tralie van een nabij die lantaarn in den grond te plaatsen drogen gasmeter, welke op de gewone voorwaarde in huur kan worden verstrekt. L)e kosten van aanleg inclusieflevering van de lantaarn en lantaarnpaal, brander en regulateur zullen p.m. ƒ100 bedragen. Aan Burg. en Weth. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek, van Leiden. Ui0. 129, Leiden, 16 Juni 1887. Ingevolge art. 2 der Verordening houdende Reglement voor de Bank van Leening (Gein. blad n". 0 van 1874) wordt hiernevens aangeboden een in alphabclische orde gestelde voordracht voor de benoeming van cencn Commissaris van genoemde instelling, ter vervulling van de vacature wegens de periodieke aftreding van Mr. J. T. Buys op 1 Juli a. s. als: Mr. J. T. Buys, Mr. II. Van der Hoeven, Mr. S. Le Poole. Aan den Gemeenteraad Burg. en Weth. van Leiden. K°. 13©. Leiden, 16 Juni 1887. Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te geven om evenals vroeger te besluiten dat ook voor het aanstaande jachtseizoen, dat aanvangt voor 2b Juli a. s., permissien zullen worden uitgereikt voor het jagen naar waterwild op de Vroon wateren legen betaling van ƒ6 per stuk. In 1886 is voor bedoelde permissien ontvangen een bedrag van 150, vermits 25 permissien zijn uitgereikt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 131. Leiden, 16 Juni 1887. Op de begrooting voor dit jaar zijn voor buitengewone ver nieuwingen van straten geen gelden uitgetrokken zooals op vorige begroolingen o. a. voor de jaren 1884, 1885 en 1886 is geschied; Hiervan is het gevolg dat geen voldoend aantal oude steenen beschikbaar is om voor de herstelling van minder drukke straten te worden gebruikt, terwijl voor de bestrating van de gedempte Zijdgracht een groot aantal steenen gevorderd wordt. Volgens bericht van de Commissie van Fabricage zal alsnu voor dit jaar behoefte zijn aan 40000 keien en 40000 klinkers, waarvan de kosten van aanschaffing worden geraamd op f 2500, zijnde het arbeids loon voor de verwerking daarvan beschikbaar op den gewonen post Dag- en Weekloonen der stadswerklieden. Ten einde alsnu in de bestaande behoefte aan herstelling van enkele stralen te kunnen voorzien geven wij Uwe Vergadering in overweging den post Onderhoud van straten en pleinen Volgn. 90 van de begrooting voor dit jaar met 2500 te verhoogen, te vinden door afschrijving van dat bedrag van den post voor Onvoorziene uitgaven. De slaat van af- en overschrijving wordt hierbij ter vaststelling aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. W°. 138. Leiden, 16 Juni 1886. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hierbij over te leggen een voorstel van Commissarissen der Gasfabriek en een rapport der Commissie van Fabrige betrekkelijk de afbraak van eenige aan de gemeente be- hoorende perceelen in verband met eene vergrooting van het cokes- terrein. Vermits tegen de voorgestelde uitbreiding van het cokesterrein geen bezwaar bestaat, geven wij U in overweging; 1°. te verklaren dat eene strook der Oostvolmolensteeg, lang 32.5 meter en breed 1.14 meter ter grootte van 37 centiaren grenzende aan het terrein der Stedelijke Gasfabriek, niet meer voor den openbaren dienst bestemd is; 2". Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek te machtigen tot afbraak van de in het rapport aangeduide perceelen en tot inneming van het sub 1" omschreven gedeelte der Oostvolmolensteeg. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 11 Juni 1887. Bij Raadsbesluit van 28 April 1887 werden Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek gemachtigd de op hun voorstel door de gemeente gekochte woningen, staande op de Langegracht Noordzijde N°. 104, 106 en 108 af te breken, tot uitbreiding van het cokesterrein. Alvorens daartoe over te gaan zouden Commissarissen gaarne ge machtigd worden de perceelen N®. 2, 4 en 6, kadastraal bekend Sectie B N®. 2164/66 staande in de Oostvolmolensteeg, en eveneens eigendom der gemeente, af te brekenterwijl zij het daardoor vrijkomend terrein, zoo mogelijk nog eenigszins uitgebreid zouden wenschen, ten einde vooral bij de wintercampagne het opstuwen der cokes bij nacht en ongunstig winterweder den stokers te vergemakkelijken. Aan deze behoefte kan zonder veel bezwaar voldaan worden, indien Uwe Vergadering hare commissie wil machtigen bij het terrein een strook gronds langs 32.5 meter en breed 1.14 meter van de Oost volmolensteeg nagenoeg evenwijdig aan de thans bestaande rooilijn te trekken, zooals een en ander op het bijgaande plan nader in blauw is aangeduid. De tegenwoordige steegbreedte is 5.51 meter en wordt dus, na de plaatsing van den aangegeven steenen ringmuur, welke eene hoogte zal hebben van 2.85 meter, breed 4.37 meter; levens wordt aan de zijde van de Langegracht een volkomen symetrisch geheel verkregen, en kan aldaar een toegang voor het cokes, afhalend pukliek gemaakt worden. Op bijgaande teekening is ook een aanzicht gegeven van dat front aan de Langegracht, en Commissarissen verzoeken U dus: 1®. machtiging te verleenen tot afbraak van perceelen N'. 2, 4 en 6; 2°. een strook gronds groot 37 centiaren af te staan aan de gas fabriek en aan den openbaren dienst te onttrekken. Aan den Gemeenteraad. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek, van Leiden. Leiden, 14 Juni 1887. De Commissie van Fabricage heeft de eer te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der door HH. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek gevraagde vergunning; I®. om de perceelen in de Oostvolmolensteeg op de Langegracht, Wijk 5 N®. 5 Straat n°. 2, 4 en 6 bij bet Kadaster bekend onder Sectic li n°. 21C4, 2165 en 2166 af te breken en den grond te ver eenigen inet de Gasfabriek. 2®. om een strook der openbare straat in de Oostvolmolensteeg, lang 32.5 Meter en breed 1.14 Meter ter grootte van 37 centiaren, na aan den openbaren dienst te zijn onttrokken te verecnigen met de Gasfabriek, mits door afscheiding met een gemetselden muur, onder toezicht van den Gemeente-architect. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der Gemeente Leiden. 1*°. 133. Leiden. 18 Juni 1887. Bij procesverbaal van verhuring van 1881 is aan H. Geerlings, landbouwer wonende onder Noordwijkerhout, voor den tijd van zes jaren aanvangende I Januari 1882, verpacht het daarin vermelde perceel n°. 4 zijnde de bermen grasgewas gelegen langs de Haarlemmer- trekvaart en wel langs den buitenkant van den Noordwijkerhoek af tot aan de Pilarenbrug en zulks voor de som van f 123 'sjaars te betalen op den 30sten November van ieder jaar. Vermits genoemde pachter op de pachtsom over 1886 door hem verschuldigd slechts ƒ80 heeft voldaan en, niettegenstaande sommatie, in gebreke is gebleven het restant ad 23 te betalen, geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten tot het instellen van eene rechtsvordering tegen den pachter voornoemd en zijne borgen, tot betaling van genoemd bedrag van ƒ23. Het door ons ingewonnen rechtskundig advies is in de Leeskamer ter inzage van de leden nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 14i°. 134. Leiden, 16 Juni 1887. Onder overlegging van nevensgaande stukken geven wij Uwe Ver gadering in overweging vergunning te verleenen aan J. A. De Vries, tot bet leggen van eene brug over de Zoeterwoudsche-Singelsloot en aan D. Pander, om eene loozing te leggen naar de Haarlemmertrekvaart, onder de door de Commissie van Fabricage voorgestelde voorwaarden en wat hel leggen van de brug betreft, behoudens voor zooveel noodig, de toestemming van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland en van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen J. A. De Vries, zee kapitein thans wonende te Rotterdamdat hij voor de te bouwen huizen aan den Soeterwoudschen-Singel Kadaster Sectie A. nummer 2987 een toegangsbrug wenschte te leggen, over de Singelsloot. Waarvoor beleefdelijk de toestemming Uwer Vergadering wordt verzocht. 't Welk doende, J. A. De Vries. Leiden, 14 Juni 1887. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van J. A. De Vries te berichten, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning om een brug te leggen over de stadssloot langs den Soeterwoudschen-Singel, tot toegang naar het perceel, onder de gemeente Soeterwoudc gelegen, bekend onder Sectie A n®. 2987, mits tot wederopzeggens toe, onder toezicht van den gemeente architect, zonder hinder voor de passage en tegen betaling van het recht bepaald bij art. 3 n°. 35 van het Tarief, vastgesteld den 5den Maart 1857 en van de kosten van herstelling der beschadiging van den berm en het pad, alsmede behoudens de voorwaarden bij latere veror deningen door den Gemeenteraad te maken. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage, der gemeente Leiden. Aan HH. Burg. en Weth. der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen D. Pander eigenaar van het perceel aan de Haarleinmerlrekvaart Sectie A n®. 2605, Gemeente Leiderdorp, dat hij voor afvoer van hemelwater van 2 woonhuizen een loozing wenschte te maken, uitloopende in de Haarleramertrekvaart waarvoor hij de toestemming'van Uwen Raad verzoekt. Leiden, den 9 Juni 1887. 't Welk doende, D. Pander. Leiden, 14 Juni 1887. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van D. Pander te berichten dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen der gevraagde vergunning om een loozing uitsluitend voor hemelwater te leggen van zijne woonhuizen aan de Haarlemmertrekvaart naar die vaart, mits tot wederopzeggens toe, zonder hinder voor de passage, tegen betaling der kosten van het herstellen van den weg en berm en van den oever van de vaart, alsmede behoudens de voor waarden bij latere verordeningen door den Gemeenteraad te maken. Aan HH. Burg. en Weth. De Commissie van Fabricage. der gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 2