GEHKEM'SBAAD VAN LKIOIN.' 77 INGEKOMEN STUKKEN. N°. 178. Leiden, 3 September 1887. Onder overlegging van nevensgaand adres geven wij Uwe Vergadering in overweging aan H. A. Galkoen, wegens vertrek uit de gemeente met 1 September restitutie te verleenen van betaald schoolgeld voor een zoon, leerling der Jongensschool le klasse, over de maand September tot een bedrag van 5. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Hendrik Albertus Calkoen, Ridder Mil. Willemsorde 4e kl., kapitein bij het regiment Grena diers en Jagers; dat hij bij Z. Ms. besluit van den 17en Augustus 1887 van het 4e Regiment lnf. is overgeplaatst bij het Regiment Grenadiers en Jagers; dat zijn oudste kind leerling is op de Jongensschool le kl. enden len September a. s. deze gemeente gaat verlaten; dat voor hem het verschuldigde schoolgeld voor het bezoeken dier school over het 3e kwartaal ten volle is betaald; dat hij nochthans meent, op grond van art. 2 der Verordening van den Hen November 1880 (Gemeenteblad n°. 9 van 1882), aanspraak te kunnen maken op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld. Redenen waarom hij tot Uwe Vergadering het eerbiedig verzoek richt, hem wel teruggave te willen verleenen, van hetgeen door hem c. q. over het loopende kwartaal le veel werd betaald. 't Welk doende, Leiden, 31 Augustus 1887. H. A. Calkoen. N°. 179. Leiden, 23 Augustus 1887. In de zitting van 20 November 1884 werd besloten de toelage aan de waagwerkers van 240 met t 280 te verhoogen en alzoo te bepalen op 320 en zulks voor den tjjd van drie jaren onder voor waarde dat door hen vóór 1 Februari 1885 zoude worden aangeschaft en in dienst gesteld een geschikte wagen voor het vervoer van levend vee ten genoege van ons College, aan welke voorwaarde door de waagwerkers is voldaan. Krachtens het aangehaald Raadsbesluit zoude alzoo de verhooging der toelage ad ƒ280 met het jaar 1888 moeten vervallen. Intusschen hebben de waagwerkers bij het hiernevens gevoegd gemotiveerd adres verzocht deze bestaande toelage te willen handhaven en daarbij aan getoond dat deze met bet oog op de uilgaven ten laste hunner corpo ratie komende bezwaarlijk kan worden gemist. De gedurende drie jaren verstrekte toelage is geheel besteed aan materiaal voor het vervoer van vee en goederen, terwijl thans behoefte bestaat aan een tweede wagen. De oorspronkelijke toelage ad 240 is in der tijd verstrekt voor het vervullen van eenige werkzaamheden als het op- en afzetten der gewichten op de schalen, het wegen van boter enz. en het schoon houden van de straat aan het Waaggebouw, vermits de waagwerkers geenerlei bezoldiging genieten uit de gemeentekas. Wij zijn van oordeel dat de verhooging van de toelage in 1884 met het oog op de geringe verdiensten dringend noodig was en dat er alleszins termen be staan die verhooging te bestendigen, ten einde de waagwerkers in staat te stellen hetgeen voor de uitoefening van hun vak benoodigd is in goeden staat te houden, daar het ongetwijfeld in het belang is van het publiek dat aan de Waag steeds geschikt personeel met doel matige werktuigen beschikbaar zij. Ook in verband met het aantal waagwerkers (8) dat voor den dienst noodig is, kan de toelage voorzeker niet te hoog worden geacht. Uit dien hoofde geven wij Uwe Vergadering in overweging de boven bedoelde toelage te bestendigen en zulks tot wederopzeggens. Mocht het later blijken dat ook zonder de toelage van 280 in de behoefte behoorlijk kan worden voorzien, dan kan tot de intrekking daarvan worden overgegaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Wei-Edele Achtb. HH. Burg. en Weth. en HH. leden van den Raad. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de gezamenlijke werkers der Stadswaag te Leiden. Dat zy, vooral met het oog op den naderenden winter dringend behoefte hebben aan één tweede wagen tot vervoer van goederen, vee, enz. enz. Dat mede, om der concurrentie het hoofd te kunnen bieden, en hiermede begunstigers naar behooren, en eenigszins volgens de eischen des tijds te kunnen bedienen, zij hunne tweewielde wagens tot vervoer van boter en kaas noodzakelijk moeten doen veranderen en vernieuwen. Redenen waarom zij zich met voorschreven eerbied tot de Verga dering Uwer Edel-Achtbare wenden, met beleefd doch dringend ver zoek de hun verleende gunst, waarin zij van af 1884 deelden, nog wel te willen bestendigen, niet alleen tot voorziening in de voor- schrevene dringende behoeften, maar ook in die van hun talrijk huis gezin. In de hoop en met het volste vertrouwen, dat U Wei-Edel Achtbare Heeren, hun verzoek, wel in gunstige overweging zullen nemen ver blijven zij; Hoogachtend, Uwer Wei-Edel Achtbare Onderdanige Dw. dienaars, Leiden, 18 Augustus 1887. De Hoofdlieden der Stadswaag, J. Olivieb. J, Van Gent. Aan de Wei-Edel Achtb. H1I. Burg. en Weth. en HH. leden van den Raad. Wij ondergeteekende gezamenlijke stadswaagwerkers der gemeente Leiden Verklaren bij deze, dal de gelden welke door U Wei-Edel Achtbare Heeren, voor den tijd van drie jaren (zijnde twee honderd en tachtig 'sjaars) aan ons zijn verstrekt geworden, op de volgende wjjze zijn besteed en afgestaan. le Voor het aanschaffen van een vervoerwagen voor vee, goederen enz. enzf 400.00 2e Voor het verkoopen en weder aankoopen van een ge schikter werkpaard100.00 3e Voor het aankoopen van een tweede werkpaard ge durende den winter, alsmede een nieuw tuig, twee dekkleeden en één teer of dekkleed lot vervoer van wol of andere goederen bij ongunstig weder 140.00 4e Dat wij in April zijn overgegaan tot het verkoopen van beide oude paarden en daarvoor in deszelfs plaats gekocht een jong en sterk paard, hetwelk weder eene uitgave vor derde van 200; 200.00 Waarop is afbetaald een termijn van 70.00, zoodat er nog moet betaald worden 130.00, welke gelden op 1 Januari 1888 zullen worden afbetaald Zjjnde te samen 840.00 die door overlegging van kwitantiën op de twee laatste termijnen na kunnen overlegd worden. De Hoofdlieden der Stadswaag, Leiden, den 18 Augustus 1887. J. Olivier. J. Van Gent. N°. ISO. Leiden, 2 September 1887. Ter vervulling van de vacaturen, die met 1 October e. k. in ons College ontstaan door de periodieke aftreding van de heeren: I. Prof. Dr. A. Kuenen; II. J. J. Cornelissen; hebben wij de eer U, ingevolge art. 28 der Verordening van 5 Juni 1879, betreffende de inrichting en het Bestuur van het Gymnasium (Gemeenteblad N®. 3) de volgende aanbevelingslijsten van 2 personen te doen toekomen. Prof. Dr. A. Kuenen; C. P. Tiele; Prof. Dr. J. J. Cornelissen; J. Van Leeuwen Jzn. 1. 12 Aan den Gemeenteraad van Leiden. Curatoren van het Gymnasium, P. L. Rijke, Vice-President. J. S. Van Doorn, Secretaris. N°- 181. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 28 Augustus—3 September 1887. N° Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Standkaarsen. 1 Aug. 28 7.9.— 7 17.7*) 2 29 7.9.— 8 17.4 3 30 7.9.— 7 17.4 4 31 7.9.15 8 17.2 5 Sept. 1 7.9.— 7 17.7 6 2 7.9.15 8 17.8 7 3 7.9.15 8 17.7 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.7, 17.4, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van der Horst. N®. 188. Leiden, 6 September 1887. De Commissie van Finantiën heeft de eer U te berichten, dat zij de navolgende rekeningen, dienst 1886, heeft onderzocht: le Van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis, ih ont vangst en uitgaaf tot een bedrag van f 3363.36. 2e Van het Roomsch Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis, in ont vangst a 18951.46®, in uitgaaf a ƒ18941.12, alzoo sluitende met een batig saldo van 10.34s. 3e Van het Roomsch Katholiek Armbestuur in ontvangst tot een bedrag van f 9371.80, in uitgaaf tot een bedrag van f 9570.56, alzoo sluitende met een batig saldo van f 1.24. Aangezien de Commissie geene bedenkingen heeft tegen deze rekeningen, stelt zij U voor die goed te keuren, onder bepaling dat van de batige saldo's der twee laatste rekeningen in de eerstvolgende rekening en verantwoording zal behooren te worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Finantiën. N°. 188. Leiden, 12 September 1887. Door het Bestuur der Practische Ambachtsschool is bij nevensgaand schrjjven verzocht het jaarlijksch subsidie uit de gemeentekas van ƒ2500 met 1500 te verhoogen, op grond dat de jaarljjksche inkom- 8 9 8 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1