GEMEENTERAAD VAN LEIDEN, 91 N*. 30?. INGEKOMEN STUKKEN. Leiden, 6 October 1887. Ten gevolge van de overdracht van het Delftsche trekpad c. a. aan de provincie Zuid-Holland met 1 Meijl. is de aannemer van het onderhoud, J. Vaïr- Ulden, door wien dit bij proces-verbaal van 9 Maart 1885 was overgenomen voor 5 jaren van 18851889 voor 238 'sjaars, met 1 Mei jl. van zijne verplichtingen ontheven. Met liet oog op de vele werkzaamheden die vóór de overdracht van het pad aan de provincie moesten worden verricht verzoekt de aannemer eenige vergoeding boven hetgeen over de eerste vier maan den van dit jaar is uitgekeerd, zijnde één derde van de aannemings som, vermits wanneer geene overdracht had plaats gehad, hem die gelden over het volle jaar zouden zijn uitgekeerd en daardoor de meerdere uitgaven in de eerste vier maanden zouden zijn gedekt. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat er redenen van billijkheid zijn voor eene gunstige beschikking op het verzoek, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven ons te machtigen aan adressant, ter tegemoetkoming in de gedane uitgaven een bedrag van 39.60 uit te keeren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Wel Ed. aeht. HH. Burg. en Weth. van de Gemeente Leiden. 13e ondergetcckende als laatste aannemer van het onderhoud van het Delftsche Jaagpad geeft eerbiedig ten verzoeke dat hij in de laatste maanden van onderhoud zulk een groote massa vrachten puin, koolasch enz. voor het onderhoud op het bovengenoemd pad bezorgd heeft met het oog dat het pad in overgang zou gaan en ook er op had mogen rekenen op een half jaar van de aannemingsom en het bij het ontvangen van den laatsten termijn hein nu gebleken is dat er niet meer uitbetaald werd dan de laatste vier maanden, U eerbiedig verzoekende in overweging te nemen op grond van billijk heid dat hem worde uitbetaald wat hem op een half jaar van de aannemingsom niet is geworden. Uwe gunstige beschikking te gemoet ziende, J. Van Ulden. Laatste aannemer van het Delftsche Jaagpad. Leiden, 4 October 1887. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. Van Ulden, laatstelijk aannemer van het onderhoud der werken van het Delftsche Jaagpad, te berichten, dat het meeste werk, waartoe hij verplicht was, vereischt wordt in de eerste maanden van het jaar, door de schade die zoogenaamde palingvisschers aan het pad veroor zaken en de billijkheid medebrengt den genoemden aannemer voor verhooging van Volgn. 137, Kosten van het aanschaffen en onder houden van schoolmeubelen der begrooling voor dit jaar met ƒ300, te vinden door afschrijving van dat bedrag van den post voor On voorziene Uitgaven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 31©. Leiden, 13 October 1887. Na overleg met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan Gebroeders Smittenaar vergunning te verleenen om een spoelstoep te leggen in de Zijlsingelgracht voor hunne aan den Zijlsingel liggende woningen, mits tot wederopzeggens, onder toezicht van den Gemeente-Architect, na verkregen vergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland en tegen betaling van het recht bepaald bij art. 3 n°. 20 van het tarief, vastgesteld den 5en Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der gemeente Leiden. De ondergeteekenden geven met verschuldigden eerbied te kennen aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden, hun verzoek, om in de Singelgracht van den Zijlsingel een spoelstoep te plaatsen, tot gerief der bewoners in de aan ondergeteekenden toebehoorende per- ceelen in de Waardstraat aan den Zijlsingel. Daar ondergeteekenden al reeds van Rijnland vergunning hebben, hopen zjj ook van U een gunstige beschikking te vernemen. Leiden, 1 October 1887. Gebroeders Smittenaar. N°. 811. Leiden, 13 October 1887. drag van ƒ39.66, gelijk staande met een zesde gedeelte der jaarljjksche aannemingssom. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van den heer Teng- bergen om vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor zijne dochter Christina Deliana, vroeger leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, hebben wij de eer U mede te deelen dat bljjkens in gesteld onderzoek de dochter van adressant op 28 September jl. de school heeft verlaten, daar volgens geneeskundig advies verandering van lucht voor haar wenschelijk was, terwijl zij gedurende den af- geloopen cursus wegens ongesteldheid herhaaldelijk de lessen heeft moeten verzuimen soms weken lang en ook in de afgeloopen maand om dezelfde reden meermalen de lessen niet heeft kunnen bjjwonen. Eene geneeskundige verklaring is door adressant ingediend en bij de stukken gevoegd. Het komt ons voor dat er in dit geval termen zijn tot toepassing van de betrekkelijke bepaling van het Raadsbesluit van 14 October 1886 (Gemeenteblad n°. 1 van 1887) regelende de heffing van school geld voor deze school, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven aan adressant vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over de laatste drie kwartalen van den cursus 1887/1888. N°. 308. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 28 October 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn Oct. 6.15-8.— 6.15—8.30 6.15—8.30 6.15—8.30 6.15—8.15 6.15—8.30 6.15—8.30 16.7 16.8 16.5 16.7 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.5, 17.4, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van der Horst. N°. 30». Leiden, 13 October 1887. Ten gevolge van de overplaatsing met 1 October jl. van een 45-tal leerlingen van de school 4de klasse nc. 1, naar de school 4de klasse n° 2 in verband met eene onlangs gemaakte wgkverdeeling voor deze 'scholen, is het aantal banken in laatstgenoemde school voor handen, niet voldoende om aan alle leerlingen behoorlijk plaats te verschaffen. Voorloopig is hierin voorzien door de tijdelijke plaatsing van eenige oude banken welke nog beschikbaar waren. Op den duur zijn deze banken echter niet geschikt evenmin als een deel van die welke in de school aanwezig waren, de laatste wegens hare grootte, de eerste wegens hare inrichting. Uit dien hoofde is de aanschaffing noodig van een 25-tal banken nieuw model, waarvan de kosten bedragen 300. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien na overleg met de Commissie van Fabricage in overweging ons tot de aanschaffing dier banken te machtigen en de vereischte gelden beschikbaar te stellen door Aan HH. leden van den Gemeenteraad te Leiden. Geeft met den meesten eerbied te kennen: F. W. J. II. Tengbergen te Leiden, wonende Oude Vest, wijk 6 N°. 85a; dat ten gevolge van voortdurende ongesteldheid, zijn kind, genaamd Christina Deliana, onderwijs genietende op de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, deze gemeente heden heeft moeten verlaten en gedurende dit dienstjaar niet meer van het onderwijs op genoemde school ge bruik zal maken; Weshalve hij beleefd verzoekt hem te ontheffen van den aanslag, voor zooveel dit kan worden toegestaan. 't Welk doende enz., Leiden, den 29 September 1887. Tengbergen. NJ. 313- Leiden, 17 October 1887. Krachtens art. 7 der Verordening van 11 November 1880 be palende het getal der scholen voor openbaar lager onderwijs enz. (Gemeenteblad n°. 3 van 1881) wordt op de scholen der derde en vierde klasse, indien het getal leerlingen niet meer dan 400 bedraagt, het hoofd der school bijgestaan door één eersten onderwijzer en door minstens negen onderwijzers of onderwijzeressen. Met het oog op het gering aantal leerlingen zijn tot dusverre aan de school 4e klasse n°. 2, slechts werkzaam negen onderwijzers, met inbegrip van den eersten onderwijzer en zijn de hoogste vier klassen ^Ten'gevolge van eene onlangs vastgestelde wijk verdeeling ook voor de scholen 4e klasse zijn een 40-tal leerlingen van de school n°. 1 naar de school n°. 2 overgeplaatst, waardoor het thans noodig is ge worden, overeenkomstig de bovenaangehaalde bepaling der verorde ning, tot de aanstelling van een tienden onderwijzer over te gaan, waardoor aan het bezwaar van de samenvoeging van de hoogste vier klassen kan worden te gemoet gekomen. Wij hebben mitsdien de eer aan Uwe Vergadering hiernevens de volgende voordracht voor de benoeming van een derden onderwijzer aan de school 4e klasse n". 2, aan te bieden, welke voordracht is opgemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, terwijl het advies van het hoofd der school met de overige betrekkelijke stukken in de Leeskamer is nedergelegd: 1°. J. Van Bladel, adspirant onderwijzer aan de jongensschool 2e klasse 2°. G. Schretlen, adspirant onderwijzeres aan de school 3e klasse n°. 1. 3°. P. n«. 1. Schreuder, adspirant onderwijzer aan de school 4e klasse Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. het laatste daarvan te gemoet to komen. J/uni in vorWnuii non ha. 7 8 7 8 7 8 8 17.5') 17.4 17.4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1