50 N°. Datum. Uur. Aantal. Gemiddelde Eng. Stnndkaarsen 1 Mei 29 7.45-9.30 7 17.4*) 2 30 7.45-9.30 8 47.3 3 31 7.45—915 7 17.0 4 Juni 1 7.45—9.15 7 16.7 5 2 7.45-9.30 8 16.5 6 3 7.45—9.30 8 16.4 7 4 7.45—9.30 8 16.5 N». |12. Leiden, 2 Juni 1887. Blijkens de Memorie van Antwoord op liet Sectievcrslag omtrent de begrooting voor dit jaar is aan den Minister \an Justitie medege deeld dal in de sectiën van den Gemeenteraad gewezen is op de billijkheid dat voor hel gebruik van het gebouw Gravenstein als Huis van Bewaring door het Bijk cenc zekere huursom aan de gemeente zoude worden voldaan, vermits thans de kosten der Muizen van Bewaring geheel komen ten laste van het Rijk, terwijl de opbrengst der boeten ook wegens politieovertredingcn in 's Rijks schatkist vloeien. L)e Minister voornoemd heeft deze zienswijze gedeeld, waarop om trent de vaststelling van den huurprijs nadere onderhandelingen zijn gevoerd. Lleze onderhandelingen hebben lot den uitslag geleid dat door den Minister een huurprijs van f 500 per jaar is aangeboden, te rekenen van 1 September 1880 tot wederopzegging mits de op zegging één jaar te voren geschiede. Wanneer men in aanmerking neemt dat de kosten van onderhoud in dit geval komen voor rekening van het Rijk, zijn wij van oordeel dat een jaarlijksche huursom van 500 voor dit gebouw billijk kan worden geacht en aarzelen wij niet U de aanneming van het aanbod der Regecring in overweging te geven. Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor ons college te mach tigen het gebouw Gravenstein aan het Rijk te verhuren ten einde te worden gebruikt als Huis van Bewaring voor een huurprijs van f 500 per jaar, ingegaan den len September I8ö6, onder bepaling dat beide partijen bevoegd zijn de huur op te zeggen, mits die opzegging geschiede minstens één jaar te voren en dat het ge woon onderhoud voor rekening komt van het Rijk. Aan den Gemeenteraad. Burg. en VVeth. van Leiden. N°. 113. Leiden, 4 Juni 1887. Evenals andere jaren stellen wij Uwe Vergadering wederom voor de tienden voor den oogst en de jaarschare dezes jaars onder de gemeente Leiderdorp te veld staande, ter vermijding van kosten, onder de hand, tegen taxatie van twee deskundigen, aan de liend- plichtigen af te staan, tenzij deze zich met de taxatie niet mochten vereenigen, in welk geval eene openbare verpachting daarvan het noodzakelijk gevolg zoude zjjn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Welh. van Leiden. Leiden, 6 Jnni 1887. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat wij ons vereenigen met het door Burg en Weth. gedaan voorstel, om de tienden voor den oogst en de jaarschare dit jaar te Leiderdorp te veld staande, gelijk dit in de laatste jaren is geschied, onder de hand aan de tiendplichtigen af te staan tegen den prijs, waarop die door twee deskundigen zullen worden geschat. Wij geven U in overweging dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Ue Commissie van Financiën. N°. 114. Leiden, den 8 Juni 1887. Onder overlegging van nevensgaande stukken, hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat er ook bij ons geen heden- kingen bestaan tegen de inwilliging van het verzoek van H. W. De Koning, om ontslag uit zijne betrekking van derden onderwijzer aan de school 4e klasse n". 2, zoodaf wij U in overweging geven dat ontslag eervol te verleenen, ingevolge zijn verzoek met ingang van 15 Juli a. s. Aan den Gemeenteraad. Nurg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Hendrik Willem De Koning onderwijzer 8e klasse aan de openbare school 4e klasse n°. 2, dat hij wegens zijne benoeming tot onderwijzer 2e klasse aan één der openb. scholen te Amsterdam tegen 15 Juli e. k. eervol ontslag verzoekt uit zijne tegenwoordige betrekking. 't Welk doende enz. Uw zeer onderdanige dienaar, Leiden, 7 Juni 1887. H. W. De Koning. Leiden, 7 Juni 1887. Bij dezen heb ik de eer U te berichten, dat er bij mij geene be zwaren bestaan tegen de voldoening aan het verzoek van den heer H. W. De Koning, onderwijzer 3e klasse aan de openb. school 4e klasse n°. 2, om met 15 Juli a. s. eervol uit zijne betrekking te worden ontslagen. Het hoofd der openb. school 4e kl. n°. 2, J. M. Prins. Aan HH. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 115. Leiden, den 5 Juni 1887. Wij hebben de eer U hierbij over teggen een staal vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de Plaatselijke Directe Be lasting over het jaar 1886, die in dat jaar de gemeente verlieten of overleden zijn, met voorstel om aan die personen gedeeltelijke af schrijving te verleenen, tot een bedrag als in de lie kolom van dien staal is aangewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 9 Juni 4887. De Commissie van Financiën, in wier handen werd gesteld eene lijst van personen, welke in den loop des jaars de gemeente ver lieten of overleden zijn en in de Plaatselijke Directe Belasting over 188(1 waren aangeslagen, heeft de eer Uwe Vergadering in overweging te geven om de door Burg. en Welh. voorgestelde afschrijving te verleenen en wel voor de sommen als in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamenlijk bedrag van f 268.34. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. J o. Leiden, 7 Juni 1887. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten, dat het onderzoek van den staat van af-en overschrijving, en den suppletoiren staat van begrooting, dienst 1886, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis, lot geene bedenkingen heeft geleid. Zij geeft U derhalve in overweging beide staten goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N". 117. Leiden, 4 Juni 1887. Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van beheer, hebben wij de eer U de volgende dubbeltallen voor te dragen, ter vervanging van de leden van ons bestuur buiten den Gemeenteraad die den le Juli a. s. moeten aftreden, zijnde de heeren C. J. Leembruggen, M. W. Jaëger en W. C. Jeltes, welke weder opnieuw benoem baar zijn. U. de heeren C. J. Leembruggen en A. L. De Sturler; 2'. M. W. Jaëger C. J. M. Swaan; 3°. W. C. Jeltes L. C. Quant. Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting, L. Driessen, Voorzitter. Aan den Gemeenteraad Leiden. H. C. Juta, Secretaris. us. Leiden, den 8 Juni 1887. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij de rekeningen van de Stedelijke Gasfabriek over 1886 heeft onderzocht en aangezien dat onderzoek tot geene beden kingen heeft geleid, stelt zij U voor die rekeningen goed te keuren, de exploitatie-rekening in ontvangst tot eene som van f 294765.92 in uitgaaf tot een bedrag van f 267553.07s en alzoo sluitende met een saldo van f 527212.84s en de rekening van het uitbreidings- en ver nieuwingsfonds in ontvangst tot een bedrag van f 14810.13 en in uitgaaf tot een bedrag van f 9985.40 en alzoo sluitende met een saldo van f 4824.73, onder bepaling dat heeren Commissarissen gehouden zijn die beide saldo's in hunne respectieve eerstvolgende rekeningen le verantwoorden. Wat het batig saldo betreft dat volgens de rekening f 72813.67s bedraagt, stelt zij U voor dat bedrag te doen storten in de gemeentekas. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 119. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 29 Mei—4 Juni 1887. Uit beteekent: Wanneer men 5 cubic feel 141.6 Liters per uur van zulk gas verbrandt in een Sugg's London Argand Stan dard burner n°. 1 met 24 gaatjes, een licht wordt verkregen, dat in sterkte gelijk staat met 17.4, 17.3, enz. Standaardkaarsen, waarvan elke kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur verbrandt. Namens de Commissie der Gasfabriek, D. Van der Horst. 120. Leiden, den 30 Mei 1887. Wij nemen de vrijheid aan Uwe Vergadering een staat over te leggen van de posten der begrooting over 1886, welke niet voldoende zijn ter bestrijding van de vereischte uitgaven. Bedoelde posten zijn de volgende: Volgn. 75. Kosten van onderhoud van het Raadhuis ƒ937 59. De verhooging geschiedt naar aanleiding van het Raadsbesluit van 26 Augustus 1886, waarbij besloten is tot het inrichten van de voormalige weeskamer tot archivariskamer en tot het herstellen van het torentje boven de Raadzaal. Tevens bleek bij het ontdoen van den gevel van de verflaag, dat verscheidene her stellingen aan kozijnen en gehouwen steen noodzakelijk waren, het geen een meerdere uitgaaf tengevolge heeft gehad. Volgn: 76. Onderhoud en aankoop van meubelen /358.35. De meerdere uitgaaf op dit artikel is een gevolg van het Raads besluit van 26 Augustus 1886, waarbij tot het aanschaffen van meubelen ten behoeve van de archivariskamer besloten werd, terwijl de kosten van het herstellen der stoelen op de zoogenaamde bruidskamer en van verschillende kleine reparatiën het cijfer der raming hebben over schreden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1887 | | pagina 2