GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 67* N'. 158. INGEKOMEN STUKKEN. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 1723 Juli 1887. N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. St 1 Juli 17 7.30—9.30 7 17.5') 2 18 7.30—9.15 8 18.0 3 19 7.30—9.15 7 17.4 4 20 7.30—9.15 8 17.2 5 21 7.30—9.15 7 17.7 6 22 7.30—9.15 8 17.4 7 23 7.30—9.30 8 17.7 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt, in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.5, 18.0 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van der Horst. H°- 15®. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 24-30 Juli 1887. N*. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarscn. 1 Juli 24 7.30-9.15 7 17.7') 2 25 7.30—9.30 7 17.8 3 26 7.30—9.30 8 17.7 4 27 7.30—9.15 7 17.4 5 28 7.30-9.15 8 17.7 6 29 7.30—9.15 8 17.4 7 30 7.30—9.30 8 17.4 Dit beteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1, met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte geljjk staat met 17.7, 17.8, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek D. Van der Horst. N'. lOft Leiden, den 31 Juli 1887. Overeenkomstig de bepaling van art. 219 der Gemeentewet hebben wjj de eer aan Uwe Vergadering over te leggen de rekening en ver antwoording der inkomsten een uitgaven dezer gemeente over het jaar 1886 met de daarbij behoorende bescheiden die ons volgens art. 115 dier wet door den ontvanger op den 14en Juli 1887 ter hand zjjn gesteld. Naar aanleiding daarvan nemen wij de vrjjheid U tot toelichting dezer rekening mede te deelen, dat de gelden welke bij het sluiten der gemeente-rekening over het jaar 1885 ter voldoening van de kosten wegens geleverde keien ad 4897.53, van de achterstallige coupons der aangegane geldleening ad 114 en van de nadeelige sloten der trekpaden sedert 1884 ad ƒ5810.57 onbetaald waren ge bleven en waarvan de betaling bij besluit Uwer Vergadering in dato 26 Augustus 1886 goedgekeurd den 14/16 September d. a. v. tenlaste van den post «Onvoorziene Uitgaven" der begrooting van 1886 was aangewezen, thans zijn voldaan en verantwoord onder volgn. 184 van hoofdstuk XI met uitzondering evenwel eener som van f 3000 waar van de verrekening niet heeft kunnen plaats vinden, vermits het be slag op die gelden gelegd nog niet is opgeheven en van een som ad f 2 ter zake van eene niet ingewisselde coupon, n#. 487i. Vervolgens deelen wjj U mede: a. dat tot dusverre van de onder volgn. 106a toegestane gelden ad f 10000 voor aanvulling van het kapitaal der gemeente in de Stads bank van leening slechts over een bedrag van f 4000 is beschikt, zoodat Commissarissen dier instelling alsnog over f 6000 kunnen be schikken. b. dat op volgn. 162 alsnog te betalen valt ecne som van f 182 wegens in te wisselen coupons verschenen 1 Juli 1886 en 1 Januari 1887, uitmakende met de nog in te vorderen coupon n'. 487i ad /2 een bedrag van f 184. c. dat zooals reeds boven is gemeld de voldoening alsnog moet plaats hebben van 3000 wegens geleverde straatsteenen op welk bedrag bij deurwaarders exploit van 3 Januari 1885 beslag is gelegd en de opheffing daarvan nog niet heeft plaats gehad. d. dat bij Raadsbesluit van 27 Januari 1887 de voor kapitaal be legging bestemde gelden zijn aangewezen tot gedeeltelijke dekking van de uitgaven, wegens het dempen der Zijd- Kool- en Brandewijns grachten, voor het aan de Bank van Leening verstrekt kapitaal en eindelijk voor den aanleg van stralen enz. op het terrein der Leidsche Bouwvereeniging aan de Haverzaklaan. Vermits die uitgaven te zamen bedragen f 30250 en de voor be legging bestemde gelden f 10998.50, is van bet beschikbaar bedrag der 4 pCt. geldleening moeten worden afgeschreven/"19251.50, zoodat daarvan overblijft een bedrag van f 38975.57. De onder litt. ac. genoemde bedragen, hoezeer in de begrooting voor hel dienstjaar 1886 begrepen, konden evenwel vóór het sluiten der gemeenterekening van dat jaar niet worden vereffend. Dienten gevolge leggen wij hierbij ter vaststelling over eene suppletoire be grooting strekkende om een bedrag van f 9184 te vinden uit het gedeelte van het vermoedelijk beschikbaar overschot van den dienst 1886 en het artikel «Onvoorziene Uitgaven" der begrooting voor 1887 met genoemd bedrag te verhoogen, alsmede een staat bedoeld bjj art. 14 der voorschriften betreffende de gemeenlerekening, om bedoelde uitgaven rechtstreeks uil den alsdan verhoogden post van onvoor ziene uitgaven te voldoen en tevens mede ter vaststelling aan te bieden een suppletoire begrooting, ten einde op den dienst 1887 over te brengen de som van f 38975.57 die, zooals reeds onder letter d is medegedeeld, van de geldleening alsnog beschikbaar is voor even- tueele uitgaven, die uit buitengewone ontvangsten moeten worden gevonden. Ter opheldering van het verschil tusschen de eindcijfers der be grooting en die van de rekening zij verder het volgende opgemerkt. Beginnende met de ontvangsten blijkt dat minder is ontvangen eene som van f69072.70, daar het totaal bij de begrooting is ge raamd op de som van f 744920, welke som evenwel krachtens Raads besluiten van 4 Maart, 29 April, 22 Juli, 26 Augustus, 23 December 1886 en 16 Juni 1887 goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland den 16 Maart, 18 Mei, 3 Augustus, 14 September 1886, 4 Januari en 21 Juni 1887 is verhoogd meteen bedrag van/115608.17 en alzoo gebracht op t 860528.17, terwijl werkelijk is ontvangen de som van 791455.47. De posten, waarop minder ontvangen is dan de daarvoor op de begrooting geraamde sommen, bestaan in de navolgende, als: Volgn. 6. Plaatselijke directe belastingf 12260.09 Hiervoor is op de begrooting geraamd. 144500. Vermeerderd met 5 pCt. voor kwade posten 7225. Zoodat geheven moest wordenf 151725. Het totaal cjjfer van het kohier bedraagt slechts139852.21 dus minder dan geheven moest worden f 11872.79 In ons rapport van 16 Aug. 1886 n*. 209 werd mede gedeeld dat van de Duinwater Maatschappij als aandeel der gemeente in de winst op een bedrag van f 6000 kon gerekend worden, terwijl de meerdere winst der Gasfabriek dan waarop bij de vaststelling der begrooting was gerekend, zonder bezwaar op gelijk bedrag kon worden geraamd, zoodat het bij plaatselijke directe be lasting te heffen bedrag met t 12000 kon worden ver minderd. Volgn. 9. Opbrengst van brug- kaai- haven- kraan- sluis- dok- boom- en veergelden Vermits de scheepvaart in het begin van het jaar ten gevolge van de vorst is gestremd geweest, toonen de ontvangsten te dezer zake een vermindering aan. Volgn. 13. Leges en voordcelen der Gemeente-Secre tarie, alsmede voor verrichtingen van den ambtenaar van den Burgerlijken Stand, volgens art. 5 der wet van 23 April 1879 (Stbl. n°. 72) Volgn. 17. Opbrengst van schoolgeld van de Bewaar school Volgn. 18. Ontvangsten wegens het bezichtigen van het Museum van Oudheden in de Lakenhal Doordien het Museum niet zoo druk bezocht is ge worden als het vorig jaar zijn de entréegelden onder de raming gebleven en aangezien slechts enkele exem plaren meer van den catalogus voorhanden waren is de opbrengst daarvan zeer gering geweest. In 1885 be droegen de entréegelden 421.20 en wegens verkoop van catalogi 35.70, terwijl in 1886 ter zake is ontvangen f 352.50 en f 6.05. Volgn. 19. Opbrengst van collegegeld van de inrichting tot opleiding van Oost-Indische ambtenaren Tengevolge van het minder aantal leerlingen op deze inrichting in verband met de geringere behoefte aan ambtenaren in Indië is de opbrengst der schoolgelden beneden de begrooting gebleven. Volgn. 21. Vergunningsrecht voor de uitoefening van den Kleinhandel in Sterken drank Door de herziening van de verordening waardoor zjj in overeenstemming is gebracht met de bepaling van art. 6 der wet, dat het vergunningsrecht niet lager mag zijn dan 5 en niet hooger dan 12.50 voor elke f 50 huurwaarde of gedeelte daarvan is uit den aard der zaak de opbrengst eenigermate verminderd. Volgn. 22. IJkloon op de batervaten Volgn. 25. Opbrengst van den houthak Hiervoor is geraamd f 50, terwjjl geene ontvangsten hierop hebben plaats gehad. Volgn. 28. Pacht van de Visscherij de laatstgehouden verpachting van het vischrecht in de Vroonwateren is een mindere huurprijs verkregen. De vroegere pachtsom bedroeg f 2005 'sjaars, terwjjl thans 1136 per jaar is bedongen. Volgn. 29. Ontvangsten resultaat van een afzonderlijk beheer als b Gemeente-apotheek Volgn. 30. Baggeren in de wateren de gemeente toe komende 148.67} 2.85 10.55 91.45 880.— 267.44 5.06 50.— 888, —81} 42.— 9 9 9 9 9 9 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 1