GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 11 INGEKOMEN STUKKEN. N®. 21. Leiden, 2 Februari 1888. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de bezwaarschriften tegen de voorloopig vastgestelde kiezerslijsten voor leden van de Tweede Kamer, Provinciale Stalen en Gemeenteraad en geven U in overweging daaromtrent te beslissen overeenkomstig bet voorstel vermeld in den hierbij gevoegden staat. Daaruit blijkt dat J. J. Groenewoud, IJ. E. C. Knuttel, K. F. L. Van der Woerd, E. A. II. Seipgens, G. Mulder, L. J. Cohen, P. Chau- dron, W. B De Vos, E. J. P. Privé, J. Sieval en C. P. Burger alsnog op de drie lijsten bchooren te worden geplaatst op grond dat zij naar voldoende huurwaarde voor de personeele belasting, dienst 1886/87, in deze gemeente zijn aangeslagen en hebben betaald en laatstge noemde na aangifte vóór 21 December jl. tot een voldoend bedrag is geschat en overigens aan de bij de wet gestelde eischcn voldoen. De namen van sommigen hunner waren abusievelijk van de lijsten weggelaten, terwijl die van anderen daarop niet werden geplaatst omdat uit de bevolkingsregisters gecnc voldoende gegevens konden worden verkregen voor de invulling van de lijsten. Door belanghebbenden is thans door behoorlijke aangifte aan dit be zwaar te gemoet gekomen. K. A. L. Keuls, C. Filippo en S. J. Bomert komen niet voor op de lijst van den Rijks ontvanger en hebben gecne bewijzen overgelegd. C. W. Van der Hoek, D. Hartevclt HCz. en W. J. P. Van Term, hebben thans bij hunne reclames bewijzen van betaalde grondbe lasting, dienst 1887, ten name van de firma Gebrs. Van der Hoek, 11. C. Harlevelt e a. en W. J. F. Van Term e. a. overgelegd, doch hebben de aangifte Model 11. wegens een aanslag in de grondbelasting voor geschreven bij Kon. Besluit van 28 November 1887 (Slbl. n°. 211) niet vóór 21 December ji. ingediend, zoodat deze dan ook niet krach tens art. 11 van dat besluit naar den Hypotheekbewaarder tot onder zoek zijn kunnen worden gezonden. W. F. Van der Mandele heeft mede eerst nevens zijne reclame de bewijzen van betaalde grondbelasting te Delft, geheel slaande ten zijnen name, ingezonden doch niet vóór 21 December jl. H. Bouter heeft thans overgelegd een aanslagbiljet in de grond belasting waaruit blijkt dat zijn aanslag niet voldoende is, zoodat hij niet is geplaatst op de lijst van den Ontvanger. J. M. Obreen en A. P. De llruyn hebben mede eerst nevens hunne reclames en niet vóór 21 December de bewijzen van eencn aanslag voor voldoende huurwaarde in de gemeente Oegstgeest, overgelegd. P. Fijn van Draat, J. Nijiuan en G. Van Schouwen, hebben zich als kamerbewoners tijdig aangegeven, doch zijn op den schaltingsstaat doorgehaald op grond van art. 5 van het aangehaald Kon. Besluit, als hebbende het opgegeven perceelsgedeelte niet gedurende 9 maanden voorafgaande aan 21 DecemberjI. in huur gehad en bewoond O. Van der Meer en W J. Van Hooff, kapelaans alhier, zijn tot een voldoend bedrag aan huurwaarde als kamerbewoner geschat, doch van de lijsten weggelaten omdat niet kon worden overgelegd eene verklaring dat zij de door hen bewoonde kamers in huur hebben. Zij geven thans te kennen dat zij de zelfstandige maatschappelijke be trekking van kapelaan bekleedende, waaraan een vaststaand tracte- ment is verbonden, eene kamer tot uitsluitend eigen gebruik be wonen en dat zij ten behoeve van den hoofdbewoner de aan hunne betrekking eigen kerkelijke diensten praesteeren, die gelijk te stellen zijn met of in de plaats treden van geldelijke betaling en des noodig op eene bepaalde som kunnen gesteld worden, welke verklaring door den R. K. Pastoor J. Bots wordt bevestigd. Eene verklaring dat het bewoonde perceelsgcdeelte bij ben in huur is, wordt echter niet over gelegd. Op bovengenoemde verzoeken zal, onzes inziens, afwijzend moeten worden beschikt. W. G. Bakker komt reeds voor op de lijsten onder n°. 19 van de Tweede Afdeeling. Door Z. Bcyl, W. J. Webber, W. F. Maas, J. Driesscn, J. H. J. Kuypers, N. Bink Jr., II. J. De Nie en J. W. De Tombe wordt recti ficatie verzocht van voornamen of leeftijd, op welke verzoeken gunstig kan worden beschikt. Ten slotte zijn op den staat vermeld de namen van de personen die abusievelijk tweemaal op de lijsten voorkomen en dientengevolge eenmaal zijn doorgehaald. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 22. Leiden, den 1 Februari 1888. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen den door Burg. en Weth. overgelegden staat van personen die aanspraak hebben óp afschrijving van hunnen aanslag in de Plaatselijke Directe Belasting, dienst 1887. Zij geeft Uwe Vergadering in overweging de voorgestelde afschrijving te vcrleenen. Ten aanzien van het op dien staat voorkomende verzoekschrift om afschrijving van den heer W. A. D Ophorst. geeft zij mede in over weging om overeenkomstig het vermelde in kolom 12 van dien slaat te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 23. Leiden, 2 Februari 1888. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen het voorstel van Burg. en Weth. tot verhuring van het lokaal op het Raadhuis aan de concessionarissen voor den aanleg en exploitatie van eene telefoon in deze.gemeente, zoodat zij Uwe Vergadering in over weging geeft dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 24L. Leiden, 5 Februari 1888. Ten aanzien van het in onze handen gestelde voorstel van Burg. en Weth. tot wijziging van het Raadsbesluit van 15 Juni 1882, (Ge meenteblad n°. 16 van dat jaar) betrekkelijk de vcrdeeling van het administralieloon der Bank van Leening onder de beambten, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat wij ons daarmede kunnen vereenigen, zoodat wij in overweging geven tot de voorge stelde wijziging te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen. N°. 25. Leiden, 8 Februari 1888. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de voorstellen van Burg. en Weth. tot afschrijving van een gedeelte van het overschot der 4 percents geldleening en betrekkelijk de herstelling van de bliksemafleiders op ccnige gemeente-gebouwen, zoodat zij in in overweging geeft dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N®. 26. Leiden, den 14 Februari 1888. Na overleg met den Voorzitter der Commissie van Fabricage hebben wij de eer U mede te deelen dat er bij ons geene bedenkingen be staan tegen de inwilliging van bet verzoek van A. Van den Dop Jr., om een hardsleenen stoep te leggen vóór zijn perceel in de Pielerskerk- Choorsleeg n°. 7, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven de gevraagde vergunning te vcrleenen, onder voorwaarde dat de stoep niet meer dan 55 centimeters buiten den gevel en niet hooger dan drie centimeters boven de straat uitspringe. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Edcl-Achlb. Raad der Gemeente Leiden. Édel-Achtbare Heeren Geeft met gepasten eerbied te kennen: A. Van den Dop Jr.wonende in de Pielerskerk-Choorsteeg n®. 7, dat hij Uw Edel Achtbaren toestemming verlangt voor het leggen eener stoep vóór zijn woon- en winkelhuis. 't Welk doende, Uw Ed. Dw. Dienaar, Leiden, 8 Februari 1888. A. Van den Dop Jr. N°. 27. Leiden, 1G Februari 1888. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de stukken betrekkelijk de benoeming van een lecraar in de Franschc taal aan het Gymnasium ter vervulling van de vacature ontstaan ten gevolge van het bij Raadsbesluit van 27 October jl. aan den heer A. N. Clatier verleend eervol ontslag. Door Curatoren van het Gymnasium wordt in overweging gegeven den heer E. F. Borle te Arnhem lijdelijk te benoemen en wel voor den tijd van cén jaar, waartegen bij den Inspecteur der Gymnasia geene bedenking bestaat. Onder mededeeling dat ook ons College zich met dit voorstel kan vereenigen geven wij U in overweging alsnu tot eene benoeming voor den tijd van één jaar over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 28. Leiden, 7 Februari 1888. In onze handen zijn gesteld de stukken betreffende den aankoop van het Notarishuis, den bouw van eene school derde klasse, de ver bouwing van den Burg en de verhuring hiervan aan de Notarissen Wij wenschen uit te gaan van de veronderstelling dat de school- bouw noodzakelijk, het schoolplan aannemelijk en hel terrein van het Notarishuis het meest geschikt is, en enkel het streng financiccle deel der voordracht te behandelen. In de eerste plaats zij dan de vraag gedaan, of bij de ontworpen overeenkomst met de Notarissen het belang der gemeente genoegzaam in het oog is gehouden? O. i. zou hierover twijfel kunnen rijzen in twee opzichten. Vooreerst wat betreft den koopprijs voor het Notaris huis te betalen. Naar het ons voorkomt kan de waarde van dit per ceel, sinds den aankoop daarvan door de Notarissen, niet zooveel in waarde gestegen zijn, als de kosten van verbouwing bedragen en zou dus naar de ontworpen overeenkomst de gemeente het gebouw koopen boven de waarde. In de tweede plaats wat den huurtermijn van den Burg betreft, met name de bepalingen van art. 5 van het ontworpen contract, die aan de Notarissen aan den eenen kant een recht van optie voor bijna 30 jaren geven en hun aan den anderen kant toeslaan ook binnen den eersten huurtermijn het contract van 18 maanden tot 18 maan den op te zeggen en wel in dier voege, dat zij indien de opzegging na de eerste 10 jaren geschiedt, tot gcenerlei vergoeding deswege gehouden zijn. Ook deze bepaling komt ons zeer bezwarend voor. Eindelijk de slotbepaling, dat alle kosten van het contract komen ten laste der gemeente, schijnt ons niet geheel in overeenstemming met het toch zeker niet betwiste feit, dat de overeenkomst is in beider belang, in dat der Notarissen zoowel als in dat der gemeente. Wij maken deze opmerkingen niet om op grond daarvan het sluiten der overeenkomst te ontraden, maar om het Dagelijksch Bestuur aan leiding te geven, toe te lichten waarom het heeft gemeend in deze ongunstige voorwaarden toe te stemmen. Daardoor kunnen wellicht bedenkingen worden opgelost, die onge twijfeld zoowel bij verschillende Raadsleden als bij onze commissie zijn gerezen. Ten tweede een woord over de voorgestelde wijze om de kosten der schoolstichting te dekken. Ons medelid de heer Van Hamel heeft gemeend zich kiesheidshalve van deel neming aan ons advies te moeten onthouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1888 | | pagina 1