GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
105
INGEKOMEN STUKKEN.
N°. 255.
Leiden, 1 December 1887.
Krachtens het besluit regelende de heffing van schoolgeld voor de
leerlingen van het Gymnasium en de Iloogerc Burgerschool voor jon
gens en voor meisjes (Gemeenteblad n°, 1 van 1887) is ook wanneer
leerlingen in den loop van den cursus tot de school worden toegela
ten of de school verlaten het schoolgeld over den geheelen cursus
verschuldigd, tenzij de Gemeenteraad in bijzondere gevallen bepaalt
dat het schoolgeld eerst zal ingaan met hel kwartaalwaarin de toe
lating, of slechts verschuldigd zal zijn tot het einde van het kwartaal
waarin bet vertrek van den leerling plaats heeft. Bij toelating van
een leerling tot de school of vertrek in den loop van den cursus
zal derhalve in allen gevalle op welk tijdstip dit ook plaats hebbe,
minstens een vol kwartaal schoolgeld verschuldigd zijn, zoodat aan
nevensgaand verzoek van P. W. Van de Velde, door wien terugbetaling
wordt verzocht van schoolgeld over cenige maanden van het eerste
kwartaal van den loopenden cursus, niet zal kunnen worden voldaan.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressant
te kennen te geven dat de gevraagde terugbetaling van schoolgeld
niet kan worden verleend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Geeft met vcrscbuldigdcn eerbied te kennen; Van de Velde Pieter
Willem, kapitein der Infanterie alhier in garnizoen, dat zijn zoon
Theodoor Hendrik, sedert 4 October de lessen van bet Gymnasium
en zijne dochter Hendrika Agatha Gatharina sedert 1 November die
van de Iloogerc Burgerschool voor meisjes alhier bijwoont.
Dat door ondergeteekende het verschuldigde schoolgeld voor die
beide inrichtingen over het gehcele le kwartaal van liet schooljaar
18871888 is voldaan,
redenen waarom ondergeteekende eerbiedig verzoekt alsnog restitutie
van de te veel betaalde schoolgelden te mogen erlangen voor die maanden,
waarin zijne kinderen niet van dat onderwijs hebben genoten.
't Welk doende enz..
Leiden, 28 November 1887. P. W. Van de Velde, Kapt. d. Inf.
N°. 256. Leiden, 1 December 1887.
Bij nevensgaand adres verzoekt Dr. H. B. Van Rhijn le Katwijk,
ontheffing van de betaling van verschuldigd schoolgeld votjr zijnen
kleinzoon G. J. Pool, wegens overplaatsing van het Gymnasium naar
de Iloogere Burgerschool met 1 December.
Het komt ons voor dat er alleszins termen bestaan om de gevraagde
vrijstelling te verleenen, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging
om daartoe te besluiten en we! wat het Gymnasium betreft voor de
laatste drie kwartalen van den cursus 1887/88 en voor de Iloogerc
Burgerschool voor het eerste kwartaal van dien cursus.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weill, van Leiden.
Aan de Edel-Achtbarcn Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met vcrschuldigden eerbied te kennen, Hendrik Bernardus Van
Rhijn, ffled. Doctor te Katwijk, dat door welwillende toestemming van
Burg. en Weth., zijn kleinzoon Gerardus Jacobus Pool, op verzoek van
zijn vader Dr. J. A. Pool, predikant te Pekalonga op Java, met 1
Dec. als leerling van het Gymnasium is geschrapt en als zoodanig op de
Hoogere Burgerschool is geplaatst.
Dat hij daarom beleefdelijk verzoekt Ip. vrijstelling van uitbetaling
van schoolgeld van de drie laatste kwartalen van den cursus 18871888
op het Gymnasium,
2°. van de betaling van schoolgeld van het eerste kwartaal van de
cursus 18871888 op de Iloogerc Burgerschool, daar deze leerling
juist voor het eindigen van het eerste kwartaal van het Gymnasium
op de Hoogere Burgerschool is overgeplaatst.
't Welk doende,
II. B. Van Rhijn.
N°. 257. Leiden, 2 December 1887.
Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver
gadering in overweging aan mcj. S. F. Spengler eervol ontslag te
verleenen als leerares in de Fransche taal- en letterkunde aan de
Hoogere Burgerschool voor meisjes, met ingang van 1 Februari 1888.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met vcrschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende S.
F. Spengler, dat zij verzoekt eervol ontslagen te worden uit hare be
trekking van leerares in de Fransche taal- en letterkunde aan de
Hoogere Burgerschool voor meisjes alhier, met ingang van 1 Februari
1888.
Leiden, 25 November 1887.
't Welk doende,
S. F. Spengler.
Leiden, 28 November 1887.
Onder terugzending van het adres van mej. S. F. Spengler hebben
wij de eer U te adviseeren, aan den Gemeenteraad voor te stellen,
haar het gevraagde ontslag uit hare betrekking van leerares in de
Fransche taal- en letterkunde aan de Hoogere Burgerschool voor
meisjes, met 1 Februari 1888, te verleenen.
Aan HH. Burg. en Weth.
der Gemeente Leiden.
De Plaatselijke Commissie van Toezicht
op de scholen voor Middelbaar Onderwijs.
II. Kern, Voorzitter.
H. A. Lorentz, Secretaris.
's Gravenhage, 1 December 1887.
In antwoord op Uwe missive van 29 November 1887 n°. 875 heb
ik de eer U te berichten dat tegen het verleenen van bovenbe
doeld eervol ontslag gccne bedenkingen bestaan.
Aan IIH. Burg. en Weth.
van Leiden.
De Inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs.
A. T. Van Aken.
N°. 258.
Leiden, 1 December 1887.
Wij hebben de eer U hierbij over te leggen het verzoek van Jhr.
J. Rammelman Elsevier, om vrijstelling van de betaling van alsnog
verschuldigd schoolgeld voor zijne pupil A. H. De Bruyn Kops, leerlinge
der Hoogere Burgerschool voor meisjes, wegens vertrek uit de gemeente,
alsmede diergelijk verzoek van Dr. E. F. Van Dissel voor zijne dochter,
die blijkens overgelegde geneeskundige verklaring de school om gezond
heidsredenen heeft moeten verlaten.
Er bestaan, onzes inziens, in beide gevallen alleszins termen voor
cene gunstige beslissing, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging
geven aan adressanten vrijstelling te verleenen van de betaling van
schoolgeld, Hoogere Burgerschool voor meisjes, over de laatste drie
kwartalen van den cursus 1887/83.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. Van Leiden.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met hoogachting te kennen: Jhr. Jacques Rammelman Elsevier,
particulier, wonende te 's Gravenhage domicilie kiezende ten kantore
van Notaris Kaiser, te Leiden, als voogd over Anna Henriette De
Bruyn Kops, minderjarige dochter van wijlen de echtelieden de heer
Cornelius Marie De Bruyn Kops en vrouwe Henrietta Johanna Frederika
Kuyper;
dat genoemde vrouwe Henrietta Johanna Frederika Kuyper, te
Leiden, alwaar zij laatst woonachtig was, is overleden den 20 October
1887;
dat die overledene in de plaatselijke belasting te Leiden over het
dienstjaar 1887/88 is aangeslagen tot f GO wegens schoolgeld van
bovengenoemde minderjarige voor liet bijwonen van lessen aan de
Hoogere Burgerschool voor meisjes, op welk bedrag 15 is betaald;
dat die minderjarige echter de Hoogere Burgerschool reeds heeft
verlaten en thans verblijf houdt ten huize van den ondergeteekende.
Reden waarom adressant UEdel Achtbaren beleefdelijk verzoekt op
voormelden aanslag van 60 afschrijving te willen verleenen voor de
nog resteerende termijnen te zamen ten bedrage van 45.
's Gravenhage, 21 November 1887.
't Welk doende enz.
J. Rammelman Elsevier.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met vcrschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende
Elie Francois Van Dissel, dat eene zijner dochters, leerlinge van de
Hoogere Burgerschool voor meisjes alhier, na in dat schooljaar ge
durende één dag onderricht te hebben genoten, de school om gezond
heidsredenen heeft moeten verlaten, zooals blijkt uit de hierbij over
gelegde verklaring van Dr. Nijkamp;
dat hij derhalve verzoekt vrijstelling van de betaling der drie nog
te verschijnen kwartalen schoolgeld.
't Welk doende enz.
Van Uwen Raad de dienstwillige dienaar,
Leiden, 2b November 1887. E. F. Van Dissel.
N". 259.
Leiden, den 31 Dccmber 1887.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede
te deelen dat er bij haar geen bedenkingen bestaan tegen het door
Burg. en Weth. gedaan voorstel tot het doen van af- en overschrijving
op de begrooting, dienst 1887, tot een bedrag van f 1259 ter voor
ziening in de kosten van een afscheidingsmuur van den gedempten
grond der Kool- en Brandewijnsgrachten,
Zij geeft U daarom in overweging den ovcrgclegden staat van af-
en overschrijving tot genoemd bedrag goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad.
De Commissie van Financiën.
N°. 260.
Leiden, 5 December 1887.
Door den heer Dr. A. W. Kroon Jr., is naar aanleiding van het
Raadsbesluit van 17 November jl. een gewijzigd adres ingediend,
welk adres thans mede onderteekend is door de andere heeren die
van het Gymnastieklokaal der Hoogere Burgerschool voor Meisjes
wcnschen gebruik te maken.
Uit dat verzoek blijkt tevens dat het gebruik slechts verzocht wordt
voor den tijd van zes maanden en niet voor een geheel jaar, zoodat wij
ons voorstel van 7 November jl. (Ing. St. n°. 23G) in dier voege
meenen te moeten wijzigen dat de aan de gemeente te betalen som
van 2b tot 12.50 wordt verminderd.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging aan adressanten
de gevraagde vergunning oin van het Gymnastieklokaal der Hoogere
Burgerschool voor Meisjes van November tot Mei te mogen gebruik
maken tot wederopzeggens te verleenen, onder bepaling dat voor het
gebruik jaarlijks aan de gemeente worde betaald een bedrag van
f 12.50, dat de kosten van vuur en licht en de cventueele schade aan
gebouw en meubilair toegebracht door de gebruikers worden vergoed
en verder onder de voorwaarden door ons College vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.