blijft 1116.24 Volgn. 7. Plaatselijke Directe Belastingen bij Suppletoir Kohier456,70 De raming der suppletoire kohieren be draagt f 2500, terwijl de werkelijke opbrengst beloopt t 2956 70, dus meer dan geraamd is 456.70. De te heffen som beliep blijkens de sup pletoire kohieren 3133.24. Als oninbaar is afgeschreven 104.05, terwijl als nader te verhalen blijft f 72.49. Volgn. 8. Opbrengst van tollen op de .67 19.52' 64.25 Volg. 10. Opbrengst der wik, weeg, moet en keurloonen Volgn. 11. Opbrengst voor banken of staan plaatsen, in hallen op markten en dergelijke openbare plaatsen Volgn. 12. Opbrengst voor het gebruik of ge not van openbare gemeentewerken, bezit tingen of inrichtingen, en dat van door of van wege het Gemeentebestuur verstrekte diensten, niet bedoeld in de voorgaande art. 1-4 3450.02 De meerdere opbrengst op dit artikel is voornamelijk een gevolg van de vele her stellingen der straten, welke tengevolge van het vergrooten der gasleiding op enkele plaatsen dezer gemeente hebben plaats gehad en waarvan de kosten wegens arbeidsloonen en verbruikte materialen door de Gasfabriek zjjn vergoed. Volgn. 13. Leges en voordeelen der Ge meente-Secretarie, alsmede voor verrichtingen van denAmbtenaar van den Burgerlijken Stand, art. 5 der wel van 23 April 1879 (Staats blad n°. 72)72.67' Het aantal huweljjken op buitengewone uren of dagen voltrokken, hebben een ver meerdering van legesgelden opgebracht. Volgn. 15. Opbrengst van schoolgeld (Mid delbaar onderwjjs)402.50 Volgn. 16. Opbrengst van schoolgeld (Lager onderwijs)734.52 Volgn. 19. Opbrengst van Gollegeld van de inrichting tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren325. Het aantal leerlingen op de verschillende scholen is in den loop van het jaar ver meerderd, waardoor de opbrengst grooteris dan aanvankelijk geraamd was. Volgn. 23. Huur van huizen en andere gebouwen651.09 Bij Raadsbesluit van 30 Juni 1887 is het gebouw Gravenstein aan het Rjjk verhuurd om te worden gebruikt als Huis van Be waring voor J 500 's jaars, hetgeen een ver meerdering op dit artikel heeft te weeg gebracht. Ook beeft tot deze meerdere ont vangst bijgedragen de van enkele vereeni- gingen geinde kosten voor verlichting en verwarming tijdens het gebruik van ge meentelokalen. Volgn. 24. Huur of pacht van landen en landerijen143. Doordien bij de laatstgehouden verpachting van het land gelegen in den Marendijkschen- polder onder Ocgstgeest, een hoogere huur som is bedongen, hebben de ontvangsten te dezer zake de raming overtroffen. Volgn. 28. Pacht van de Visscherij. 23. Volgn. 29. Ontvangsten, resultaat van een afzonderlijk beheer, ais a. Gasfabriek6096.49' De alhier in ontvangst gebrachte over winst bedraagtf 57295.09' terwijl daarvoor, met inbegrip der suppletoire begrootingen, geraamd was51198.60 alzoo meer f 6096.49* Volgn. 34. Boeten van politie, nationale militie enz29.92' Volgn. 38. Bjjdrage van het Rijk in de kosten van het kantonnaal huis van bewaring 460.54 Aangezien de wet van 30 Juni 1855 (Stbl. n°. 48) omtrent de kosten der huizen van bewaring is ingetrokken bij de wet van 3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 2